Boekbespreking Klassieke Astrologie | ||
door J. Ligteneigen |
||
Menu zonder JAVA
|
AUTEUR: Jean-Baptiste Morin, ofwel Morinus de Villefranche TITEL : Astrologia Gallica, Book-16: The Rays and
Aspects of the Planets UITGEVER: American Federation of Astrologers Inc., Tempe (Arizona) - 2008 UITVOERING: 152 Blz.; paperback; ISBN : 978-0-86690-582-4 Engelstalig PRIJSINDICATIE: Fl. 20,--
Algemene inleiding Sinds enkele jaren is de klassieke
astrologie weer terug in de belangstelling en met succes. Al sinds het
einde van de jaren '90 heeft een aantal mensen, waaronder Robert Hand,
Robert Schmid en vele anderen zich verenigd in het project "Hindsight".
Deze groep van zeer knappe koppen die zowel kennis van astrologie hadden
als van de oude talen, zoals het Grieks, Latijn en het Arabisch heeft
systematisch zeer veel oude werken die lagen te "verstoffen" in
de Europese bibliotheken, onderzocht en vertaald naar het Engels. Dit
heeft geresulteerd in een fraaie serie over de Hellenistische periode met
o.a. de werken van Vettius Valens, Ptolemeus en Hephaisto van Thebe om er
slechts enkelen te noemen. De grote populariteit van deze vertalingen
heeft de voorraden bij de uitgever aardig doen slinken, maar er is hier en
daar nog wel wat te verkrijgen. Voor wie interesse heeft: www.projecthindsight.com
Een andere auteur die reeds een grote reputatie heeft als schrijver en vertaler is James Herschel Holden, vooraanstaand lid van de "American Federation of Astrologers". Holden heeft al diverse werken op zijn naam staan, waaronder "A History of Horoscopic Astrology" uit 1996 en de vertalingen van de diverse boeken uit het machtige oeuvre "Astrologia Gallica" van Jean-Baptiste Morin, beter bekend als Morinus de Ville-franche.
Jean-Baptiste Morin ofwel Morinus de Villefranche Jean-Baptiste Morin (1583-1656) is wellicht
de beroemdste Franse astroloog in de geschiedenis geweest. Hij was
oorspronkelijk arts, werd later hofarts en werd door koning Lodewijk XIII
als "Koninklijk Wiskundige" benoemd. Hij werd bevolen om
aanwezig te zijn bij de geboorte van de toekomstige koning Lodewijk XIV. Op zijn werk steunden en leunden vele daaropvolgende generaties astrologen, waaronder Cornelis Gorter wiens boek "Planetenloop en Mensenlot" volledig gebaseerd is op de stellingen van Morin die één voor één door Gorter worden getoetst op diverse voorbeeldhoroskopen. Morin is in zijn boeken altijd strijdlustig. Hij vermijdt nooit de confrontatie aan te gaan met enkele andere beroemdheden, zoals Cardanus of de Arabische astrologen in het algemeen van wie hij geen hoge pet op had. Wat Morin niet goed kon vermoeden, maar pas later overduidelijk is gebleken, is dat de Arabiërs de vele Griekse werken hebben vertaald en daar hun eigen ervaringen aan hebben toegevoegd. Zo worden in het algemeen de vele Pars-en toebedacht aan de Arabieren, maar het waren juist de Grieken die ruim 90 stuks Pars-en in gebruik hadden! Het nieuwe boek van Holden dat ik hier onder de aandacht wil brengen is Boek-16 van de "Astrologia Gallica" dat volledig is gewijd aan aspecten. Holden vertaalde dit uit Morin's deftige en geleerde Latijns taalgebruik.
Dit boek is geen receptenboek over de astrologische aspecten, waarvan er al zovele bestaan, maar het is een diepgaande analyse waarom aspecten bestaan en welke soorten aspecten daadwerkelijk een uitwerking hebben. Het boek bestaat uit drie grote onderdelen. In onderdeel-1 wordt eerst langdurig
uiteengezet dat een aspect tussen twee planeten, gemeten in de ecliptica
heel anders kan zijn, wanneer ook de breedte van de planeet erbij wordt
betroken. Hierbij wordt heel wat geometrie uit de kast gehaald - Morin was
tenslotte een wiskundige astroloog. In de klassieke astrologie zijn het
altijd de planeten die een zekere orb hebben gehad en nooit de aspecten.
Dat ook de aspecten tussen planeten op een bepaald moment een
"orb" kregen toegemeten, is te danken cq. te wijten geweest aan
Alan Leo, de grote Engelse astroloog die er in het begin van de 20e eeuw
alles aan heeft gedaan om de astrologie weer in de belangstelling te
brengen. Dat is hem zeer zeker gelukt want zijn vele boeken werden zeer
goed ontvangen en ook tegenwoordig worden zijn boeken nog steeds herdrukt,
zo groot is de belangstelling er nog voor. Ook is er een hoofdstuk gewijd aan toe- en afnemende aspecten en aan dexter en sinister aspecten. Een ander hoofdstuk gaat over de bepaling van antiscons van planeten wanneer zij breedte hebben. Onderdeel-2, bestaande uit vier
hoofdstukken, behandelt een interessant onderwerp over de applicatie en
separatie van aspecten wat men vrijwel nergens tegenkomt op het gebied van
geboortehoroskopen. In het vierde hoofdstuk behandelt Morin het begrip
"doryphory" van de Zon en de Maan. De "doryphory"
is één, twee of meer planeten die zich in de nabijheid van de Zon of
Maan bevinden, maar buiten het gebied van de verbranding zijn. Heel erg
belangrijk is dat de "doryphory" oriëntaal is ten opzichte van
de Zon en dat deze van het juiste geslacht is en ook tot de juiste
"sect" behoort. Voor de "doryphory" van de Maan geldt
dat deze occidentaal ten opzichte van haar moet zijn en ook van het juiste
geslacht en "sect" moet zijn. Als dit zo is, dan belooft de
"doryphory" een opmerkelijke- en krachtige werking op die
gebieden die worden aangewezen door de positie van de Zon (of Maan),
vooral nog wanneer deze in de hoekhuizen staan. Onderdeel-3 gaat vrijwel geheel over "verbranding" van planeten wat optreedt als planeten te dicht in de buurt van de Zon staan. Binnen de uurhoekastrologie is dat een duidelijk afgebakend onderwerp dat de uitkomst van een vraag zeer sterk bepaalt, maar binnen de geboorte astrologie is het een nauwelijks gebruikt onderwerp. Morin beschrijft de drie toestanden die een
planeet kan hebben wanneer deze dicht in de buurt van de Zon staat: "Cazimi",
"Verbrand", ofwel "Combust" en tenslotte "Onder
de stralen" van de Zon. Daarna gaat Morin weer in de aanval, vooral op Cardanus die zichzelf lijkt tegen te spreken in diens "Commentaar op de Tetrabiblos" met betrekking tot de werking van planeten die verbrand staan. Ptolemeus beweert o.a. in de Tetrabiblos B2, H13 dat een planeet die verbrand staat niets kan doen, zowel niet ten positieve als ten negatieve. Sterker nog, de Zon zou de invloed van de planeten in kwestie geheel overnemen, aldus Cardanus in zijn "Commentaar...". In hoofdstuk-5 geeft Morin zijn eigen vijf argumenten, waarom de Ouden het mis hadden ten aanzien van de verbranding van de Maan en de planeten. Daarna geeft Morin nog eens extra argumenten over de zogenaamde verbrande werking van de Maan. Ik moet zeggen: er zit veel redelijks in Morin's argumenten en ook de dagelijkse praktijk bij geboortehoroskopen bewijst iets anders dan de Ouden vaak beweerden. Er is echter een GROOT verschil tussen geboortehoroskopen en uurhoekhoroskopen. Wat bij uurhoekhoroskopen geldt, hoeft niet noodzakelijkerwijs te werken in geboortehoroskopen. De door mij besproken uurhoeken van de eerste vier wedstrijden van het Nederlands Elftal tijdens het EK2008 bewijzen dit. Daar was in de eerste 3 uurhoeken steeds Mercurius verbrand, wat tot verlamming van de tegenstanders Italië, Frankrijk en Roemenië leidde, wat ik uitgebreid besproken heb en wat iedereen voor onmogelijk hield.
Conclusie Kort samenvattend vind ik dit boek weer een
juweel uit de schatkist van Jean-Baptiste Morin, zeer verrijkend voor elke
serieuze astrologiestudent. Voor de liefhebber:
Opgemaakt: 31-12-2008 © J. Ligteneigen |
|
|
______________________________________________ Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on: 15/07/2023 |
|