ASTROLOGISCHE
AUTEURS De 10 meest interessante auteurs door de eeuwen heen door J. Ligteneigen |
||
|
Home >gieles1.html
Jan Bernard Gieles (2 juni 1918 - 23 september 2007)
Jan Bernard Gieles. Geboren op 2 juni 1918 te Halsteren om 21.09.05 GMT. Coördinaten: 51.30.14 NB en 4.16.30 OL. U vindt zijn horoskoop hieronder afgebeeld. Aspectenlijst van J.B. Gieles: 1. Inleiding
Dit site-onderdeel over
de astroloog Jan Bernard Gieles is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk om
te maken. Ik ken de heer Gieles al vanaf 1978, waarvan de eerste zes jaar
zeer intensief en de andere jaren weliswaar minder intensief, maar
niettemin zodanig lang dat ik kan stellen hem goed te kennen. Dat Gieles
als astroloog, maar ook als mens een onuitwisbare indruk op mijn leven
heeft gemaakt, moge duidelijk zijn. Ik heb de astrologische kennis van de heer Gieles altijd tot mij genomen, zonder vooroordeel en altijd onderzoekend. Nooit in al die 28 jaar had ik in astrologisch opzicht ruzie met hem, noch waren er meningsverschillen, ook persoonlijk kon ik altijd goed met hem opschieten, voorwaar een "prestatie", want Gieles is zeker geen gemakkelijk iemand. Gieles is een man met een eigen "handleiding", die je goed moet kennen als je het langdurig met hem zowel zakelijk als privé wilt kunnen uithouden. Maar ik heb zijn astrologische standpunten altijd goed kunnen aanvoelen en willen aanvaarden: ik was bereid mij bescheiden en "klein" op te stellen, want ik voelde dat die enorme oceaan van kennis en ervaring alleen maar te bevaren was met een zeer groot uithoudingsvermogen, en gelukkig is mij een enorm groot geduld en toewijding bij geboorte geschonken. Ik wist en voelde dat Gieles het astrologisch bij het goede eind had. Gieles is een klassiek astroloog in hart en nieren: geen moderne flauwekul zei hij altijd, geen psychologisch gezemel, gewoon de leer van de Ouden verstandig gebruiken, die tenslotte in duizenden jaren tot stand is gekomen, waarom zouden wij daar iets aan willen veranderen? De klassieke astrologen hadden het bij het goede einde, zei Gieles altijd en ik moet nu ook bekennen, na zelf 28 jaar in de astrologie te hebben "gewroet" dat dit inderdaad zo is. U vindt daarom ook een beperkte selectie op de auteurspagina van deze klassieke astrologen. De ogenschijnlijk eenvoudige, maar toch zo omvangrijke klassieke astrologische leer is door Gieles altijd op een nuchtere, oer-Nederlandse manier geformuleerd. Op deze, en volgende pagina's vindt u informatie over het leven van de heer Gieles en over zijn omvangrijke geesteskind, zijn maandblad Sagittarius, dat 28 jaar lang op de astrologische markt is gebleven, een zeer grote prestatie dat ook alleen maar kon worden neergezet door de medewerking van al die vele tientallen medewerkers die ik zelf persoonlijk heb gekend en waaraan ik ook heb meegewerkt. Als een soort tweede introductie krijgt u mijn persoonlijke kennismaking met de astrologie en heer Gieles te lezen. Hierna volgt een compilatie van -door Gieles zelf geschreven stukken in Sagittarius - over zijn eigen leven Het leek mij leuk om dat in deze vorm te doen en de heer Gieles min of meer zelf aan het woord te laten. Daarna volgt een lang hoofdstuk over het maandblad Sagittarius: hoe het elke maand weer tot stand kwam, de ontwikkeling door de jaren heen en het onverwachte einde ervan. Dan volgen andere door het Astrologisch Adviesburo Gieles uitgegeven publicaties, waarna ik zal eindigen met nog enkele persoonlijke indrukken over het leven van de heer Gieles en mijn laatste contacten met hem en enkele zaken die astrologisch gezien velen nog zullen interesseren. Johan Ligteneigen, juli 2006 2. Mijn eerste kennismaking met de astrologie en de heer Gieles Mijn eerste kennismaking met astrologie begon in januari 1977 toen ik in de supermarkt een boekje kocht over mijn eigen dierenriemteken, Maagd. In dat boekje stonden behalve de standaardzaken ook enkele literatuurverwijzingen. Ik ging op zoek naar deze boeken en kocht het werk van Else Parker en Veen's tabellen en begon te leren hoe je horoskopen moest berekenen. In diezelfde periode begon ik ook in de boekwinkels uit te kijken naar astrologische tijdschriften. In maart 1977 ontdekte ik Sagittarius in de winkel en dit was dan mijn kennismaking met de échte astrologie. Zo ervoer ik dit, want mijn "gereedschappen" tot dan toe waren alleen enkele boeken, die vooral theoretisch waren. In Sagittarius werd de echte praktijk verteld op de manier die mij enorm aansprak. In Sagittarius werden ook de zondagslezingen geadverteerd, die Gieles elke eerste zondag van de maand hield. Ik besloot samen met mijn moeder naar zo'n lezing te gaan die door Gieles werd gegeven aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag. Behalve een zeer leuke en voor mij zeer interessante inleiding in de astrologie behandelde de heer Gieles 3 horoskopen van personen die in de zaal aanwezig waren. Meer dan 80-90% van zijn uitspraken waren juist volgens de aanwezigen personen die het betrof. Dit maakte grote indruk op mij en vanaf dat moment was astrologie één en al magie voor mij. Wat ik nog niet wist, was dat mijn
progressieve Zon bezig was een sextiel te maken met Uranus en even
daarvoor een sextiel met Saturnus achter de rug had. Ik wilde na deze
lezing zoveel mogelijk leren en ik kocht de waardevolle 3 boeken van
Cornelis Gorter voor een luttel bedrag bij de Slegte. Via de
"Techniek der Astrologie" van Gorter leerde ik inzicht krijgen
in de berekeningen, tijdsoorten, declinaties, vaste sterren en de
astronomische zaken er omheen. Gorter is érg precies en duidelijk en van
zijn boeken heb ik erg veel geleerd. In die periode deed ik tevens
HBO-chemisch/analytisch in Delft en in de kerstvakantie nam ik mij voor om
de nauwkeurige Placidustabellen te kopen bij Astrologisch Adviesburo
Gieles, omdat ik de huizen tot op de boogseconde nauwkeurige wilde
berekenen. Uiteindelijk ben ik die avond laat pas weggegaan (met de tabellen)en toen was voor mij duidelijk dat Gieles en zijn vorm van astrologie bedrijven mijn verdere leerproces in deze wetenschap definitief zou bepalen. Ik snoof elk beetje kennis op, las mijn eigen gekochte boeken, kocht elke maand Sagittarius en ging ook op les bij Gieles op de dinsdagavonden. Buiten dit om was ik er 2 keer per week om teksten te typen, helpen met de afwerking van de aldaar gedrukte Sagittariussen, het voorbereiden van de zondagslezingen (horoskopen berekenen en intekenen) en diverse andere klussen. Ik merkte ook dat ik daar niet alleen was: een heel regiment van hulpjes was aanwezig om dit bedrijf te runnen. Vooral in de week vóór de versturing van Sagittarius was het erg druk: wij zaten dan vaak op de grote zolder waar de boekjes gedrukt werden te vergaren, vouwen, nieten, adreslabels maken en verzendgereed maken, vaak tot middernacht aan toe. Ik haalde dan vaak nog nét de laatste tram van 0.30, kwam 1.30 thuis en daarna 8 uur weer op om naar school te gaan. Vaak ging ik maar per fiets van Delft naar Den Haag, dan had ik geen problemen met de laatste tram of trein. Mijn opleiding chemisch/analytisch maakte ik overigens met succes af in 1980. In 1978 begon ik in Sagittarius kleine stukjes te schrijven, gevolgd door een lange cursus "Astrologie voor beginners" die duurde tot 1980, met precieze berekeningen voor een simpel rekenapparaatje. Ergens in 1980 ben ik ook begonnen om op de dinsdag-avonden in Den Haag voor Gieles rekencursussen te geven in astrologie en ontwikkelde hiervoor een speciaal lespakket dat later ook in andere plaatsen werd gebruikt, zoals Ooosterhout en Alkmaar. Ik kreeg van Gieles altijd het volledige vertrouwen om dingen te doen, lessen te ontwikkelen en zo meer. Maar ik stelde me ook altijd bescheiden op. Ik wilde alleen maar leren en kennis opdoen en geen moeite was mij te veel. De samenwerking met Gieles was altijd prettig te noemen. Uiteindelijk ging ik ook in Oosterhout lesgeven voor één cursusjaar, maar dit was een moeizame weg: ik had toen nog geen auto en ging met 3 tassen en een overheadprojector op pad per trein, bus en werd dan in Breda opgehaald door één van de cursisten. De lessen eindigden dan ergens rond 22 uur en dan weer de weg terug, dat was bijna niet te doen. In 1983 kreeg ik zelf werk en dit werd meteen een hele drukke baan en dat is allemaal zo gebleven tot nu aan toe. Ik heb twee werkgevers gehad waar ik resp. 8 en 15 jaar gewerkt heb en altijd was het druk, zonder ophouden, Het drukke leven was niet meer te combineren met de astrologie en zo moest ik een tijdje verstek laten gaan. Ondertussen werkte ik wel aan mijn astronomie- en astrologieprogramma, waaruit later het programma Newcomb is ontstaan. Ik kwam altijd wel op de zondagslezingen en af en toe maakte ik een les mee. Rond 1999 begon ik weer artikelen te schrijven in Sagittarius en dit waren voornamelijk rekenlessen, astrologische astronomie en andere leuke of interessante artikelen. Deze staan allemaal nog op deze website in de artikelenpagina. De artikelen bracht ik altijd persoonlijk bij huize Gieles, deze keer aan de Forellendaal te Den Haag. De groep medewerkers bestond toen allang niet meer. Gieles' vrouw, Monique deed de definitieve tekst, het drukken en de administratie. Wij hadden dan altijd weer wat te bespreken en zo is de relatie gebleven tot het blad in 2002 voor het laatst uitkwam, maar daarover later meer in het hoofdstuk Sagittarius. In het hierna komende deel volgt een compilatie van (delen van) artikelen uit Sagittarius, waarin de heer Gieles zijn eigen levensloop beschrijft. Ik zal deze compilatie later aanvullen met zaken die niet in het blad hebben gestaan, maar wel erg belangrijk zijn geweest in Gieles' verdere leven. Ik hoop dat zijn eigen beschrijving bij u in de smaak zal vallen en ik kom daarna zelf weer bij u terug voor de aanvullende gegevens. 3. Levengeschiedenis van Jan Bernard Gieles Van Sagittarius werd en wordt soms boosaardig gezegd, dat het een "ik-blad" zou zijn. Waarmee kennelijk bedoeld is, dat het al teveel op zijn hoofdredacteur betrokken wordt. Feit is, dat we de naam 'Gieles' veelvuldig in ieder nummer vermeld zien. Feit is echter ook, dat over Gieles' wederwaardigheden in zijn 88 jaren relatief weinig concreets bekend is bij de lezers. Gieles zelf is voornamelijk bij lezers bekend doordat hij het leeuwendeel van de teksten voor zijn rekening neemt. Maar wàt hij aan avonturen beleefd heeft (en wanneer), is moeilijker te achterhalen. Dit bleek opnieuw, toen de volgende compilatie van autobiografische fragmenten werden samengesteld. Wat u hieronder ziet, is een verzameling anekdoten, terloopse opmerkingen en fragmenten van horoscoopanalyses - geschreven dóór en over Gieles, gedurende zijn Sagittariusjaren. De heer Gieles vertelt…… ……kunt u zien wat voor avontuurlijk en lastig persoontje ik thuis was. Bijv. hoe ik mij op 15 jarige leeftijd wilde meIden voor het vreemdelingenlegioen en me door gevangenissen en kampen heen geworsteld heb; welke problemen ik in de oorlog gehad heb; hoe ik via Messman chief steward werd, terwijl ik nog niet eens wist wat ketchup was; en hoe ik illegaal in Amerika terecht' kwam, waar ik het via koffersjouwer, rails legger, opzichter van een autoparkeerplaats en verzekeringsagent, tot een directie-functie bracht in de sectie lichamelijke opvoeding in de Y.M.C.A.; hoe ik tenslotte in ons kikkerlandje terugkwam, waar ik toen opnieuw moest beginnen en waar ik na een minder prettige tijd, want ik kon na mijn 4-jarig verblijf in Amerika mij hier blijkbaar niet meer aanpassen, in 1964 in aanraking kwam met de astrologie, etc. etc. …. Ik zocht de sterkeren in hun hol op. Dit kon ik echter niet doen, zonder stiekem aan de dijken rondom Bergen op Zoom mijn body te stalen, door veel gymnastiek te doen waarbij ik beschoeiigskeien als halter gebruikte. Oorspronkelijk was ik niet zo sterk. Maar ik vond een boek over lichamelijke opvoeding, las van Sandow, een enorme krachtpatser, en hoe men in een goede lichamelijke conditie kan komen door ook geestelijk in evenwicht te zijn. Niemand wist dat ik dit deed. Ik las verder van Joe Louis, een magistrale bokser, hoe deze zijn conditie verhoogde door houthakken. Dit ging ik bij mijn conditie "footing" dan ook maar doen. In de middag hakte ik hout bij de werkverschaffingsmensen; dit was in de jaren 1938-1940. Zij waren verplicht een bepaald aantal kubieke meters per week te klieven, anders kregen ze minder betaald. Ik zocht de zwakste en uit en deed meestal in één dag wat deze oudjes in een hele week deden. Toen begon ik ook aan boksen te denken en liep om de dag te voet naar Antwerpen. Het gebeurde ook wel, dat ik met bekenden mee kon, maar dan moest ik bijv. een vrachtwagen met groente. en fruit laden en lossen en kreeg er zelfs 5 franc voor, waarmee ik dan mijn .lessen kon betalen. Toen ik vroeger bokste, was ik verplicht om 36 km. te lopen naar Antwerpen, waar de school van René de Vos was gevestigd. Dit moest ik stiekem doen, want vader wilde dat ik veel viool speelde en architect zou worden, net zoals hij. Alle dreigingen van vader ten spijt ging ik toch door en maakte ik mijn eigen leven tot een hel. Toen mijn vader er lucht van kreeg dat ik in het Antwerpse sportpaleis gebokst had (waar ik een zege had behaald), kon ik het ook niet langer verborgen houden. Van zijn vrienden kreeg papa het advies mij toch in de lichamelijke opvoeding verder te laten gaan. Maar dat was tegen dovemansoren gezegd. Toen kwam de oorlog en ja, Jan kon zijn handen tegen NSB-ers en Duitsers niet thuis houden. Mijn arrestatie werd nog verhinderd door een zogenaamde NSB-commissaris van politie. Ik kon toen "even" uit handen van de Duitsers blijven door naar Duitsland te vluchten. Na in diverse kampen geweest te zijn, kwam ik in Nederland terug. Ik begon in 1947 opnieuw met een boksschool. Voordien had ik het - ook financieel - zeer moeilijk gehad. Het werd druk in mijn sportschool en alles floreerde. Zelfs van ver buiten de stad kwamen mensen, ook voor massages, naar mijn school, waaronder wielrenners van naam. U weet dat ik "illegaal" in Amerika geweest ben. Maar ik liep toch tegen de lamp, toen ik een vergadering moest bijwonen in een stad waar ik al eerder gewoond had, nl. Newark. Ik stapte uit het vliegtuig dat van West-Palmbeach naar Newark vloog, waar ik gearresteerd werd. Ik werd verraden door een vrouw. West-Palmbeach was mijn laatste standplaats YMCA. Een hele geschiedenis. Ik werd enige dagen in Jersey opgesloten, waar men onderzocht of ik tijdens mijn verblijf in Amerika geen misdrijven of iets dergelijks had gepleegd. Toen dat allemaal in orde bleek, werd ik overgebracht naar het emigratiebureau in New Vork. De YMCA-Ieiding had naar Eisenhower geschreven om toch nog een visum voor me te krijgen. Het hielp niet. Enfin, eindelijk kwam de dag van mijn afreis naar Holland en voelde ik mezelf ineens erg bezwaard. Toen op naar Bergen op Zoom. Onzeker en niet zo gelukkig. SPREKER Na mijn terugkomst uit Amerika hield ik het niet lang vol in Bergen op Zoom. Ik trok naar België, waar men begon met het openen van de Expo te Brussel. Op deze wereldtentoonstelling zouden vast en zeker wel Amerikanen zijn, die mij konden gebruiken. Zo bleef ik tenminste in contact met het land, waar ik zoveel steun heb ondervonden en waar men mij steeds meer verantwoordelijkheid gaf. Op naar de Expo van 1958. I.v.m. mijn talenkennis kreeg ik vele aanbiedingen om als spreker in diverse amusementsbedrijven op te treden. Ik werkte voor mevr. Collins uit Londen, en ondanks betere aanbiedingen bleef ik bij haar bedrijven werken. Hier leerde ik ook mijn (ex)echtgenote kennen die in Den Haag woonde, waar ook mijn moeder geboren en getogen was. De Expo was afgelopen en ik wilde niet naar Holland terug. Ik nam nog een baan aan als vertegenwoordiger bij een chocoladefirma, maar door stakingen en teruggang was mijn omzet te klein en de zaak niet interessant genoeg om nog in Brussel te blijven. Bovendien wilde mijn vrouw naar Den Haag terug. HOTELEMPLOYE Het bleek in Holland niet gemakkelijk om passend werk te vinden. Ik heb allerlei functies gehad, ook in het hotelbedrijf, resp. als portier, journaalhouder, chef-receptionist en directielid bij de E.M.S. Daaruit vloeiden problemen en onenigheden voort. Zes maanden salaris werd mij aangeboden bij vrijwillige ontslagname. Ik vroeg om mijn getuigschrift, dat uitstekend was, liet de heren tekenen, stak het in mijn zak en ging procederen. Dit liep in mijn voordeel af. Inmiddels was het 1964. KENNISMAKING MET ASTROLOGIE In die tijd (1964) kwam ik in aanraking met een man die ik "Bill" zal noemen. Ik kende hem reeds enige tijd. Ik besprak met hem een bepaald probleem waarmee ik zat. Hij zei na enig nadenken: "Don't worry so much. Y our problem will be solved on a strange hour, yes, wednesday late at night". Ik schonk er weinig aandacht aan, omdat het onder het genot van een borrel gezegd werd - en dat was Bill's lievelingsdrank. Toen het woensdag was, werd deze zaak om half vijf in de morgen opgelost. Ineens realiseerde ik mij Bill's woorden. Ik belde hem op. Toen kwam het hoge woord eruit. Hij lachte wat schamper en zei: "It may be paerls for the swines, but I am an astrologer". Gorter heeft hij, bleek toen, erg goed gekend en hij had ook veel bewondering voor hem. Ik wist dat hij eens naar mijn geboortebuur gevraagd had, maar ik had daarbij niet verder nagedacht, of een verband gelegd met de voor mij volkomen onbekende leer der astrologie. Bill had het mij nooit willen vertellen omdat hij vond dat men in Holland te nuchter was voor deze dingen. Veel vertellen deed hij mij echter niet, ik bespeurde een zekere terughoudendheid. Uiteindelijk kreeg ik van hem het Engelse werk van Sepharial, dat met dat van Heindel en later Libra en Gorter het fundament zou zijn om op verder zou bouwen. AMATEUR ASTROLOOG Nadat ik steeds meer boeken in mijn handen had gekregen en had doorgeworsteld, begon ik met het maken van horoscopen. Ik kon de sleutel niet vinden. Ik had altijd verschillen met Else Parker en Alan Leo en vele anderen, want ik wilde het zo precies mogelijk doen. (Mijn vader, die architect was, zei altijd terwijl ik stond te tekenen: "Een millimeter is een koe", een klein koetje natuurlijk). Dit heb ik nooit vergeten en ik breng het dan ook in praktijk bij mijn horoscopen. Cynisch noemen enige astrologen mij: "secondenkliever". Ach, het gaat in één moeite door en geeft mij een gevoel van zekerheid. Op een nacht schoot mij iets te binnen. Ik zag als in een visioen een heel grote horoscoop. Deze was gevuld met gegevens van alle planeten en hun werking in een bepaald huis. De volgende morgen kocht ik een stuk zachtboard van ongeveer 1.70 bij 1.70. Ik begon de boeken van Ram, Lilly, Carter, Heindel, Gorter, Feerhov, Jalali, Knegt, Alan Leo, Padharti en nog zeker 10 meer of minder bekende astrologen door te nemen en alles wat van belang was heel klein in te vullen. Al spoedig ontdekte ik de grootste tegenstrijdigheden. Ook de vaste sterren en kritieke graden en alles wat naar mijn mening maar van belang was, werd er heel klein ingetekend. Dit heb ik ongeveer 6 maanden gedaan. Het werd voor mij een chaos, maar ik nam alles zoveel mogelijk in me op. Toen begon ik horoscopen te maken en nam ik de op het zachtboard ingevulde horoscoop als handleiding. Nadat ik dat enige maanden had gedaan, vond ik een systeem om heel snel een horoscoop summier te berekenen. Toen vernietigde ik het hele spul en begon ik de karakter analyse door mijn eigen bril te bekijken. PROFESSIONEEL ASTROLOOG In november 1969 begon ik dan als astroloog. Dik 4 jaar heb ik me van 's morgens vroeg tot 's avonds heel laat kunnen voorbereiden. Ik kreeg hiervoor door bijzondere omstandigheden een unieke gelegenheid. Een van mijn beste leerlingen, Wim van Dam, kwam op het idee om alle voorspellingen die op de lessen over politieke figuren en andere personen werden behandeld, onder de aandacht van het publiek te brengen. Dit kon alleen door middel van een tijdschrift. Wim wist, dat ik erover gedacht had. Geld was er niet, maar ik rekende op mijn geluksplaneet, Jupiter. De heer Koeleman, vertegenwoordiger in Geha-offsetmachines, werd ontboden en ik ontvouwde mijn grootse plannen. Ik wist niet dat hij mij op dat moment een grote opschepper vond. Maar wat interesseerde hem dat, want hij was voor zaken hier. De machine werd geleverd en de moeilijkheden begonnen toen pas goed. Wat wisten wij van offset en verspreiding en lay-out en dergelijke. Mijn vrouw werd hierdoor nog eens extra belast. Er werd de eerste 6 maanden echt paardenwerk verricht. Wim corrigeerde en werkte. Het werd echter langzamerhand een overspannen situatie. Hij stopte ermee, want zijn studie ging natuurlijk voor. UITGEVER Destijds woonden we nog aan de Huisduinenstraat 5 te Den Haag. Daar begon ik aan Sagittarius. Ik had er van tevoren niet bij stil gestaan, dat er ook opslagruimte moest zijn voor de onverkochte boekjes. Deze werden in stellingen op de gang geborgen, zodat je erg slank moest zijn om er langs te komen. De slaapkamer was een offsetinrichting geworden, waarin naast onze onderschuifbedden, stoelen en kast, ook nog een bureau plus offsetmachine stonden. De beschikbare ruimte was 3.20 bij 4.10 m. Eén wand was van boven naar beneden ingedeeld in houten vakken, waar de lay-outmaterialen waren ondergebracht. Mijn vrouw bediende de offsetmachine. Het draaien van het boekje nam soms 5 tot 6 dagen in beslag. Waren we dan zover dat de vellen gedrukt waren, dan moesten we met een handmachine urenlang vergaren. We drukten er destijds 5000 en we kregen er veel teveel terug. Pars Fortunae in Libra in het negende huis wijst wel aan, dat mijn lot en les in studie zou zitten. Ook dat mijn lessen van buitenlandse ervaringen geleerd zouden moeten worden. Ervaringen in Zuid-Amerika waren de belangrijkste en ook mijn talenkennis zou onontbeerlijk blijken om de astrologie beter te leren kennen. Een vierkant met Pluto geeft spanningen aan en een bedreiging (vervolgd door de Gestapo in Duitsland en in Amerika moest ik oppassen dat de emigratiedienst mij niet te pakken kreeg etc.). Tevens werkt het uit in mijn huwelijkshuis en duidt het op scheiding. Ik ben dan ook tweemaal getrouwd. AUTODIDACT Ik ben een autodidact. Door mijn
veelzijdigheid heb ik veel ervaringen opgedaan, maar dat kan iedereen. Er
is niets bijzonders aan Gieles. Gieles is een doorsnee man. In een krant
heeft eens gestaan: "Als men hem ziet, lijkt hij een gewone
boekhouder". Toen ik vroeger bokste en een wedstrijd met knock-out
won, zei ik altijd tegen mijn boksleraar, René de Vos, dat ik geluk had
gehad. Hij zei dat dat niet waar was en motiveerde het degelijk, maar ik
behield mijn twijfels. Dat is nog steeds zo. Ik moet mijn zelfvertrouwen
aan de hand van de door mijzelf gedane voorspellingen terugvinden. Ik ben
altijd zo blij als een kind, wanneer er iets uitkomt. Telkens moet ik
teruglezen en betrap ik mij erop, dat het nog scherper gesteld had kunnen
worden. Een gebrek aan zelfvertrouwen.
De oorlogservaringen van de heer Gieles De hieronder gepubliceerde verhalen zijn
afkomstig van de heer Gieles zelf. Deze werden geplaatst in Sagittarius
1994, mei / juni nummer 3 onder de rubriek "Lessen in
astrologie". Ik laat de heer Gieles weer zelf aan het woord..... Vier maanden na de bezetting, in september
1940, kreeg ik een "tip" van de politiecomissaris Hoeven van
Bergen op Zoom. De commissaris zei dat het voor mij beter zou zijn om
onder te duiken, omdat de Duitsers mij toen zochten. De dood van een
N.S.B.-er die Joden verraadde en mensen liet wegvoeren waaraan hij een
persoonlijke hekel had, werd mij in de schoenen geschoven. Korte tijd
tevoren had ik deze geüniformeerde N.S.B.-er namelijk bedreigd. BRUX Samen met enkele andere Bergenaren, hoofdzakelijk timmerlieden en metselaars, werd ik op die bewuste dag naar Brux (Sudetengau) getransporteerd om daar als beton-timmerman te gaan werken bij de Hydrier Werke. Na ruim een jaar, rond eind oktober / begin november·1941, was ik dat werk spuugzat. Vanuit het overigens vriendelijke Brux vluchtte ik naar Berlijn, met alle risico's die daaraan verbonden waren. Ik had er toen nog geen idee van hoe alles in nazi-Duitsland in zijn werk ging. MERCURIUS VIERKANT MARS ONDERLING Op het Berlijnse treinstation Anhalter Bahnhof werd ik "feestelijk en vriendelijk onthaald" door de heren van de Gestapo, de Duitse geheime politie. Zij vroegen naar mijn papieren en "werkplek", die ik natuurlijk niet had. Volgens hen was ik "gedeserteerd" van de belangrijke Hydrier Werke in Brux. Vanaf dat moment leerde ik de meedogenloze nazi-methoden kennen. Bij de inrekening van mij en enkele andere buitenlanders werd geduwd, gestompt en geslagen. Dit was de heftige manier waarop het aspect Mercurius (de verhuizer) vierkant Mars onderling uitwerkte dat op 3 november 1941 in mijn horoscoop stond. ALEXANDERPLATZ Na een verblijf van twee maanden in de gevangenis aan de A1exanderplatz, die nog het meest leek op een stal, werd ik opnieuw als betontimmerman aan het werk gezet. Deze keer bij Dyckerhoff en Widmann, een gigantisch bedrijf dat in opdracht van “der Führer” (Hitler) voornamelijk bunkers bouwde. Bovenop deze enorme bunkers ("Flagtürme”) stond het afweergeschut, dat diende om geallieerde vijandelijke vliegtuigen neer te halen. De drie grote, kwaadaardige "clowns", HitIer, Göring en Göbbels, hadden hun onderdanen namelijk de verzekering gegeven dat er geen enkel vliegtuig boven Berlijn zou kunnen komen. Na mijn vrijlating uit de gevangenis van Spandau, aan het einde van de oorlog, herkende ik echter niets meer van deze eens zo mooie stad waar het leven had gebruist. Geallieerde bombardementen hadden Berlijn veranderd in een ruïne. WUHLHEIDE Voor
"ontbreken" op mijn werk (werkweigering), iets wat de Duitse
bezetters rond de Tweede Wereldoorlog als een "Verbrechen"
(misdaad) beschouwden, en het stelen van een worst, werd ik voor de derde
keer opgepakt door de Gestapo. TERUG NAAR BERLIJN Na drie maanden werd ik bij een controle opnieuw opgepakt bij het Anhalter Bahnhof. Dit treinstation was samen met Lichterfelde-West en de FriedrichstraBe één van de plaatsen waar men contacten kon leggen met gelijkgestemde mensen (onderduikers) en zwart-handelaren in distributiebonnen en levensmiddelen. Bij het Anhalter Bahnhof stonden barakkenkampen waar Belgen en Nederlanders woonden. Bij hen kon ik mijzelf en mijn kleding wassen, alhoewel het rond dit station steeds wemelde van de Gestapo's. LUILEKKERLAND Door toeval heb ik me enkele weken lang helemaal vol kunnen eten, zeg maar rustig: vreten. Ik ontmoette namelijk een veehouder, na een razzia in de beruchte Weinmeister Klause. De man woonde met zijn familie in Oraniënburg, een dorp vlakbij Berlijn, waar zich tevens het beruchte concentratiekamp Oraniënburg bevond. De veehouder bood mij voor onbepaalde tijd onderdak aan. Tijdens onze latere gesprekken bleek dat hij een overtuigd communist was. En omdat hij een grote sympathie voor Hollanders had, zo vertelde hij mij, had hij het aanbod mij op te nemen gedaan, anders had hij dit risico niet genomen. EEN DAPPER MAN In die periode beluisterden wij elke avond de (illegale) Engelse zenders .Ondanks het feit dat ik veel werk verzette in de stallen, mocht ik niet te lang blijven. Ik mocht mij alleen binnenshuis bewegen en wanneer er een vreemde kwam. moest ik mijn verblijf op de hooizolder zoeken. Hij was een dapper man, want hij mocht natuurlijk geen onderdak verlenen aan "saboteurs" zoals ik. Als hij gepakt zou worden, dan konden hij en de rest van zijn gezin (vrouw, twee zonen en een dochter) alles wel vergeten: hij was een "staatsvijand". Door de angsten die ik zijn vrouw veroorzaakte ging ik uiteindelijk op eigen initiatief weg. Bij ons afscheid gaf de veehouder mij diverse onderduik-adressen in Berlijn, een behoorlijk bedrag aan geld, belegde boterhammen en distributiebonnen mee. Zijn vrouw stopte een dikke wollen deken in mijn tas. ZWERVEN Ik begon weer aan een
zwerversbestaan in Berlijn, zonder dak boven mijn hoofd en later, toen de
bonnen van het veehoudersgezin op waren zonder voedseldistributiekaarten. Ik was blij wanneer de sirenes van het luchtalarm begonnen te loeien. Iedereen vluchtte dan de schuilkelders in. Daar had ik dan tijdelijk een onderdak en soms kreeg ik van anderen wat te eten. De Gestapo was daar in geen velden of wegen te bekennen. Met de trein (S-Bahn) keerde ik ongehinderd terug het centrum van Berlijn. In de wijk Zehlendorf woonde een vriend van de veehouder. Daar heb ik een week doorgebracht. Maar ook daar moest ik mij schuil houden en voelde ik mij opgesloten. Overal in Berlijn wemelde het van de Gestapo-rechercheurs. Velen van de Berlijners die ik ontmoet heb, vervloekten Hitler en zijn trawanten. Bijna elke Berlijnse familie had wel een vermiste of verloren zoon als gevolg van deze waanzin, of bijvoorbeeld een gearresteerd familielid. Voor zover ik heb kunnen constateren was de antipathie van de Berlijners tegen de nazi's vergelijkbaar met die van de buitenlanders. Berlijners werden tijdens razzia's losgerukt uit hun familie en zonder genade gedwongen elders in Duitsland of in het buitenland voor Hitler te werken. WEER OPGEPAKT Kort voor Kerstmis 1942 werd ik nieuw opgepakt. Na veel "omzwervingen" door de diverse kampen en gevangenissen kwam ik via de gevangenis "LehrterstraBe" uiteindelijk in februari of maart 1943 in de gevangenis van de Berlijnse wijk Spandau terecht. In vergelijking met de andere Duitse "opbergruimten" en mijn zwerversverleden was "Spandau" voor mij een soort hemel op aarde. Ik had een dak boven mijn hoofd en ook een matras om op te slapen. Na een paar maanden mocht ik bovendien gaan werken op "commando". Dat wil zeggen: samen met andere gevangenen (allemaal mensen die voor kleine delicten vastzaten) mocht ik in de buitenlucht werken. Toch was Spandau natuurlijk geen ideaal vakantie-oord. De gesprekken tussen de gevangenen gingen meestal over het lekkers dat "vroeger, thuis" op tafel werd geserveerd. Samen met alle andere ellende (zoals het verlangen naar vrouwen kinderen of vader en moeder) behoorde honger tot de ergste kwalen van Spandau. De meeste gevangenen waren dan ook broodmager. Zij leken het meest op skeletten. Ik heb eens op de Alexanderplatz geslapen naast een Deen die van de honger was gestorven. In Spandau mocht je niets missen van je dagelijkse homp brood en de watersoep. Vele stierven hier aan dysenterie. Medische zorg bestond niet. Wie een ziekte onder de leden had was ten dode opgeschreven. In het vroege voorjaar van 1944 vermoedde ik als gevangene al dat er iets te gebeuren stond: de bombardementen op Berlijn, die eind november 1943 waren begonnen onder het aspect Venus vierkant Uranus ("luchtdrukbommen") namen nog in hevigheid toe. MC VIERKANT URANUS Alle voorgaande gebeurtenissen in Spandau vonden plaats onder het aspeet progressief M.e. vierkant Uranus (teruglopend of retrograde) uit het hoopvolle teken Waterman. Dit aspect deed zijn negatieve invloed gelden van 7 december 1942 tot en met 5 maart 1943. Uranus, die zich in mijn geboortehoroscoop in het "voedselproducerende" tweede huis bevindt en het MC. (27e graad Schorpioen) dat onder meer onderdak aangeeft, veroorzaakten angstige en nerveuze toestanden, die voldeden aan de minder prettige verwachtingen (Uranus negatief). De angst voor de bom-bardementen en de dictators (Uranus disharmonisch) vrat aan mijn lichaam en geest. Het teken Schorpioen werd belichaamd door de Gestapo en de achtervolgingen. DOODSTRAF Bij mijn laatste veroordeling had de Duitse "rechter" mij ernstig gewaarschuwd: mijn werkschuwheid zou voortaan als sabotage uitgelegd worden. Wanneer ik nogmaals opgepakt zou worden, kon ik de doodstraf of een langdurig verblijf in een concentratiekamp verwachten. Deze straffen werden onder het Hitler-juk veel uitgedeeld na "Arbeitsverweigerung". De nationaliteit van de betrokkenen speelde bij de bepaling van de strafmaat een grote rol. Vooral met slavische rassen, Polen en Russen maakten de nazi's korte metten. Op 10 juni 1943, onder het aspect Zon conjunct Pluto (driehoek het MC.) moest ik weer voor het gerecht verschijnen. De spanningen kwamen tot een toppunt. De zogenaamde rechter van het Ambtsgericht in Moabith veroordeelde mij toen tot het schavot: ik kreeg de doodstraf. VRIJLATING UIT SPANDAU In Spandau werd ik tot begin april 1945 gevangen gehouden. Op 3 of 4 april werden alle gevangenen onverwácht vrijgelaten. Het was een "noodgedwongen ontslag als gevolg van de Russische invasie". Het was mij en de andere gevangenen al langer duidelijk dat er iets gaande was, want veertien dagen eerder waren de bewaarders al gestopt met de buitencommando's (MC inconjunct Venus op 9 maart 1945 en cusp 12 oppositie Pluto onderling op 14 maart 1945; onder het aspect cusp 12 oppositie Pluto, op 16 juli 1944, waren er bommen gevallen op de plaats waar ik als metselaar (en gevangene) werkzaam was geweest aan de bouw van een nieuwe fabriek). In die periode was ik ontsnapt aan een bombardement van een fabriek in aanbouw. Bij dit bombardement vielen vier of vijf doden, inclusief de gevangenenbewaker. De Russische troepen waren Berlijn in snel tempo genaderd en de Berlijnse voorsteden werden reeds door hen bezet of onder vuur genomen. Nieuwe gevangenen vertelden ons dat Hitlers S.S.-ers genoodzaakt waren zich terug te trekken en aan alle fronten op de vlucht waren. De legerberichten hadden het over "een strategische terugtocht". Al dit goede nieuws hoorde ik eind februari 1945, onder de aspecten Maan driehoek Descendant (11 februari 1945) en Maan sextiel Venus in het derde huis op 25 februari 1945 (in dit geval was de planeet Venus de bode der Goden). Toen de eerste granaten rond Berlijn uiteen spatten, ontstond daardoor een soort paniek onder de bewakers. Zij handelden naar eigen goeddunken, want hoge functionarissen waren niet meer te bereiken, zo vertelde mij een van de bewakers later. De gevangenbewaarders konden niets anders doen dan ons vrijlaten. Iedereen kreeg zijn in beslag genomen spullen terug en moest zich vervolgens maar zien te redden. Granaten sloegen links en rechts reeds in. MIJN EIGEN WEG Zoals gewoonlijk ging ik
mijn eigen weg. Bij mijn vertrek uit de gevangenis zag ik enkele doden in
het voorportaal van de Spandause gevangenis liggen. Niemand bekommerde
zich erom. Enkele sadistische bewakers hadden zelfmoord gepleegd. Hun
lijken lagen vlakbij de uitgang. Onder hen waren twee officieren die ik -
wegens hun wreedheid - het liefst persoonlijk geliquideerd zou hebben. Zij
hadden diverse gevangenen, voornamelijk Russen, Polen, Tsjechen en (toen
nog) Joegoslaven, ernstig mishandeld. Zo erg zelfs, dat deze mensen later
vaak stierven aan hun verwondingen. EEN VRESELIJK MOMENT IN DE ONDERGRONDSE Na mijn "ontslag" uit de gevangenis namen de beschietingen schrikbarend toe. Tijdens mijn "wandeling" naar het centrum van Berlijn kwamen verschillende granaten heel dicht in mijn omgeving neer. Ik vermoedde dat alleen de ondergrondse (de U-Bahn) op de Alexanderplatz in het centrum van Berlijn overlevenskansen bood. Op weg daarheen zag ik de brandende puinhopen van woonhuizen, kerken, scholen en andere gebouwen. Voordat Berlijn werd veroverd door de Russen, hadden de Amerikanen en Engelsen de stad en de directe omgeving zes weken lang dag en nacht gebombardeerd. Ik herkende niets meer van het Berlijn waarin ik voor mijn arestatie had rondgezworven. De paniek die overal in Berlijn heerste, deed mij op dat moment weinig. Ik dacht uitsluitend aan zelfbehoud. In het metrostation van de Alexanderplatz klonk steeds het gehuil van kinderen. Zij hadden last van buikklachten en diarree en hun moeders (uit Duitsland of het buitenland) waren ten einde raad. Er was watergebrek. Vele van deze vluchtelingen wisten wel dat er bij één van de uitgangen van het metrostation een goed functionerende waterpomp was, maar de meesten van hen hadden niet de moed om water te gaan halen. Tijdens de straatgevechten rond de pomp werd namelijk veel geschoten. Op het moment dat het zware geschut en het knetteren van machinegeweren nog maar af en toe werd gehoord, ging ik water halen. Het lukte mij enkele keren om, "gewapend" met een grote bus het metrostation te verlaten, water te pompen en met een volle bus terug te keren. Het waren altijd zeer angstige momenten, maar ondanks alles lukte het mij keer op keer ongeschonden terug te keren. Het water deelde ik altijd met degenen die naast mij op de grond lagen. Toen ik op een zeker moment opstond en de bus greep om weer water te halen vroeg een Duitse dame, moeder van twee kinderen, of zij mee mocht om ook wat water voor zichzelf en haar kinderen te halen: "Bitte, darf leh mit Ihnen mitgehen, denn Sie haben immer Schwein" (Mag ik alstublieft met u mee, want u heeft altijd mazzel). Ik stemde ermee in, maar ik zei haar wel dat het heel riskant was, zeker met het oog op haar kinderen. Eigenlijk had ik toen "nee" moeten zeggen, want ik ging veel liever alleen. Een eventueel noodzakelijke vlucht zou in mijn eentje immers gemakkelijker zijn geweest. Samen gingen wij de trappen op, naar huiten. We waren net hij de pomp aangeland of men begon in het wilde weg granaten af te vuren. Ik ging snel liggen en schreeuwde tegen haar hetzelfde te doen. Waarschijnlijk verstijfde zij van het plotselinge geweld. Zij reageerde in ieder geval te laat. Zij, de moeder van de twee kinderen, kreeg een granaatsplinter van circa drie centimeter door haar hoofd en was op slag dood. Ik bleef een paar minuten liggen. Daarna was het weer stil, op enkele voorbijrennnende soldaten na die een soort bazoeka bij zich hadden. En, hoe gek het ook klinkt, ik pompte mijn bus vol met water, liep vervolgens zo snel ~ mogelijk naar de ingang van de metro,. en daalde de trappen af. Toen ik beneden aankwam en ging zitten, vroegen de roodblonde kindertjes, die rond de vier of vijf jaar oud waren, mij herhaaldelijk "Wo ist meine Mutti?". Ik wist niet hoe ik bet hen moest vertellen. Het huilen van de kinderen sneed mij door mijn ziel ondanks mijn toenmalige "immuniteit" voor gevoelens. Ik weet niet meer wat ik toen heb geantwoord. Het enige dat ik mij herinner is dat ik de kleintjes eerst hun buikje vol heb laten drinken. Vervolgens stelde ik de N.S.V., een vrouwenorganisatie die voor de Duitse vluchtelingen in het station aanwezig was, op de hoogte van het gebeurde. Daarop ontfermde deze organisatie zich over de twee huilende kinderen. DE BEZETTING WAS EEN FEIT Eind april was de bezetting door de Russen een feit. Nadien werd er nog slechts sporadisch geschoten. Later bleek dat dit geweervuur afkomstig was geweest van S.S.-ers die krankzinnig waren geworden en als beesten tekeer gingen. Enige dagen voor de Russische bezetting waren nog veel mensen doodgeschoten nadat een hoge Duitse S.S.-officier bekend had gemaakt dat de Amerikanen zij aan zij met het Duitse leger zouden vechten tegen de Russen. De buitenlanders en ook enkele Duitsers die zich in de ondergrondse bevonden vielen elkaar hierop elkaar om de hals en juichten. Vervolgens begonnen de waanzinnige S.S.-ers, de boosaardige verspreiders van deze leugen, op hen te schieten. Ik vermoed dat daarbij minstens een vijftigtal doden en ernstig gewonden vielen. AMERIKAANSE POLITIE Vlak na de oorlog, toen de rust in Berlijn was teruggekeerd, kon ik wat voor deze bewakers van Spandau terugdoen. Ik was ondertussen ingelijfd bij een onderdeel van de "Amerikaanse politie". De echtgenoten van de bewakers keken heel verschrikt, toen ik eind augustus 1945 (onder het aspect Saturnus driehoek cusp 12 op 29 augustus 1945) plotseling in Amerikaans uniform voor hun deur stond. In die periode was de luchtbrug naar Berlijn nog niet tot stand gekomen en hadden de door de oorlog gedupeerde Berlijners niets te eten. Als "Amerikaan" kon ik hen van levensmiddelen, rookgerei en whisky voorzien. De ex-bewakers hadden veel meer verdiend, maar ik kon niet meer doen dan hen op deze manier bedanken, mede namens mijn voormalige medegevangenen. ASPECTEN IN DEZE PERIODE Ik vermoed dat mijn vrijlating tussen 2 en 6 april 1945 heeft plaatsgevonden. Helemaal zeker weet ik dat niet, want net zoals al mijn medegevangenen leefde ook ik in die tijd van dag tot dag. Datum en tijd kenden wij niet. Na 29 april 1945 (cusp 3 vierkant Neptunus onderling) was voor mij het grootste leed geleden. Maar anderen hadden het nog zwaar te verduren. In mei 1945 vonden er rondom de Berlijnse villa die ik ondertussen "in beslag genomen" had, veel verkrachtingen van vrouwen plaats door de Russen, die daarnaast alles stalen wat los en vast zat. Ik kreeg dit te horen onder het aspect Mercurius vierkant Pars Fortunae op 5 mei 1945. Een maand later vertrokken de Russen om plaats te maken voor de Amerikanen. Vooral onder de vrouwen ging toen een zucht van verlichting op. Weer twee maanden later, in augustus 1945, mocht ik het Amerikaanse uniform aantrekken. DE MOORD OP DRIE DUITSE SOLDATEN Het moet enkele dagen voor de capitulatie zijn geweest dat ik mij, als gevolg van een zekere stilte rond de Alexanderplatz, ging oriënteren op andere metrostations. Ik zal nooit vergeten wat er gebeurde nadat ik tussen de rails van de onverlichte, stinkende gangen bij een ander station was aangeland. Op het perron passeerde ik drie Duitse dienstplichtige soldaten die oververmoeid stonden te leunen tegen een pilaar. Ik was hen nog geen tien meter gepasseerd, toen ik plotseling luid geschreeuw achter mij hoorde. Het bleek een S.S.-er te zijn, die de dienstplichtigen uitmaakte voor zoiets als "Faulenzer und Feiglingen" (luiaards en lafaards). Eén van hen, een oudere Duitse soldaat, antwoordde: "Aber Herr Hauptmann die Russen sind schon dal Ich habe drie Kinder. Es hat doch kein Zweck mehr!" De S.S.-er onderbrak hem met de woorden: "Ihr Schweine solltest kämpfen!" en begon vervolgens op de weerloze soldaten te schieten. Ik kon me niet verroeren, uit angst dat hij mij ook neer zou neerschieten. Ik kan zijn bleke vierkante kop met een paar dunne verbeten lippen en daaronder een scherpe kin nog steeds voor de geest halen. Het was het prototype van een gemene, bloeddorstige S.S.-er. Ik wilde naar een tegen de pilaar staand geweer grijpen om hem neer te schieten. Maar ik bleef stokstijf staan. Na deze gewetenloze moorden raakten degenen die er bij aanwezig waren in paniek en vluchtten de gangen van de ondergrondse in. Zelf ging ik terug naar de Alexanderplatz, via dezelfde gang waardoor ik gekomen was. Aldaar heerste er een heel andere sfeer dan bij mijn vertrek. Ondertussen waren de Russen zonder te schieten dit metrostation binnengedrongen. De eerste jonge, zwaar bewapende Rus liep ik bijna omver. Als de Russen iets eerder waren gekomen, dan waren de Duitse soldaten uit het andere station waarschijnlijk wel gevangengenomen, maar dan hadden zij tenminste nog geleefd ...
IN OKTOBER 1973 verschijnt "Eerste jaargang nummer 1" van een nieuw tijdschrift in Nederland, dat zich richt op de astrologie. Dat het vooral geen "klein" tijdschrift is, blijkt met name uit de materiële gedaante - het blad is gedrukt op kwarto-formaat. Dat neemt niet weg dat de druk duidelijk leesbare schrijfmachinetekst oplevert. In zijn "Ten geleide" toont de redactIe zIch zeer optImIstisch. Men kondigt aan, iedere maand (minstensl) 5 horoscopen van bekende figuren uit de actualiteit te zullen behandelen, en wil daarmee de 'serieuzere' astrologiebeoefenaren trekken. Bovendien deelt men mee, het zonder 'lokkertjes als maandhoroscopen' te willen stellen: Hetgeen een andere aanwijzing is van het feit dat de nieuwkomer 'klein' zal zijn. De vraag is: voor hoe lang? Dat 1e nummer bevat verder artikelen als: 'Waarom is ons blad Sagittarius genoemd', 'Wat is astrologie', Johannes Kepier', 'Lessen, in astrologie' en 'Numerologie'. De (maar liefst 7) horoscopen zijn van grootheden als Juliana, Den Uyl, Terlouw, Nixon, Wim Kan, Enith Brigitta, Tom Okker, René Pijnen en Karel Dusbaba. Het novembernummer vertoont t.o.v. nr. 1 al een aantal verbeteringen. De waarlijk gigantische horoscooptekeningen zijn enigszins verkleind, en voor teksten wordt nu een veel economischer regelafstand gebruikt. De redactie meldt dat zich al abonnees aanmelden en dat boekhandelaren om nummers vragen. Van een landelijke verspreiding is dan nog geen sprake. In het novembernummer verschijnt voorts de 1e aflevering van de in eigen beheer uit 't Grieks vertaalde Tetrabiblos van Ptoloeaeus, en de 1e aflevering van de serie 'Bezwaren tegen Astrologie'. Dat laatste wordt verzorgd door Wim van Dam, die trouwens samen met J.B. Gieles vrijwel alle teksten produceert. Opmerkelijk is verder een mededeling achterin dit (2e) nummer: "Voorgaande nummers van 'Sagittarius' kunt u bestellen". Het vierde nummer, van jan. '74, is niet meer op kwarto-formaat maar op A4-formaat gedrukt. En dat is een hele vooruitgang, hoewel het blad verder nog wat rommelig is ingedeeld (Ten Geleide staat op pagina 7. In het jaar 1974 doen de 'gastschrijvers' van het eerste uur hun intree. De eerste is C. de Wilt, en later volgen Jaap Venker (Astrologie en Statistiek) en een zekere 'Scorpio' met een serie over acupunctuur. In de loop van het jaar wordt de opmaak van Sagittarius afwisselender en tegelijk consistenter. In zijn ijver om nieuwe lezers te winnen, verzint de redactie tóch een lokkertje - maandhoroscopen. Maar beginselvast als men is, worden het geen doorsnee Ram-Stier-Kreeftvoorspellingen, maar heuse horoscoopanalyses van individuele lezers. Wie b.v. zijn horoscoop in het septembernummer behandeld wil zien, moet een 'Maagd' zijn en zich per briefkaart opgeven. Maar - spijtig voor de betrokken geborenen, en gelukkig voor alle overige lezers - de rubriek houdt het niet. lang uit. Al in het oktobernummer geeft men toe dat deze 'voorspellingen' niet vol te houden zijn. In het najaar van '74 verschijnen ook de eerste artikelen van een Friese paranormale genezer, dhr. Jelle Veeman. In ongeveer een jaar tijds stort hij een lawine van occulte en magische feiten over de lezer uit, zonder dat deze er overigens veel wijzer van wordt. Veel titels suggeren minstens een zijdelings verband-leggen met de astrologie, maar in de teksten zelf komt deze leer nauwelijks ter sprake. De nogal chaotische serie wordt in '75 geruisloos beëindigd. HOROSCOOPANALYSES Inmiddels komt er van het redactionele voornemen om maandelijks 5 'grote' horoscopen te analyseren, weinig terecht. Bevatte het eerste nummer er nog 7, in nummer tien zijn het er nog maar 2. Geleidelijk wordt ook dat aantal teruggebracht tot (gemiddeld) 1 nieuwe horoscoop per nummer. Waar meerdere personen onder de astrologische loep worden genomen, betreft het meestal nabeschouwingen of vervolgen op eerder gepubliceerde artikelen. Verschillende VIP's krijgen in Sagittarius een "continuing story". In die eerste jaargang is Nixon favoriet natuurlijk vanwege de perfect uitgekomen voorspellingen i.v.m. de Watergate-affaire. Twee belangrijke mutaties in het auteursbestand moeten we nog vermelden. In de loop van de eerste jaargang houdt Wim van Dam ermee op, hetgeen voor Sagittarius een verlies betekent. Maar degeen die zijn opvolger lijkt te worden, gaat veelbelovend van start: Rudolf Smit. Onder de schuilnaam 'observer' publiceert hij vanaf het januarinummer '75 een kritische hap-snaprubriek ("Opmerkingen, nieuwtjes, opinies"), waarin boeken en stromingen op astrologisch terrein scherp worden beoordeeld. Veelbelovend, maar die belofte wordt slechts gedeeltelijk vervuld. Smit levert een aantal artikelen van relatief goede kwaliteit en mede door zijn toedoen wordt de opmaak van Sagittarius wat evenwichtiger. Helaas ontstaan er redactionele problemen als Smit begint te schrijven over ethische aspecten van de astrologische praktijk. Hij zet kritische vraagtekens bij het doen van 'harde' voorspellingen. Hoofdredacteur Gieles schrijft een 'antwoord' op Smit's redeneringen, Smit 'antwoordt' daar weer op en zo ontstaat een web van misverstanden over en weer. De ruzie krijgt een wat onverkwikkelijk karakter als ook andere medewerkers in de pen klimmen. De lezer volgt alles op de voet, en het is de vraag of hij er mee gediend is. Rudolf Smit zal het laatste woord hebben. In februari '76 verschijnt van hem een definitief antwoord en dat was dat. Smit af. Series over astronomische hemelfenomenen en de ziener Nostradamus sterven een wat voortijdige dood. Intussen is Sagittarius gedurende z'n eerste jaargang flink gegroeid. De tweede (1975) is evenwichtig, afwisselend, aantrekkelijk geïllustreerd en bevat waardevolle informatie voor de astrologiebeoefenaar. Gieles heeft de rubriek 'Bezwaren' geadopteerd van Van Dam en maakt er een arena van. Alle mogelijke tegenstanders worden met kennelijk genoegen in de pan gehakt. Voor de vrolijke - en soms komische noot zorgt hij met de serie 'Vrouwen partner', begonnen in oktober '74 o. Daarin wordt steeds een 'vrouwtje' opgevoerd dat, samen met haar echtgenoot, de tegenstellingen van opponerende zodiaktekens uitbeeldt. De serie loopt met onderbrekingen door tot in '79, duikt nog één keer onverwacht op in '81 (met de verbijsterende openingszin: "We zullen haar Beatrix noemen en hem Haraid"), en wordt vervangen door het veel nuchterder geschreven "De Vrouw in de astrologie". Hetgeen sommige lezers betreurd zullen hebben. 1975 is ook de eerste jaargang waarin iedere maand het betreffende dierenriemteken besproken wordt. Gieles benut hiermee de kans, zijn enorme kennis op een enigszins systematische manier te spuien, daarin tijdelijk bijgestaan door mw. F. Ridky, die in wat poëtische stijl haar visie op de tekens ventileert. Ook andere gastschrijvers timmeren druk aan de weg. Er verschijnen teksten van J. Wesselius, De Joker en J.C. Hollander, die af en toe van een twijfelachtige kwaliteit zijn. De laatstgenoemde krijgt de redactie zo ver dat die een experimentele serie van hem opneemt, waarin hij maandelijks het weer voorspelt. Helaas klopt er weinig van; na een paar afleveringen verdwijnt de reeks uit het gezicht. DE DERDE JAARGANG In 1975 heeft Sagittarius zich geprofileerd als een redelijk toegankelijk astrologisch tijdschrift, gericht op de serieuze beoefenaar. De astrologie wordt vooral technisch en praktisch benaderd. Filosofisch-theoretische beschouwingen zijn voor zover aanwezig, helaas onder de maat, uitgezonderd misschien de diepgravende teksten van Smit, maar die verdwijnt, zoals we al vertelden. Waarmee de jaargang '76 begint. Het' januarinummer van '76 verschijnt niet, omdat de redactieburelen verhuizen naar wat een definitief Sagittarius-hoofdkwartier zal zijn: Laan van Meerdervoort 944, tevens in Den Haag. 1976 staat, wat Sagittarius betreft, deels in het teken van Bok en Jerome. De serie 'Bezwaren' loopt witgloeiend aan, en' de overmoedige' professoren worden eindeloos met tegenaanvallen bestookt. Ook andere opponenten krijgen de storm van voren. De redactie gaat zelfs zover hen met persoonlijke brieven uit te dagen, maar helaas wordt er niet op gereageerd. Aan de uiterlijke opmaak wordt wederom gesleuteld. Er komt een nieuw omslagontwerp, en lange teksten worden d.m.v. piepkleine lettertjes tot hanteerbare lappen gecomprimeerd. Opvallend zijn verder de schitterende illustraties van Hermine Müller. Speciaal voor dit tijdschrift heeft zij de dierenriemtekens elk in een fraaie afbeelding samengevat. Met deze 'eigen' plaatjes wordt het blad zeker herkenbaarder voor zover het dat al niet was door de tamelijk grote hoeveelheid voorspellingen over bekende figuren, die uit beginnen te komen. Willy Brandt stapt gehoorzaam op het door Gieles voorzegde moment af. Nixon wordt schuldig bevonden. De horoscoop van Prins Bernhard en Henry Kissinger leveren al evenzeer rake uitspraken op - wat wil men nog meer? Erkenning, natuurlijk. En liefst in de pers. jammer alleen dat die pers uiterst wispelturig en onberekenbaar is. Begin 1976 wordt grote opschudding veroorzaakt door een artikel van de journalist Henk Ruigrok in een landelijk dagblad. Gieles en z'n medewerkers worden genadeloos getackled. In het blad Sagittarius en in de brieven rubriek van het AD breekt een storm van verontwaardiging los. Gieles reageert op de hem kenmerkende wijze: hij berekent Ruikroks horoscoop nog eens en pluist die haarfijn uit. Ruigrok wordt publiekelijk ontleed en blijkt enige tijd later door zijn krant te zijn ontslagen. In Sagittariuskringen wordt hoopvol gespeculeerd dat hij dat aan z'n sarcastische artikel te danken heeft. Een andere veronderstelling is, dat een rancuneuze Rudolf Smit achter de schermen een vinger in de pap had. Een belangrijke nieuwe serie is in 1976 de "Rubriek Vaste Sterren" geworden, die tot in 1979 zal doorlopen. Nieuwe auters zijn een zekere Tseen Lang, die de Observerrubriek overneemt, en, later in het jaar, Aldebaran. De laatstgenoemde blijkt een tamelijk goede stilist, en zal in de volgende jaren het blad met goede lectuur verrijken. Het jaar 1977 vertoont overeenkomsten met 1975. Sagittarius blijkt nog weinig veranderd. Hetzelfde geldt trouwens voor het abonneebestand. Er is wel enige groei, maar veel te weinig. Anderzijds blijken geabonneerde lezers erg trouw aan het tijdschrift. Dat blijkt wel als in de loop van het jaar "De Vriendenkring Sagittarius" wordt opgericht. Dit is een soort vereniging van lezers die het blad financieel steunen en daar zelf baat bij hebben vanwege de kortingen die hen verleend worden op boeken, jaargangen, tabellen, horoscopen enz. Nieuwe schrijvers: Pollux (die in latere jaargangen zijn ware naam zal voeren), Elizabeth van Ammers, G.J. Verheijen. De laatstgenoemde auteur begint een serie 'Parapsycho1ohie' die het nog jaren zal volhouden. Aldebaran zet eveneens een lange serie op, over Astrologie en Kruidenleer. De jaargang '78 verschilt in uiterlijk van de voorgaande. De bladzijden worden nu direct twee aan twee op A3-vellen gedrukt. En in oktober wordt ter gelegenheid van het vijfjarig jubileum de vertrouwde 'gele' omslag vervangen door een blauwe. Deze kaft, ontworpen door dhr. van der Linden, zal het 'handelsmerk' worden in de komende vier jaren. Het jubileumnummer wordt tevens in een andere 'zakelijker' letter gezet, met behulp van een composer. Het jaar '79 wordt door sommige lezers beschouwd als een dieptepunt ten opzichte van andere jaargangen. Waar dat aan ligt, is moeilijk te zeggen. Feit is, dat de nummers er op een of andere manier wat onaantrekkelijk uitzien; de geijkte illustraties lijken minder goed bij de IBM-letter te passen. In september verandert dat weer; de redactie kan zich een eigen composer permitteren en dat is direct te zien. Andere oorzaak voor de mineurstemming is ongetwijfeld een aantal sterfgevallen. De heer van der Linden overlijdt, dr. Meganck en W. Koppejan worden herdacht en in Gieles' eigen familie overlijdt iemand. Nieuwe gezichten zijn Johan Ligteneigen, wiens in '78 geopende serie 'Lessen voor Beginners' in dit jaar goed warm draait, W. Rietman die in december '79 een nieuwe serie over Nostradamus begint, en Tanahsulah, die met z'n rubriek 'Zwart op Wit' voor interne twijfels zal zorgen. TACHTIGER JAREN Na 1979 krijgt Sagittarius een zuchtje in de zeilen, dat heel geleidelijk zal aangroeien tot een behoorlijke wind. De inhoud wordt opeens gevarieerder. En het uiterlijk verandert opvallend, door de overstap op een 3-koloms lay-out. Alleen het februarinummer lijkt wat onder de maat - omdat het helemaal blauw is gedrukt. Een laatste symptoom van problemen met drukkers. Daarna dient zich Fred van Essen aan als de opvolger van dhr. van der Linden. P.J. Dijkstra begint zijn 'Topografische Astrologie', W. Rietman forceert enige vrolijkheid met 'Vallen en Opstaan'. E. van Ammers geeft een complete cursus over astrologische correspondenties in de muziekleer. Maar de belangrijkste serie van Gieles zelf: De Wereldsituatie, eerst nog wat onheilspellend 'Wereld in Gevaar' genaamd. Hoewel die titel later verandert, blijft de sfeer van de reeks altijd een dreigend tintje houden. Een opmerkelijke redactionele ommezwaai manifestert zich in het juninummer: daar worden voor het eerst onvervalste maandvoorspellingen in gepubliceerd. De redactie is gezwicht voor de commerciële noodzaak om nieuwe lezers te verleiden met 'lokkertjes'. De reacties zijn verdeeld. Trouwe lezers protesteren (hoewel zwakjes),. en gelegenheidslezers slikken alles zwijgend. De grootste twijfels leven waarschijnlijk binnen de redactie zelf. De serie is tot nu toe door 3 verschillende auteurs waargenomen. Maar de reeks handhaaft zich, omdat het inderdaad het· abonneebestand lijkt te doen toenemen. De . jaargangen 80-82 worden verder gekenmerkt door een aantal 'onafgemaakte series'. De rubriek Natuurgeneeswijzen houdt het, zonder te overtuigen, slechts een paar maanden vol. 'Zwart - öp Wit' wordt afgekapt, vanwege het ontbreken van enig verband met astrologie of verwante gebieden. 'Reïncarnatie' blijft abrupt steken. 'Auguris' lijkt veel belovend, maar komt niet verder dan één aflevering. 'Homeopathie' verzandt, en wordt pas een jaar later opnieuw door een andere schrijver opgezet, enzovoort. Dit zijn jaren van experimenteren, zowel met de inhoud als met de opmaak. En de experimenten leveren óók positieve resultaten op. In '82 worden geleidelijk meer foto's gebruikt i.p.v. de langzamerhand overbekende oude prenten. Een goede nieuwe auteur is Susan Huis, met haar 'Astrologische overpeinzingen'. Sagittarius groeit opnieuw, naar een nieuwe gedaante. In september '82 wordt de tegenwoordige versie van het blad 'verwekt', Er zal een geheel nieuwe omslag moeten komen, het aantal verkooppunten zal (met de Bruna-keten) sterk uitgebreid worden - en Sagittarius zal met ingang van januari 1983 tweemaandelijks verschijnen. En hoewel over de voorgenomen veranderingen intern eerst nog meningsverschillen bestaan, blijkt de uiteindelijke vorm een succes. De nieuwe, professioneel geproduceerde omslag wordt uitstekend ontvangen. De lagere frequentie van verschijnen lijkt weinig moeilijkheden op te leveren. En tenslotte wordt, na een peiling onder de lezers, de inhoud steeds meer uitsluitend op de astrologie afgestemd. Voeg daarbij een andermaal sterk verbeterde lay-óut (o.a. door aanschaf van eigen fotorepro-apparatuur), kwalitatief uitstekende artikelen en zeker ook het van de 'markt' verdwijnen van de eeuwige concurrent 'Toekomst' - en het zal de lezer duidelijk zijn dat het tijdschrift in de lift zit. Het aantal abonnees is sedert '79 verdubbeld, evenals het aantal los verkochte nummers. Het 15-jarig jubileum van Sagittarius Op 19 november 1988 werd op feestelijke wijze gevierd dat het blad Sagittarius 15 jaar bestond. Dit werd gevierd in het Atlantic Hotel te Kijkduin, niet al te ver van de Laan van Meerdervoort, vanwaar je meestal binnen 15 minuten aan het strand kon zijn. Jarenlang was dit dan ook mijn geliefde plekje om even uit te waaien na de inspanningen voor het blad of de lessen. Hieronder volgt de eigen impressie van de heer Gieles over deze gebeurtenis. " HARTELIJK DANK ... voor de enorme belangstelling bij het feest van ons tijdschrift "Sagittarius". Ik had nooit gedacht en verwacht dat het zo veel reacties zou geven. Men kwam uit de meest onverwachte hoeken van Nederland en België. Mensen, van wie ik in 25 jaar niets meer gehoord had, waren nu van de partij. Vele bloemstukken en planten van cliënten, abonnees en goede vrienden werden aan onze voordeur afgeleverd. En dan nog maar niet te spreken over de ongelooflijk lieve en hartelijke brieven en telegrammen. Het was gewoon ontroerend. Op 19 november jJ realiseerde ik mij voor wie wij het tijdschrift met alle krachtinspanningen gedurende 15 jaar overeind hebben gehouden. Hartelijk dank ... FEEST Meer dan 250 mensen mocht ik op 19 november
begroeten, en dan te weten dat de weerberichten sneeuwen gladheid
voorspelden. De dag werd echter onvergetelijk. Mijn zoon John, die tot
ceremoniemeester was gebombardeerd, deed het werkelijk voortreffelijk. De
zaal was leuk en gezellig ingericht en werd nog eens extra opgesierd met
een uniek te noemen "astrologische bazaar". Dat moest een hele
voorbereiding gegeven hebben. Alles was voor mij een complete verrassing,
want ik was voordien met verlof het bos ingestuurd. Ik moest uit pure
armoede bij mijn schoondochter om asiel vragen. Ze vonden het nog leuk ook
en ik was blij toe. Pas op zaterdagmorgen vertrokken we naar
het prachtig gelegen Atlantic Hotel, waar we uitstekend verzorgd werden.
De hulp en inzet die deze mensen aan de organisatoren van ons feest
verleenden, waren enorm. Niets was hen teveel. Fred ben ik dankbaar voor de schitterende geluidsapparatuur die hij met zijn helper ter beschikking gesteld had. Ik was uit het veld geslagen en brabbelde maar wat, want dankbaarheid kun je niet onder woorden brengen. Wat ik wel zag was dat Monique en haar helpers allemaal een beetje witjes om hun neuzen waren van de enorme inspanning om alles op tijd op poten te krijgen. Maar ik moet zeggen dat alles, maar dan ook alles geolied gelopen is. MARCHA Nadat ik vijf horoscopen van aanwezigen
behandeld had, zou Marcha optreden. Toen stond ik helemaal perplex. Niet
alleen zingend maar ook als conferencier wist zij de hele club in haar ban
te krijgen. De geluidsinstallatie, die Fred eventjes voor het slagen van
het feest opgebouwd had, was van uitzonderlijke kwaliteit. Deze technicus
wist wat Marcha nodig had om er het juiste cachet aan te geven. Maar ik
stond gewoon paf op welke wijze zij de mensen wist te boeien. Het was zo
fris van de lever, zo lekker ongedwongen, dat de vermoeidheid en
spanningen van allen die er aan meegewerkt hadden en bij mijzelf als bij
toverslag verdween. Zij en haar Jan van Ingen kan ik niet genoeg danken,
want het was meer dan geweldig. RESUME Mijn dankbaarheid gaat op de allereerste
plaats uit naar diegenen zich ingezet hebben om van deze dag een
onvergetelijk feest te maken. Graag bedank ik ook al diegenen die ondanks
het slechte weer, op ons feest kwamen en daarbij niet te vergeten: onze
Belgische vrienden. Verder dank ik ook diegenen die mij via brieven en
kaarten zoveel liefs en moois toegewenst hebben. Mijn lof spreek uit over
de koks en medewerkers het Atlantic Hotel voor het smakelijk buffet, wat
mij in de avond nog aangeboden werd. En last but not least zou ik de band
Musette willen bedanken, die uitstekende en gepaste muziek ten gehore
bracht, zeer muzikaal waren en op een eigen wijze in staat waren steeds
alle beentjes van de vloer te houden. De keuze van goede band voor een
dergelijke avond is niet eenvoudig,
maar zij ovetroffen aller verwachtingen. Het
was een mooie, fijne en onvergetelijke dag. Hoe het blad Sagittarius in het algemeen "ter wereld" kwam Onderstaande tekst is overgenomen uit de uitgave "10-jaar Sagittarius", een special ter gelegenheid van het 10-jarige bestaan van het blad Sagittarius. " Het is misschien wel aardig om te weten wat er allemaal voor komt kijken voordat "Sagittarius" In de winkel of op uw deurmat ligt. De gemiddelde lezer staat er niet zo bij stil wat er zoal moet gebeuren voordat het blad kant en klaar is. Want oh, het kunnen soms "zware bevallingen" zijn. Het maken van de tekst Meestal komen de "vaste
vrijwilligers" 's morgens tussen 9 en half tien binnen. Onze
"baas" is dan nog niet zo aanspreekbaar; het enige wat hij wil
Is koffie. Dan gaan de "tikpoezen" aan het werk, onderschat dat karwei niet. We beschikken sinds een aantal jaren gelukkig over een tekstverwerker, een typemachine met een "geheugen". Soms doet deze machine echter dingen op eigen houtje en is dan flink In de war. Wij daardoor ook. Zeker last van een retrograde Mercurius? Of staat Uranus verkeerd? Bij een van de laatste nummers die vorig jaar uitkwam, vertoonde de tekstverwerker weer eens van zin eigenwijze kuren. De monteur kwam dagelijks op bezoek om naar dat "enfant terrible" te kijken. Hij kon inmiddels als een van de vaste medewerkers gerekend worden. Toen ons echter de wanhoop nabij was en het typeschema overschreden werd, heeft het "enfant terrible" zijn leven verbeterd en doet hij het tot nu toe zonder haperen. Toen een van de typistes In verwachting was, kreeg zij bij elk piepje die de machine geeft bij het eind van een regel, een schop van hoor ongeboren zoon. Kennelijk hield de baby niet van het geluid. Toch heeft hij er niets van gekregen, want hij ligt nu lief op de grond te spelen terwijl zijn moeder, nu weer slank, zit te typen. Als alles getypt is en vastgelegd In het geheugen van de machine, wordt "het geheel nog eens op typefouten gecorrigeerd. Als laatste typegang staat de machine enige dagen kolommen uit te "spuwen". Het maken van de lay-out Dan volgt er een spannend weekend, het zgn. Iay-out-weekend. Wim Rietman komt dan uit Ter Aar (Drenthe) naar ons toegereisd. Hij begint eerst overleg te plegen met de hoofdredacteur, dan gaat hij de lappen tekst sorteren, bijpassende plaatjes en foto's zoeken, de indeling maken van de artikelen, knippen, plakken, (gelukkig heeft hij de kleuterschool doorlopen) kopletters zetten, rasteren en verkleinen van foto's, inmonteren, enz. enz.
Het drukken van de bladzijden
Nadat alle pagina's gedrukt zijn, komt het
afwerken aan de beurt. Dit houdt in: alle pagina 's op volgorde vergaren.
vouwen en nieten. Vele jaren werd dit karwei met de hand gedaan behalve
dan het vergaren. daar hebben we een vergaarmachine voor. Eén
keer heeft de vergaarmachine gezegd: "Doe het zelf maar". Dat
deden we dan ook - met tien man rond de tafel, elke keer een blaadje
oppakkend. Als we het snel deden, werden we er duizelig van. De verzending Last but not least komt dan de verzending van de nummers voor de abonnees. Alle hoesjes worden met de hand erom heen geplakt, gesorteerd op postcode en in bundels gepakt voor de PTT. Als dat achter de rug is, alles snel wegbrengen naar het postkantoor, waar gecontroleerd wordt of we alles volgens de regels hebben gebundeld. We slaken allemaal een zucht van verlichting (temeer omdat dhr. Gieles dan ook minder gespannen is, want er kan toch altijd van alles misgaan, is zijn mening). We zijn allen zeer voldaan dat het weer gelukt is; daar drinken we dan wat op. We nemen even rust en...beginnen dan weer opnieuw met de volgende editie! " Zo is het jarenlang gegaan, beste lezer. Ik nam er aktief aan deel in de periode 1978 - 1983 en wij maakten enorme werkdagen (werknachten) naast de gewone dagtaak die iedereen ook nog eens had. Beluister of download HIER het 6 minuten durende geluidsfragment van een les uit 1978. > Dit is deel-1 >Naar deel-2 > Ga naar deel-3 >Ga naar deel-4 over het leven en werk van J.B. Gieles
© J. Ligteneigen,bijgewerkt 23 sept. 2007 |
|
|
______________________________________________ Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on: 01/07/2023 |
|