Klassieke Astrologie - Deel-2
Geschiedenis: de eigenlijke Hellenistische astrologen

 

Menu Klassieke
Astrologie

 

Home-pagina
Klassieke Astrologie

 

 

 

 

 

 

 

 

Klassiek > Geschiedenis > Grieken > grieken2.html

 

 

Geschiedenis: de eigenlijke Hellenistische astrologen

 

De geschiedenis van de Griekse- en Romeinse astrologie beschrijven is haast een onbegonnen karwei, gezien de omvang van de historie en de beperkte tijd om deze artikelen te schrijven. Het belang om kennis te nemen van het gigantische reservoir aan kennis dat de Ouden ons nagelaten, is echter erg groot. Vrijwel het gehele hedendaagse gebruik van de traditionele en klassieke astrologie is aan de Griekse- en de Romeinse astrologische auteurs te danken. 

 

Bij het onderzoek en het lezen van de omvangrijke historie en vele andere astrologische werken van  bijvoorbeeld Dorotheus uit Sidon, Ptolemeus, Firmicus Maternus, Vettius Valens, Paulus uit Alexandrië,  Rhetorius en Antiochus uit Athene, om er maar enkele te noemen, ging ook voor mij persoonlijk in de afgelopen zes jaar een nieuwe wereld open. 

 

Tot op 2008 kende ik min of meer alleen de Tetrabiblos van Ptolemeus en de Astronomica van Manilius. De werken zijn inhoudelijk zeer goed en geven veel kennis en inzicht. In mijn vervolgstudie tussen 2008 en heden heb ik echter nog zeer veel andere werken intensief bestudeerd en die studie heeft geresulteerd tot twee monumentale boekwerken in de Nederlandse taal over de Klassieke Astrologie. Het basisboek van zes honderd bladzijden met alle uitgangspunten en een vervolgboek van ruim 500 bladzijden over de voorspelmethoden die de Ouden zeker ook hanteerden. 

 

Voor de complete set van aanbevolen Nederlandstalige Klassieke boeken: zie onderaan deze pagina.

 

Inhoud van deze webpagina:

 

Introductie: De eigenlijke astrologen.

Aratus uit Soli (315 -240 of 239 voor Chr.).

Nechepso en Petosiris (ca. 2e eeuw voor Chr.).

Marcus Manilius (ca. 1e eeuw voor Chr.).

Critodemus (ca. 1e eeuw na Chr.).

Anubio (ca. 1e eeuw na Chr.).

Dorotheus uit Sidon (ca. 1e eeuw na Chr.).

Teucer uit Babylon (ca. 1e eeuw na Chr.).

Antiochus uit Athene (ca. 2e eeuw na Chr.).

Manetho (ca. 2e eeuw na Chr.).

Vettius Valens (2e eeuw na Chr.).

Claudius Ptolemeus (2e eeuw na Chr.).

Julius Firmicus Maternus (3e en 4e eeuw na Chr.).
Porphyrius (3e eeuw na Chr.).

Anonieme schrijver uit 379 na Chr. (4e eeuw na Chr.).

Paulus uit Alexandrië (eind 4e eeuw na Chr.).

Xx.

 

 

 

 

© Johan Ligteneigen - Februari / Maart 2020.

 

 

 

 

 

 

 

Inleiding

 

 

De eigenlijke astrologen     

 

De tijdlijn hieronder toont enkele van de belangrijkste astrologen uit de Hellenistische periode.

 

 

In de figuur hierboven ziet u een eenvoudige tijdlijn uit de Hellenistische periode, die ongeveer begon in het jaar 100 voor Chr. en die eindigde zo rond de 5e eeuw na Chr. De meeste veronderstellingen van de mensen die de oude werken hebben vertaald, gaan er van uit dat de astrologie zich in een zeer korte tijdsperiode heeft ontwikkeld en dat die periode ongeveer begon in de eerste eeuw v. Chr. zonder hier nu al te precies te willen zijn. Met een “korte tijd” bedoelt men dan ongeveer 100 jaar. Daarna had de astrologie zijn uitgangspunten gekregen, waren er diverse modellen opgezet en begon men daadwerkelijk op praktische wijze ermee te werken. Verderop zult u de verwijzingen tegenkomen van Hellenistische auteurs die hun boeken publiceerden en die van vele voorbeelden waren voorzien, zodat wij kunnen spreken van een zeer snel ontwikkelde leer, zodat het leek alsof die als het ware in één keer was “uitgevonden”.  

Hieronder treft een chronologisch overzicht aan van de Hellenistische astrologen die met hun werken het astrologisch denken hebben beïnvloed. Sommige astrologen hebben een vrijwel oneindig grote invloed uitgeoefend, zoals Ptolemeus: zijn astronomische modellen, maar ook astrologische uitgangspunten hielden stand tot zeker aan de 16e eeuw. De ontwikkelingen in de astronomie en de nauwkeurige astronomische waarnemingen hebben Ptolemeus ingehaald vanaf de 16e eeuw. Zijn astrologische invloed werkte door tot in de 20e eeuw, maar die is daarna overschaduwd door de werken van andere Hellenistische astrologen, zoals Vettius Valens, Firmicus Maternus en Dorotheus uit Sidon. Die "nieuwe" werken kwamen tot stand door vertalingen uit het Grieks en Latijn door moderne onderzoeksstudenten en -astrologen die de beschikking kregen over kopieën van die oude werken. Eind jaren 90 van de vorige eeuw is er een grote hoeveelheid klassieke astrologische boeken vertaald naar het Engels door de groep Hindsight in Amerika, maar ook vele andere astrologische onderzoekers hebben op "eigen kracht" andere waardevolle boeken weten te vertalen. In dat verband mag Benjamin Dykes zeker niet worden overgeslagen, hij heeft meer dan een dozijn boeken uitgegeven, vertalingen en bewerkingen van boeken uit de Hellenistische en Middeleeuwse periode, met name uit de Arabische periode.

Het kan niet genoeg worden benadrukt dat het belang van deze klassieke werken onmetelijk groot is, dit lijkt op zo'n moderne superlatief, zoals influencers die tegenwoordig toepassen op hun YouTube kanalen waarin ze allerlei producten aanprijzen. Maar u kent mij wel langer: sinds ik het Astrologisch Magazine, Zaniah begon uit te geven in 2008, heb ik altijd bijzonder veel aandacht besteed aan de klassieke astrologie, zonder de één of de ander te bevoordelen. Het is nu eenmaal de basis van onze moderne astrologie, daar kan geen mens omheen, dat valt nooit te ontkennen. Maar men is weggedreven van die basis, onomstotelijk weggedreven en dat is bijzonder jammer en dan druk ik mij nog netjes uit.

Goed, laat ik dan maar ergens beginnen en zo ga ik langzaam verder met het overzicht van auteurs, ik bespreek ook hun belangrijkste werken en bij bepaalde werken kunt u zelfs een boekbespreking aantreffen in de hoop dat u het boek ooit nog eens gaat aanschaffen voor verdere studie.

Geraadpleegde bronnen zijn o.a.: de "Mathesis", vertaald door Jean Rhys Bram, een overzicht door de groep Hindsight op het internet en het boek "A History of Horoscopic Astrology" door James Holden. De meeste bestaande overzichten zijn alfabetisch op naam van de astroloog gemaakt, in dit geval heb ik gepoogd om een tijdlijn op te zetten, zodat u kunt zien wie de "oudsten" zijn in de geschiedenis en welke namen daarna volgden. Het wordt dan ook duidelijker welke astrologen materiaal gebruikten van hun voorgangers, maar het is niet per sé zo dat elke astroloog materiaal gebruikte van zijn voorganger(s). Voor sommige namen is het tot op heden onduidelijk in welke periode ze precies geleefd hebben, maar ik heb gepoogd de meest realistische inschatting te maken op basis van verwijzingen in documenten van andere astrologen. Het huidige overzicht betreft astrologen, van wie het overgeleverde materiaal gedeeltelijk of bijna geheel intact is gebleven, omdat het anders weer een te lang overzicht zou worden. 

 

+++++
+++
+

Aratus uit Soli (315 -240 of 239 voor Chr.)  

Aratus was een dichter en werkte voor het hof van Antigonus Canatas. Hij schreef de Phainomena in dichtvorm, een instructioneel gedicht over de sterren en constellaties naar aanleiding van een eerdere beschrijving onder dezelfde naam van Eudoxus (4e eeuw voor Chr.). Het dichterlijke werk werd zeer vele malen vertaald en in dichtvorm in het Latijn uitgegeven door Cicero, Ovidius, Germanicus en keizer Gordian-I en later nog door diverse andere schrijvers/dichters, maar niemand kan tippen aan de virtuositeit van Aratus. Het werk van Aratus werd o.a. uitgegeven als "Phaenomena", translated with an introduction and notes by Aaran Poochigian, The Johns Hopkins University Press, Baltimore, 2010. Het is een schitterend werk waarin de dichtregels zoveel mogelijk zijn benaderd in het Engels, wat al zeer bijzonder is. Het geeft erg veel inzicht over de individuele sterren maar ook over de afzonderlijke constellaties. Aratus wordt vermeld door Maternus in Boek-8. De beschrijvingen van Aratus werden door Hipparchus (2e eeuw voor Chr.) onderzocht en nagemeten aan de hemel, waar hij merkte dat alle posities van de sterren verschoven waren met eenzelfde hoeveelheid graden. Hiermee had Hipparchus de precessie van de aardas vastgesteld. Hipparchus wordt weer vaak genoemd door Ptolemeus in diens "Almagest", ofwel de "Syntaxis", de astronomische onderlegger van de Tetrabiblos.

+++
+

Nechepso en Petosiris (ca. 2e eeuw voor Chr.)  

De meeste verwijzingen in de geschriften van de Hellenistische astrologen gaan naar de "goddelijke" Nechepso en Petosiris. Het wordt aangenomen dat Nechepso een Egyptische koning was en Petosiris een priester die leefden in de tijd van Ramses II. Volgens de meeste neo-platinisten (o.a. Porphyrius, Proclus) waren de geschriften van Petosiris en Nechepso de oudste Egyptische op het gebied van astrologie, maar zeer waarschijnlijk zijn ze rond 150 voor Chr. geschreven, maar dan door anderen. Vettius Valens beschouwt ze als een soort van "stichters van de astrologie" en ze worden door hem zeer veelvuldig genoemd in de Anthology. Ook worden beiden genoemd door de astroloog Thrasyllus in het begin van de 1e eeuw na Chr., dus het is aannemelijk dat de teksten van Nechepso en Petosiris al vóór het begin van de jaartelling geopenbaard zijn. Firmicus Maternus noemt beiden ook vaak in zijn boek "Mathesis". Voor wie Grieks en Latijns beheersen, kan ik u verwijzen naar "Nechepsonis et Petosiri-dis fragmenta", uitgegeven door Ernst Ries in Philologus, Supplement 6, 1891-1893. Het is vrij verkrijgbaar in PDF-formaat op het internet.

+++
+

Marcus Manilius (ca. 1e eeuw voor Chr.)  

Marcus Manilius publiceert het meesterwerk, de "Astronomica". Dit werk werd ter ere van keizer Augustus gemaakt. Waarschijnlijk werd al in 45 voor Chr. begonnen met dit grote werk wat hij voltooide enkele jaren na de dood van keizer Augustus in het jaar 14 na Chr.). Dit is een van de weinige werken die in het Romeins zijn geschreven, een grote uitzondering, want bijna alles verscheen in het Grieks. De "Astronomica" is een van de oudste uitgebreide verhandelingen over astrologie. Manilius beschrijft astronomische verschijnselen en de tekens van de zodiak. Hij geeft ook geestige karakterbeschrijvingen van personen die onder bepaalde zodiaktekens geboren zijn. Een uitgebreide boekbeschrijving vindt u terug in volume-1 van mijn boek. "Klassieke Astrologie, Basisboek, Hellenistische periode". Het werk van Manilius was blijkbaar niet erg populair en waarschijnlijk is Maternus een van de weinige astrologen die dit boek (of een deel ervan) hebben gelezen, want hij parafraseert enkele opmerkingen van Manilius over de vaste sterren in boek-8 van de Mathesis. Ik heb een zeer uitgebreide boekbespreking gedaan in een van de eerste afleveringen van mijn E-magazine, Zaniah.


+++
+

Critodemus (ca. 1e eeuw na Chr.)  

Over Critodemus is niet erg veel bekend. Hij wordt veelvuldig geciteerd door Vettius Valens in de Anthology. Hij wordt ook in verband gebracht met een methode om de lengte van het leven te bepalen. Hephaistio noemt ook vaak Critodemus in zijn Apotelesmatika, vooral in aforismen die te maken hebben met een kort leven. Critodemus zou geleefd hebben in een periode tussen de eerste eeuw voor Chr. en de eerste eeuw na Chr. Hiermee is hij dus ook een van de allereerste Hellenistische astrologen wiens geschriften deels bekend zijn via de verwijzingen van anderen. Plinius voltooide zijn grote boek Historia Naturalis in het jaar 77 na Chr. en hij noemde Critodemus ook regelmatig, dus het is zeker dat Critodemus vóór het jaar 77 na Chr. geleefd heeft.

Door Valens wordt hij regelmatig genoemd, zoals in boek-3. Valens noemt hem ook in verband met diens werk "Horasis" en hij geeft zeer hoog van hem op, maar noemt diens werk vaak bombastisch en geheimzinnig, maar die termen gebruikt Valens veelvuldig in de Anthology als hij refereert naar Hermes Trismegistos of Nechepso en Petorisis en andere Ouden die een bijna mythische status hebben. Ook door Maternus wordt Critodemus genoemd, zoals in de inleiding tot boek-4, waarin hij ook weer in één adem wordt genoemd met Nechepso-Petosiris, Abram en Orpheus. Critodemus schreef ook een werk "Pinax", ofwel "tabel", waarin teksten voorkomen met betrekking tot de lengte van het leven, zoals: "… als de Lichten in de laatste graden van de tekens staan, dan geven deze personen aan die kort leven; als de Maan met een van de noden staat en geaspecteerd door de Zon of Mars, dan geeft dit personen aan die kort leven…".

+++
+

Anubio (ca. 1e eeuw na Chr.)  

Anubio wordt met Aesculapius en Nechepso-Petosiris en Hermes vaak genoemd als de grondleggers van de astrologie, meestal in figuurlijke zin, omdat het harde bewijs daartoe ontbreekt. Maternus noemt hem in het voorwoord van Boek-4, maar ook Antiochus vermeldt hem, alsmede Porphyrius dat doet.

Er is weinig overgebleven van het werk van Anubio, slechts enkele fragmenten of uittreksels, zoals een tekst die letterlijk wordt geciteerd door Rhetorius, hoofdstuk-82 over acties en beroep, wanneer hij schrijft: "… het gezegde van Anubio gaat als volgt…. voor acties kijk ik eerst naar lichamelijke verwondingen, want als dit zo is, gaat er geen geweldige en geen gelukkige invloed uit op vaardigheden … en dat het eerst nodig is om het toepasselijke onderwerp van verwonding uit te zoeken, zoals de jicht van een atleet of de jicht aan de handen van een schoenmaker of de blindheid van een kledinghersteller..". Ook worden er parafrasen genoemd over de uitwerking van invloeden van planeten die aspecten met elkaar maken die mogelijk ook in het werk van Maternus, boek-6 terecht zijn gekomen.

+++
+

Dorotheus uit Sidon (ca. 1e eeuw na Chr.)    

Dorotheus van Sidon is een van de belangrijkste astrologische auteurs uit de Hellenistische periode en qua invloed zeker vergelijkbaar met Ptolemeus. Dorotheus leefde ongeveer 100 jaar vóór de tijd van Ptolemeus en is door zeer vele latere astrologen uit de klassieke periode aangehaald, zoals Firmicus Maternus, Hephaistio uit Thebe, Manetho, Anubio en de welbekende Rhetorius. In de latere "Arabische Periode" (8e tot 12e eeuw) hebben vele astrologen zich ook op het werk van Dorotheus gestort.

Dorotheus' boek (Pentateuch - de vijf boeken) is in de oorspronkelijke Griekse taal niet meer beschikbaar, echter in de 4e eeuw na Chr. werd het vertaald in het Pahlavi, een Perzische taal. Later werd dit boek vanuit het Pahlavi weer vertaald naar het Arabisch door Umar al-Tabari aan het begin van de 9e eeuw. De onderzoeker David Pingree heeft het Arabische boek vertaald naar het Engels en het werd voor het eerst gepubliceerd in 1976 met een herdruk in 2005.

Van het werk van Dorotheus heb ik een zeer grote boekbespreking geschreven en die is geplaatst op deze website. Ik kan u deze bespreking van harte aanbevelen. Uiteraard is het toch het beste als u deze werken in de Engelse taal aanschaft. In 2017 kwam een superieure vertaling uit van Bejamin N. Dykes onder "Carmen Astrologicum, the Umar al-Tabari Translation", The Cazimi Press, Minneapolis (MI). Dit is en sterk verbeterde versie van de uitgave van Pingree.


+++
+

Teucer uit Babylon (ca. 1e eeuw na Chr.)   

Teucer was vermoedelijk een inwoner van Babylon in Egypte, dat was vroeger een militaire post even buiten Caïro, niet te verwarren dus met Babylon als stad in het land van Eufraat en Tigris.

Hij heeft een uitgebreide beschrijving gemaakt van de aard van de planeten en de zodiaktekens en deze beschrijving is door Valens en door Rhetorius gebruikt. Valens noemt Teucer niet bij naam, maar diens beschrijving komt nauw overeen met de teksten van Teucer volgens de onderzoekers van de CCAG No. 7 (CCAG = Catalogus Codicum Astrologorum Graecorum). Het zou hebben kunnen betekenen dat de teksten van Teucer in handen waren gekomen van een andere schrijver en dat Valens het werk van die andere schrijven heeft gebruikt. Behalve de beschrijving van planeten en zodiaktekens heeft Teucer ook beschrijvingen gemaakt van constellaties buiten de 12 zodiakale om, de zogenaamde "Sphaera Barbarica", dit is weer uitgebreid beschreven in het werk van Franz Boll's "Sphaera", uitgegeven in Leipzig in 1903 en waarvan een versie te downloaden is op het internet. Teucers beschrijvingen zijn zeer de moeite van het lezen waard. Een interessante beschrijving hiervan komt u tegen in het boek "Rhetorius The Egyptian" van James Holden.


+++
+

Antiochus uit Athene  (ca. 2e eeuw na Chr.)  

Antiochus is de schrijver van een zeer belangrijke "introductie in de astrologie" dat later door Rhetorius en Porphyrius werd gebruikt. Hij wordt genoemd door firmicus Maternus in Boek-2, hoofdstuk 29 over de antiscia, de spiegelpunten. Een groot aantal versregels die aan Antiochus worden toegeschreven, zijn waarschijnlijk afkomstig van Dorotheus van Sidon. Hij schreef ook de "Treasury", maar ook dit document is verloren gegaan, maar gelukkig zijn grote samenvattingen en uittreksels bewaard gebleven via andere documenten. De eerste 53 hoofdstukken van de Treasury zijn gevonden in het "astrological compendium" van Rhetorius de Egyptenaar. Antiochus scheef een zeer grondige introductie tot de astrologie waarin hij alle technische termen definieert en vervolgens de huizen van de horoskoop bespreekt, maar ook de vele parsen, de tijden van de rijzende tekens en zo verder. De Griekse fragmenten van Antiochus verwijzen naar Nechepso en Petosiris en Hermes Trismegistos en Antiochus zelf wordt weer genoemd door Porphyrius, Maternus en Hephaistio, die overigens beweert dat Antiochus uit Athene kwam. De introductie is uitgegeven als "Antiochus of Athens, The Thesaurus", vertaald door Robert Schmidt, bewerkt door Robert Hand, The Golden Hind Press, Berkeley Springs, WV, (1993).

+++
+

Manetho (ca. 2e eeuw na Chr.)     

Manetho was een astrologisch dichter, net als Manilius die in de eerste jaren van de 2e eeuw schreef onder de naam die doet denken aan een beroemde Egyptische geschiedschrijver Manetho, die leefde tijdens de heerschappij van Ptolemeus-I Soter (367-283 voor Chr.). Het kan heel goed zijn dat de dichter dit pseudoniem aannam om te doen voorkomen dat zijn werk heel oud en van een oorspronkelijke bron kwam.

Hij was in ieder geval de auteur van zes boeken met astrologische dichtvormen onder de titel "Apotelesmatika". In dit werk richt hij zich rechtstreeks tot Koning Ptolemeus, alsof hij een tijdgenoot van hem was. Manetho was behalve een dichter ook een technisch schrijver.

Zijn boek is slechts met enkele fragmenten overgeleverd aan de moderne tijd via een manuscript dat waardevolle uittreksels bevat uit dat werk. Mocht u het Latijn beheersen, dan kunt u dit werk lezen in een vertaling en bewerking door Arminius Köchly in "Manethonis Apotelesmaticorum qui feruntur libri VI", uitgegeven in Leipzig, 1858, ook uitgegeven in recentere tijd.


+++
+

Vettius Valens (2e eeuw na Chr.)  

Valens is met redelijk grote zekerheid geboren op 8 februari in het jaar 120 na Chr. Hij gebruikt zijn eigen horoskoop herhaaldelijk door de Anthology, zoals o.a. in Boek-4, hoofdstuk -11 met betrekking tot de profecties. Hij leefde en werkte in Alexandrië in Egypte, maar hij werd geboren in Turkije. In het boek de Anthologie vindt men herhaaldelijk dezelfde voorbeeldhoroskoop en David Pingree, de grote onderzoeker naar oude geschriften, heeft geconcludeerd dat die vele voorbeeld horoskopen van Vettius Valens moesten zijn. Het is niet ongebruikelijk dat astrologische auteurs hun eigen horoskoop als voorbeeld toepassen, dat ziet men in de moderne tijd, maar ook in de klassieke tijd vindt men dergelijke voorbeelden (Manetho, Hephaistio).

Vettius Valens is een van de meest interessante figuren uit de klassieke periode. Zijn werk, de Anthologie is niet alleen omvangrijk, maar bevat ook een grote hoeveelheid interessante technieken en Valens is regelmatig persoonlijk "aanwezig" in zijn teksten en vertelt iets over zijn leven en zijn astrologische ervaringen. Het gehele boek bevat meer dan 120 voorbeelden, doorgaans met verklarende teksten en dat maakt het geheel erg waardevol voor iedere serieuze student van de klassieke astrologie. In tegenstelling tot zijn tijdgenoot Ptolemeus is de Anthologie doorspekt met praktijkvoorbeelden en dit boek geeft ons een blik in het dagelijks leven van een klassiek astroloog. Vreemd genoeg heeft het werk van Ptolemeus een grotere impact gehad op het astrologisch denken van astrologen in de afgelopen honderden jaren, ondanks dat de Tetrabiblos meer een theoretisch boek is. Dit heeft ook te maken met het feit dat de Anthologie pas relatief laat is "ontdekt" en vertaald. Een ander vreemd fenomeen is dat in het boek van Ptolemeus de "parsen" nauwelijks aandacht krijgen, terwijl dat nu juist één van de horoskoop onderdelen is dat het meest uitgebreid werd beschreven door vrijwel alle andere klassieke astrologen, inclusief Valens.

Valens is in veel opzichten een "complete" astroloog: hij heeft een praktijk met cliënten en hij heeft een "school" met studenten. In de Anthologie richt hij zich ook tot enkele studenten op verschillende plaatsen in de tekst. Zijn grote meesterwerk, De Anthologie werd pas in 1908 in de openbaarheid gebracht als een "kritieke editie". Dat betekende dat er op dat moment nog geen vertaling was in een van de moderne talen. Zelfs in 1986 werden er nog extra fragmenten ontdekt. Deze werden door David Pingree gebruikt en hij maakte een nieuwe kritieke editie in de Griekse taal. Dat betekende dus dat er zelfs tot aan 1986 geen vertaling was van dit belangrijke werk.

In 1993 verscheen van de groep Hindsight de eerste uitgave , het eerste boek van de Anthology, een schitterende prestatie en de hoeveelheid van technieken die Valens hier (ik bedoel eigenlijk in de gehele Anthologie) etaleert, is overweldigend. De vertalingen worden min of meer één na één gepubliceerd, dus niet als één groot boek. Het laatste boek van Valens dat door de groep Hindsight wordt uitgegeven, is Boek-7 en dat verschijnt in 2001. Er zijn dan nog twee boeken over, want de hele Anthologie bestaat uit negen boeken. Het is pas in december 2010 dat er één compleet werk van de Anthologie wordt uitgegeven en dat nog wel in PDF-formaat door de onderzoeker Mark Riley.

Riley begon einde jaren '80 als academicus met een studie van oude astrologie en hij gaf enkele belangrijke artikelen uit waarin hij Valens en Ptolemeus heeft vergeleken. Hij heeft ook de Anthologie uitzonderlijk gedetailleerd bestudeerd en kwam er zodoende achter dat dit boek niet in één keer van het begin tot het einde werd geschreven, maar dat de teksten uit verschillende perioden afkomstig zijn. Dit betekent dat Valens er bijna 20 tot 30 jaar over gedaan heeft om dit werk te schrijven. Mark Riley heeft gedurende zijn onderzoek reeds enkele afzonderlijke boeken van de Anthologie vertaald naar het Engels, maar het is dus pas vanaf 2010 dat dit boek nu als één geheel beschikbaar is. Deze publicatie bevat ruim 500 pagina's tekst in een klein lettertype, dus als u dit zou "vergroten" naar een normaal tekstboek formaat, dan komt u uit op ca. 1200 bladzijden tekst.

Valens noemt vele astrologen die vóór hem publiceerden, maar hij noemt vrijwel geen namen van hun boekwerken, wat ergens vreemd is. Abram (of Abraham?) wordt in boek-II bijna vereerd (net zoals Firmicus Maternus doet in de Mathesis, maar in minder verheven woorden). Aesclapius wordt genoemd in verband met de twaalf plaatsen, Critodemus wordt erg veel genoemd, ook Hypsicles wordt genoemd in verband met de tabellen voor de snelheid van de rijzende tekens. Meton voor de lengte van het jaar. Natuurlijk worden Nechepso en Petosiris veelvuldig genoemd als de "aartsvaders van de astrologie". Verder nog Thrasyllus, Timeus, Zoroaster en vele andere bekende namen uit een vroegere periode dan Valens.

Vreemd genoeg noemt Valens nergens Manilius, Dorotheus, Aratus, Eudoxus of Ptolemeus, vooral het ontbreken van de laatste is erg veelzeggend. Dit houdt waarschijnlijk in dat de Tetrabiblos van Ptolemeus niet beschikbaar was voor het publiek. Ptolemeus was een tijdgenoot van Valens en zij zouden elkaar eigenlijk letterlijk tegengekomen moeten zijn in de straten van Alexandrië. Vreemd, heel vreemd allemaal.

Een beschrijving van de negen boeken van de Anthologie vindt u terug in mijn eerste boek over de Klassieke Astrologie (Basisboek, Hellenistische periode) met extra achtergronden over het maken van een "critical edition" van een bepaald werk uit de Oudheid. De versie van de Anthology, vertaald door Mark Riley, kunt u gratis downloaden vanaf het internet.


+++
+

Claudius Ptolemeus (2e eeuw na Chr.)   

Een van de inschattingen is dat Ptolemeus leefde tussen het jaar 100 en 178 na Chr. Zijn werk voerde hij uit in de stad Alexandrië, Egypte. Hij was een wetenschapper, hield zich bezig met optica, geografie, harmonische trillingen, maar was toch vooral astronoom. Hij zal zijn bloeiperiode tussen 125 en 150 na Chr. hebben gehad. De Syntaxis, ofwel de Almagest zou hij tussen 141 en 150 na Chr. hebben uitgegeven. Ptolemeus publiceert zijn Tetrabiblos ergens vanaf het jaar 150 na Chr. In het voorwoord van de Tetrabiblos noemt hij ook de Syntaxis, dus het is aannemelijk dat hij de Tetrabiblos schreef, nadat hij klaar was met de Syntaxis.

Ptolemeus' opvattingen over astronomie, hebben meer dan 1400 jaar, tot ver na de Middeleeuwen, deze wetenschap in West-Europa en Arabië beheerst, en werden pas door Copernicus weerlegd. Ptolemeus heeft de epicykel-theorie van Hipparchus vervolmaakt. Want met het sferenmodel van Aristoteles kon namelijk niet verklaard worden waarom de planeten zich soms snel en zich soms langzaam, of soms zelfs achterwaarts, aan de hemel bewegen. Om deze bewegingen met behulp van de epicykel-theorie te kunnen verklaren gebruikte Ptolemeus honderden epicykels (hulpcirkels), maar zelfs nu nog zou de Aarde niet precies in het midden staan. Dit model legde Ptolemeus vast in zijn dertiendelig manuscript 'Hé mathématiké syntaxis' ('De wiskundige verhandeling'). De werken van Ptolemeus over astronomie zijn overgeleverd in het Arabisch, wat door de Arabische astronomen 'Kitab al-Madjisti' genoemd werd, wat 'Het grootste boek' betekent. Dit werd later verbasterd tot Al-Magest (het zeer grote). De Almagest bevatte ook een sterrencatalogus en een lijst van 48 sterrenbeelden, die door Hipparchus gemaakt zijn.

Een vernieuwing was zeker ook het publiceren van een serie astronomische tabellen, de zogenaamde "Handige Tabellen", waarmee het mogelijk werd om de planeten sneller en nauwkeuriger te berekenen voor het gebruik van een horoskoop.

Uiteindelijk was de combinatie van het absolute meesterwerk de Syntaxis, de "Handige Tabellen" en een soort van "encyclopedie van de astrologie", de Tetrabiblos de oorzaak ervan dat Ptolemeus een enorm prestige kreeg, dat feitelijk tot de dag van vandaag voortduurt. Hij werd door enkele latere astrologen als de "heilige Ptolemeus" genoemd of als "de Wijze" en dat soort kwalificaties. Hoe vreemd het ook is, zo onbekend als het werk was vanaf het moment van uitbrengen tot aan de 3e of 4e eeuw, zo overbekend werd het in latere eeuwen. De Tetrabiblos was tot aan de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw de basis voor de gehele astrologische leer in het Westen. Dat is zeer opmerkelijk, want het boek maar ook Ptolemeus zelf werd zelfs niet eens vermeld in het grote werk, de Anthologie van Vettius Valens. Maternus noemt hem wel in de Mathesis in het voorwoord van boek-2.

De Griek Proclus (411-485 na Chr.) schreef een parafrase over de Tetrabiblos, een herschrijving van het oorspronkelijke werk met wellicht een andere schrijfstijl en andere termen. Het is deze parafrase van Proclus die het meest vertaald werd door latere vertalers zoals o.a. Whalley die het vertaalde naar het Latijn en ook Leo Allatius die het eveneens in Latijn vertaalde. De vertaling van J.M. Ashmand uit 1822, die begin 20e eeuw werd herdrukt bevat als brontekst de Latijnse tekst van Leo Allatius uit 1635 en twee Latijnse teksten, een uit Basel (1541) en een andere uit Perugio (1646).

Ik heb de versie van Ashmand gebruikt om op deze website, onderdeel Klassieke Astrologie / Ptolemeus, een overzicht te geven van de Vier Boeken en van elk van deze boeken, de afzonderlijke hoofdstukken. Waar u in de hoofdstuktitels een verwijzing ziet staan, daar zult u de door mij bewerkte vertaling in het Nederlands aantreffen, voorzien van afbeeldingen om bepaalde begrippen te verduidelijken. 


+++
+

Julius Firmicus Maternus (3e en 4e eeuw na Chr.)  

Maternus noemt zichzelf een Siciliaan, waarschijnlijk werd hij geboren te Syracusa, wanner precies is niet bekend. Eerdere schattingen door James Holden gingen uit van het jaar 280 na Chr., omdat hij in boek-7 van de Mathesis over "onze Porphyrius" schrijft en Holden ervan uit gaat dat Maternus toen ongeveer 24 jaar was en leerling van Porphyrius. Porphyrius overleed in 304. Maternus werkte onder andere gedurende de regeerperiode van Constantijn-I (306-337) en zou in die periode zijn begonnen aan zijn grote werk, de Mathesis, wat "kennis" of "wetenschap" betekende in het Latijnse equivalent van het Griekse woord. Maternus had de beschikking over diverse astrologieboeken in de Griekse taal en vertaalde deze naar het Latijn. Hiermee is Maternus samen met Marcus Manilius de tweede auteur van een omvangrijk werk in het Latijn over de astrologie. Manilius in dichtvorm, maar zelf geen astroloog en Maternus zeker wel een astroloog, maar zeker ook weer niet van de klasse als een Vettius Valens of Ptolemeus. Behalve de Mathesis schreef Maternus ook nog twee kleinere boeken, een over de heerser van de tijden waar hij naar verwijst in boek-2, hoofdstuk-4, paragraaf 20, en een ander werk over het einde van het leven, waarnaar hij verwijst in boek7-, hoofdstuk-7, paragraaf-14. Maternus verwijst in boek-8, hoofdstuk-8 ook naar een werk, de Myriogenesis dat zou gaan over de invloed van elke individuele graad van de zodiak, maar al deze genoemde werken zijn niet aan ons overgeleverd.

Maternus maakt een grote ommezwaai in zijn leven. Eerst is er dus de Mathesis, dat volgens de laatste opvattingen is geschreven in de periode vanaf ca. 336 tot aan 350, waarvan de laatste niet zeker is. Maar in het jaar 346 verschijnt zijn boek "De Errore Profanorum Religionum" (Over de dwaling van de heidense religies) en bevat een felle aanval op het heidendom dat nog overal in het Romeinse Rijk aangehangen werd. Hij pleitte voor het onderdrukken van alle tempelactiviteiten en voor het vernietigen van alle godenbeelden. Verder stelde hij voor, de gouden en zilveren beelden om te smelten tot munten. Hoewel in die tijd het christendom al een jaar of vijftien staatsgodsdienst was, ging dit de meeste Romeinen toch echt te ver en er werd voorlopig geen uitvoering aan zijn voorstel gegeven. Er is geen hard bewijs dat Maternus zich tegen de astrologie heeft gekeerd, het boek "De Errore" bevat weliswaar zware aanvallen op het aanhangen van mysteriën, maar die werden ook veroordeeld in de Mathesis. In Boek-1 verdedigt Maternus de astrologie als een pure en hoge vorm van filosofie, ver verheven boven de heidense rituelen

Dat de Mathesis vanaf het jaar 334 werd geschreven, wordt bewezen doordat in Boek-1 een eclips wordt genoemd als een recente eclips, namelijk die van 17 juli 334 (Boek-4, hoofdstuk-4, paragraaf-10). Als Maternus bijvoorbeeld tien jaar nodig had om de Mathesis te schrijven, dan zou hij daar in 344 klaar mee zijn geweest. Waarschijnlijk heeft Maternus zich in die laatste periode van de Mathesis bekeerd tot het christendom.

Hoe dan ook, de Mathesis is een geweldig boek en zit tjokvol met technieken en interpretatiezaken, allemaal gericht tot zijn vriend Lollianus Mavortius die een hoge functie had in de Romeinse regionale regering. In boek-1 richt hij zich heel speciaal tot zijn vriend aan wie hij in het verleden had beloofd om een boek te schrijven over de astrologie, zonder dat Maternus astrologische kennis had. Maternus heeft zich waarschijnlijk helemaal zitten inlezen met alles wat maar verkrijgbaar was aan Griekse literatuur. Maternus had een goede opvoeding ontvangen en een degelijke studie gevolgd, dus hij was prima in staat zich de literatuur eigen te maken en al doende is Maternus geworden tot een astrologisch schrijver. Of hij daadwerkelijk een (grote) praktijk had, is moeilijk te zeggen. Toen hij aan het boek begon, was hij advocaat voor de Romeinse elite, dus hij was gewend om zaken goed te beschrijven en te formuleren, dat blijkt ook uit de inhoud van de Mathesis die op veel momenten wat bombastisch aan doet. Midden in het boek schrijft Maternus die hij zijn baan als advocaat meer dan zat is, hij neemt ontslag en legt zich toe op andere zaken, zoals de astrologie.

Maternus beschrijft de astrologie absoluut niet als een mysterie, houdt zich niet bezig met zaken na dit leven, maar ziet de astrologie als sterk deterministisch, als een niet-vervormbare natuurwet. De bronnen waaruit Maternus zijn informatie haalde, waren onder andere Dorotheus, Manetho, Antiochus, natuurlijk de Ouden die hij ziet als de aartsvaders van de Astrologie, zoals Nechepso-Petosiris, Abram en Anubio.


+++
+

Porphyrius (3e eeuw na Chr.)  

Porphyrius werd geboren in het jaar 233 na Chr. en is bekend om zijn "Introductie tot de Tetrabiblos van Ptolemeus". Dit werk werd in 1940 gepubliceerd door Emilie Boer en Stephen Weinstock uit de CCAG volume-4. Dit werk is waarschijnlijk in het jaar 295 na Chr. geschreven. Het is een zeer belangrijk werk dat vele technische termen verklaart die Ptolemeus in de Tetrabiblos gebruikt en die hij daar zelf niet heeft verklaard. Feitelijk zou men dus eerst deze "Introductie" moeten lezen, waarna men pas aan de eigenlijke Tetrabiblos kan beginnen. De meeste mensen zullen wel van het "Porphyrius huizensysteem" gehoord hebben, dit systeem werd in hoofdstuk-43 van de Introductie verklaard. Feitelijk verdeelt Porphyrius de afstand tussen MC en Ascendant in drie gelijke delen en hieruit ontstaan de "cuspen" van de tussengelegen huizen elf en twaalf. Opmerkelijk genoeg treft men deze techniek ook aan in Valens, boek-3, hoofdstuk-2, maar Valens geeft de eer voor dit systeem aan ene "Orion", die dus eerder moet hebben geleefd dan Valens zelf. Porphyrius kopieerde wel het een en ander uit het werk van Antiochus en anderzijds vinden wij vele hoofdstukken Paulus' "Introductie" 1-op-1 terug in het werk van Rhetorius (6e eeuw na Chr.). Het is zeer waarschijnlijk dat zowel Paulus als Rhetorius uit hetzelfde werk van Antiochus hebben gekopieerd.


+++
+

Anonieme schrijver uit 379 (4e eeuw na Chr.)  

Deze schrijver wiens naam onbekend is, schreef een werk over de betekenis van de vaste sterren. Het jaartal kon achterhaald worden, omdat hij enkele consuls noemt die in dat betreffende jaar hun functie uitoefenden. De schrijver was van Egyptische afkomst, maar woonde in Rome. Zoals u bij de vermelding over Ptolemeus kunt lezen, werd de Tetrabiblos pas in de 3e of 4e eeuw na Chr. algemeen bekend onder het publiek. Vóór die tijd zal het werk ergens in privé boekenkasten gestaan hebben. De anonieme schrijver uit 379 zal zeker gebruik hebben gemaakt van de Tetrabiblos, want de lengtegraden van de sterren kloppen 1-op-1 met de lengten die door Ptolemeus zijn samengesteld en de planetaire invloed komen uit de Tetrabiblos. Het boek van deze anonieme schrijver vorm de basis van het boek van Bernadettte Brady over de parans van de vaste sterren. Het uitgangspunt is daarin dat wanneer de sterren rijzen, culmineren, ondergaan of hun laagste plaats staan (op het IC) dat ze dán hun maximale invloed uitoefenen. Er wordt door Brady gesuggereerd dat dit de enige methode zou zijn om met de vaste sterren te werken, maar dat is bepaald onjuist. Diverse astrologen zijn dit gaan geloven en daarmee hebben zij zichzelf behoorlijk beperkt in hun kennis en praktische toepassing van de vaste sterren. In mijn eigen boek over dit onderwerp heb ik geprobeerd om overtuigend aan te tonen dat de samenstand (binnen een nauwe orb van 1 graad) met de Zon, Maan of planeten en de hoekhuizen net zoveel invloed, of soms duidelijker aangeeft welke thema's er voor een bepaalde persoon belangrijk zijn.

Sterker nog, de anonieme schrijver opent zijn verhandeling met: "… als u ziet dat de Maan langs een van heldere en opmerkelijke sterren gelegen is, dat wil zeggen als de Maan op gelijke graden ermee staat, in het bijzonder als de Maan ook nog eens dezelfde richting van breedte heeft, dan maken ze de geborene groot, verlicht, eminent en geeft dit weelde…". "… en ook als een van de sterren in de Ascendant staat, of rijzend is tijdens de geboorte, of zich verticaal in het MC bevindt of zelfs op een van de andere hoekpunten staat, geeft het personen aan die geëerd worden, energetisch zijn, aanvoerend zijn, erg druk bezig zijn en veel eigendom bezitten…".

Het "en ook" heb ik zelf in vette letters gezet om aan te tonen dat er dus meerdere manieren waren of zijn om de vaste sterren hun invloed te laten gelden op de geborene.

+++
+

Paulus uit Alexandrië (eind van de 4e eeuw na Chr.)  

Paulus werd waarschijnlijk geboren in het jaar 330 na Chr. en in zijn jonge jaren heeft hij de burgeroorlog meegemaakt waarin het tot verval rakende Romeinse Rijk langzamerhand in terecht was gekomen.

Paulus schreef in het jaar 378 een "Introductie" tot de astrologie, gericht aan zijn zoon Cronamon. Dat was een tweede uitgave van hetzelfde werk, maar in het voorwoord van de tweede editie belooft hij aan zijn zoon dat hij zal komen met betere tijden voor de rijzende tekens dan in de eerste uitgave, maar helaas maakt hij dat niet waar. In 1958 publiceerde Emilie Boer een critical editie van het oorspronkelijke Griekse werk. James Holden heeft de Griekse tekst gebruikt om zijn Engelse vertaling te produceren, waarvan in het jaar 2012 eindelijk het boek verscheen dat voor iedereen te lezen was, in plaats van de privé-uitgaven in besloten kring (1985 en 1995).

Net zoals Porphyrius zijn "Introductie" scheef voor de Tetrabiblos, zo kan men ook het werk van Paulus zien als een introductie in de vaktermen die in de Tetrabiblos worden gebruikt, maar Paulus beschrijft ook een boel andere zaken die niet in de Tetrabiblos worden genoemd, zoals de zeven "planeet-parsen" volgens de Panaretos van Hermes. Het werk van Paulus bevat diverse nuttige tabellen, zoals de Monomoiriai die de planetaire heersers geven voor elke individuele zodiakgraad. Deze tabellen komen nergens anders voor in de astrologische literatuur.

De "Introductie" van Paulus bevat een groot aantal zeer nuttige extra opmerkingen die worden toegeschreven aan ene Heliodorus (in het manuscript). Diverse onderzoekers hebben gesuggereerd dat de werkelijke teksten van de extra nuttige opmerkingen aan Olympiodorus toekomen. De extra verklaringen zijn zeer nuttig, omdat bepaalde zaken niet verklaard worden door Paulus zelf, maar juist wel door deze extra opmerkingen duidelijk worden. Deze extra teksten werden in 1962 door Emilie Boer gepubliceerd onder de titel "Heliodori, ut dicitur, in Paulum Alexandrinum commentarium" door de Teuber uitgeverij.

Het boek van Paulus was waarschijnlijk bedoeld als een introductieboek voor beginnende astrologen, maar als dat zo was, dan is het vreemd dat de planeten er zo bekaaid van af komen. Ook andere onderwerpen die bij een typisch beginnersboek horen, ontbreken, zoals de beschrijvingen van de vaste sterren en van de levensonderwerpen ontbreken broers, ouders, huwelijk, geld, ziekten en vrienden. Des te vreemder is het dat dit boek pas in de zesde eeuw zo interessant en belangrijk werd gevonden. Die vragen zullen wel nooit beantwoord kunnen worden.

De uitgave van James Holden bevat ook ca. 100 extra notities, ofwel "Scholia". Deze notities werden toegevoegd door de kopieerders van de manuscripten of door de eigenaars van de manuscripten. De notities zijn ook nuttig, omdat ze een verklaring geven van de tekst in het hoofddocument. Het kennisniveau van de personen die de notities schreven, was niet erg hoog als men kijkt naar de inhoud ervan. Een analyse van de stamboom van de diverse manuscripten brengt aan het licht dat de meeste Scholia zijn toegevoegd tussen de 12e en 14e eeuw en dus geen deel hebben uitgemaakt van het oorspronkelijke geschreven document van Paulus.

Paulus refereert redelijk vaak naar oudere boeken en astrologen, zoals de "wijze mannen uit Egypte", Hermes Trismegistos, waarvan diens "Panaretos" en een werk over "Climacterics" genoemd worden. Ook noemt Paulus de eerdere astrologen Ptolemeus, Apollinarius en Apollonius.

 

 

+++++++
+++++
+++
+

 

 

 

Aanbevolen Nederlandstalige Klassieke Astrologie boeken  

 

"Klassieke Astrologie Basisboek Hellenistische periode" door Johan Ligteneigen.
Paperback, 600 blz. ISBN: 978-1-326-45239-1. Eerste druk 2015. Gewicht: 1,3 kg.

Prijs: € 42,00
(excl. verpakkings-/verzendkosten).
Verpakk./verzendkosten Nederland:  €   7,00 (track&trace)
Verpakk./verzendkosten buitenland: € 13,00 (track&trace)
Bestelbaar bij:
Johan Ligteneigen.

Via een mail met opgave van uw adres t.b.v. de verzending.

"Klassieke Astrologie - Voorspelmethoden" door
Johan Ligteneigen.
Paperback, 492 blz. ISBN: 978-0-244-73414-5. Eerste druk 2018.
Klik op de afbeelding of hier voor meer informatie over dit boek.

Prijs: € 28,00 (excl. verpakkings- / verzendkosten)
Verpakk.- / verzendkosten Nederland:  €   7,00 (track&trace)
Verpakk.- / verzendkosten buitenland: € 13,00 (track&trace)

Bestelbaar bij:
Johan Ligteneigen.

Via een mail met opgave van uw adres t.b.v. de verzending.

 

"De Tripliciteitsheersers in de Klassieke Astrologie"
door Johan Ligteneigen

Paperback, 112 blz. ISBN: 978-90-823441-0-3. Tweede druk 2015
Meer info vindt u op de speciale pagina over dit boek
Klik op de afbeelding of hier voor enkele pagina's uit het boek

Prijs: € 15,00
(excl. verpakkings-/verzendkosten).
Verpakk.-/verzendkosten Nederland:  €   4,00 (brievenbus)
Verpakk.-/verzendkosten buitenland: € 10,00 (brievenbus)
Bestelbaar bij:
Johan Ligteneigen.

Via een mail met opgave van uw adres t.b.v. de verzending.

 

"De Vaste Sterren in de Astrologie, een praktische toepassing" door Johan Ligteneigen.

Paperback, 428 blz. ISBN: 978-90-823441-1-0. Tweede druk 2015

Meer info vindt u op de speciale pagina over dit boek
Klik op de afbeelding of hier voor enkele pagina's uit het boek. Gewicht: 1,0 kg.


Prijs: € 30,00
(excl. verpakkings-/verzendkosten).
Verpak.-/verzendkosten Nederland:  €   7,00 (track&trace)
Verpak.-/verzendkosten buitenland: € 13,00 (track&trace)

Bestelbaar bij:
Johan Ligteneigen.

Via een mail met opgave van uw adres t.b.v. de verzending.

 

 

 

 

Voor overige boeken over Klassieke Astrologie, zie de bijzonder uitgebreide Boekenpagina.

 

 

 

Gebruikte bronnen:

 

 

 

 

 

Start pagina: 16 februari 2020, © J. Ligteneigen

Aangepast: februari 2020 © J. Ligteneigen

 

 

 

 

     

 

 

       

Teller:

site stats