Boekbespreking Klassieke Astrologie | ||
door J. Ligteneigen |
||
Menu zonder JAVA
|
TITEL
: Ancient Astrology, Theory and Practice - MATHESEOS LIBRI VIII.
Algemene inleiding Sinds enkele jaren is de klassieke
astrologie weer terug in de belangstelling en met succes. Al sinds het
einde van de jaren '90 heeft een aantal mensen, waaronder Robert Hand,
Robert Schmid en vele anderen zich verenigd in het project "Hindsight".
Deze groep van zeer knappe koppen die zowel kennis van astrologie hadden
als van de oude talen, zoals het Grieks, Latijn en het Arabisch heeft
systematisch zeer veel oude werken die lagen te "verstoffen" in
de Europese bibliotheken, onderzocht en vertaald naar het Engels. Dit
heeft geresulteerd in een fraaie serie over de Hellenistische periode met
o.a. de werken van Vettius Valens, Ptolemeus en Hephaisto van Thebe om er
slechts enkelen te noemen. De grote populariteit van deze vertalingen
heeft de voorraden bij de uitgever aardig doen slinken, maar er is hier en
daar nog wel wat te verkrijgen. Voor wie interesse heeft: www.projecthindsight.com
Julius Firmicus Maternus Julius Firmicus Maternus kwam uit Sicilië
volgens eigen zeggen. Hij was een vooraanstaand en gerespecteerd Latijnse
schrijver die oorspronkelijk als advocaat door het leven wilde gaan. Na
vele bedreigingen en onaangenaamheden tijdens dit advocatenwerk - hij
verdedigde voornamelijk de armeren tegen de overheersing van de rijke
clans - ging hij zich richten op studie en op schrijven. Boeken over astrologie in het Latijn waren
vrij zeldzaam. Het overgrote deel was geschreven in het Grieks, maar vele
Latijnse astrologen waren zwaar onder de indruk van wat de Grieken
presteerden. Zo ook Julius Firmicus Maternus. In 1975 heeft prof. Jean Rhys Bram de Matheseos opnieuw vertaald en voorzien van vele voetnoten en referenties. Bram is echter geen astroloog en hier en daar zijn dan ook fouten gemaakt die de tekst af en toe onlogisch doen overkomen. Het feit echter dat dit geweldige boek kompleet is vertaald in de Engelse taal en dus voor vrijwel iedereen toegankelijk is, is een grote mijlpaal geweest voor de astrologische wereld. Pas nu krijgen wij meer inzicht in het
astrologische denken uit de klassieke tijd, een denken dat lange tijd
verborgen is gebleven, omdat de Tetrabiblos met zijn formele en
onpersoonlijke stijl de astrologische literatuur tot aan de 16e eeuw heeft
beïnvloed. De Matheseos inhoudelijk Welnu, dan volgt hier een astrologisch
kijkje in dit mooie werk van Maternus. In Boek-2 belooft Maternus datgene
mede te delen wat de Babyloniërs en de Egyptenaren hebben overgeleverd op
het gebied van o.a. de antiscia, de zogenaamde spiegelpunten. Hij geeft
daarvan een uitvoerig voorbeeld aan de hand van een horoskoopfiguur.
Echter Maternus begint met het uitleggen van de astrologische essenties,
zoals de 12 tekens, de Zon, Maan en de vijf planeten. Ook verklaart hij
welke twee tekens steeds door de 5 planeten worden beheerst. Daarna geeft
Maternus de exaltaties van de planeten aan en ook noemt hij de specifieke
graden waarin deze exaltaties, ook wel verhogingen genoemd, optreden. Na de terms wordt verklaard welke planeten dag- en nachtplaneten zijn en op welk moment zij het beste aan de hemel kunnen staan. Nauw verwant aan dag- en nachtplaneten zijn de indelingen naar oriëntaal en occidentaal, al naar gelang de positie van de planeten ten opzichte van de Zon. Ook vermeldt Maternus vanaf welke afstand in graden de planeten oriëntaal of occidentaal zijn. Een eigenschap van planeten die in de klassieke astrologie een heel voorname plaats innam, zijn de zgn. "dodecatemoria". Deze worden berekend door de positie van een planeet met 12 te vermenigvuldigen en het resultaat tenslotte op te tellen bij de oorspronkelijke plaats. Maternus geeft ook enkele voorbeelden hiervan en hij hecht groot belang aan de eigenschappen van de berekende dodecatemoria. Hierna geeft Maternus een duidelijk beeld van de huizen van de horoskoop en hij begint nadrukkelijk met de belangrijkste huizen: de cardinale huizen. Hierna noemt hij de 4 gunstige huizen (3e, 9e, 5e en 11e), omdat deze een sextiel of een driehoek maken met de Ascendant. De overige huizen zijn zwak en ongunstig, want ze maken geen aspect met de Ascendant, dat zijn dan het 2e, 8e, 6e en 12e huis. Ook worden de Latijnse en Griekse namen voor alle huizen gegeven. Vervolgens neemt Maternus een voor een de huizen door en noemt de onderwerpen waarmee ze zijn verbonden. En-passant noemt Maternus ook de planeten die in deze huizen in hun "joy" staan, ofwel daar "verheugd" staan. Deze begrippen komt men in de moderne astrologie niet meer tegen, maar zijn wel degelijk van groot belang en de plaatsing van planeten in een bepaald huis kan de uitwerking wel degelijk beïnvloeden. Zo kan de plaatsing van de Maan in het 8e huis wel degelijk een groot fortuin aangeven, maar alleen in een nachthoroskoop waarbij zij - staande in haar eigen teken of in dat van Venus of Jupiter - goed geaspecteerd wordt door Jupiter, om slechts een voorbeeld te noemen. Maternus is heel erg duidelijk in zijn
uitleg. In feite beschrijft hij in dit boek de oer-essentie van het
astrologisch denken en geeft hij al aan dat de planeten in speciale
situaties juist anders werken dan normaliter verwacht mag worden. Hierna volgen enkele paragrafen over
planetaire perioden en de levenslengte, waaraan ik hier niet veel aandacht
wil besteden. Het laatste hoofdstuk van Boek-2 bevat vele aanwijzingen, maar ook waarschuwingen voor de aspirant astroloog. Na deze uitgebreide beschouwing van Boek-2 zal ik wat sneller door de overige boeken gaan, tenslotte bevatten de boeken zoveel informatie dat men ze steeds moet lezen en herlezen om de zaken goed tot zich te laten doordringen. Boek-3 begint met een zeer interessante
uiteenzetting over de "geboorte van de wereld", het "Thema
Mundi". Maternus zegt hierin dat de grootheden Petosiris en Nechepso
(van wie het meeste van de astrologische leer afkomstig zou zijn: JL) deze
leer hebben overgeleverd aan de astrologen van die tijd, waarvan Maternus
er dus één is. Het Thema Mundi ziet er als volgt uit: De klassieke planeten bezetten allemaal hun eigen teken en wel op de 15e graad De Ascendant van het "universum" staat op 15 graden Kreeft en de Maan staat dus pal op de Ascendant. Hiermee hebben de Ouden willen aangeven dat het lot van de gewone mens overeenkomstig is met de geboorte van het universum en met de krachten en de invloeden van de planeten in de huizen in deze horoskoop. Zo is Saturnus verbonden met de Maan door de oppositie, beide in vrouwelijke tekens. Maar als Saturnus naar het teken Waterman gaat, ook zijn "huis", dan staat hij verbonden met de Zon door oppositie, beide in mannelijke tekens. Zo is Jupiter door een driehoek verbonden met de Zon, maar als Jupiter in zijn andere "huis" Vissen staat, dan is hij verbonden met de Maan door een driehoek uit Vissen-Kreeft. Zo gaat Maternus verder in zijn uiteenzettingen en dit is zeer leerzaam. Vervolgens wordt voor alle planeten de
invloed besproken die ze hebben indien ze geplaatst zijn in de hoekhuizen,
indien ze een dag- of een nachtplaneet zijn en hoe ze in verbinding staan
met enkele andere planeten. Hier komen ontzettend veel details bij kijken
en deze zijn gewoonweg niet te onthouden. Men moet er op een bepaalde
manier mee omgaan, de centrale thema's opschrijven en proberen om zo een
lijn te ontdekken. Ook zijn bepaalde invloeden beschreven in de tijdgeest
van Maternus die nu op bepaalde vlakken belachelijk zou overkomen. Ze
moeten dus genuanceerd worden. Bij de bestudering van de uurhoekastrologie komt men veel van die oude klassieke beginselen nog wel tegen, zoals het gebruik van "term", "decanaten", "tripliciteitsheersers", "antiscia" en zo meer, maar in de gewone geboorteastrologie is dit allemaal niet meer bekend. Het is daarom goed dat die oude klassieke boeken van de Grieken en de Romeinen langzamerhand worden vertaald, zodat wij weer opnieuw kennis kunnen nemen van leerstellingen die honderden, wellicht duizenden jaren lang toegepast werden. In Boek-4 begint Maternus te vertellen over zijn bijzonder nare ervaringen als advocaat voor de minder bedeelden, waarna hij vervolgt met de uiteenzettingen van alle verschillende fasen van de Maan, de aspecten van de Maan en het krachtenspel met de andere planeten. Ook dit is weer een bijzonder uitgebreide uiteenzetting die men eigenlijk nergens anders tegenkomt. Zeer interessant is ook te weten dat er
diverse Pars-en zijn. Het Pars Fortuna wordt tegenwoordig slechts op één
manier berekend en wel als: "ASC + Maan - Zon" volgens de
nalatenschap van Ptolemeus. Maar de Ouden vóór Ptolemeus hadden hier
andere ideeën over. Er is namelijk verschil in een dag- en een
nachtgeboorte en voor elke soort is er een aparte berekening. Maar
behalve het Pars Fortuna is er ook een "Pars Spirita" die
met de omkering van Zon en Maan word berekend. Verder komen we nog een interessante passage tegen over de heerser van de horoskoop, waarvoor diverse mogelijkheden worden aangegeven. Juist in dat onderdeel staan weer geweldige zaken om goed nota van te nemen en deze werpen weer een geheel ander licht op de werking van de planeten, ook dat komen wij in geen ander boek tegen. Een interessante paragraaf over lege- en volle graden binnen elk decanaat is uiterst interessant. Ook hier verwijst Maternus weer met het grootste respect naar de astrologen uit de Oudheid. Met name Nechepso krijgt alle eer voor zijn werk als Keizer van het oude Egypte, als astroloog en als arts. Hij wist blijkbaar als geen ander welke uitwerking specifieke graden hadden binnen een bepaald decanaat en kon op basis daarvan de zieken genezen. Maternus adviseert om goed te kijken in de horoskoop naar de Ascendant, het MC, het Pars Fortuna, de heerser en de beroepsaanduider en te zien of deze in volle of in lege graden staan. Al staat een planeet nog zo goed qua teken of huis, in een lege graad kan hij toch niet nakomen wat hij belooft, maar in een volle graad legt hij een sterk stempel op de zaken die hij aanduidt. Daarna geeft Maternus per teken aan welke graden vol of leeg zijn. Wat de exacte betekenis ervan is, geeft Maternus niet aan, hij refereert alleen aan de kennis die Petosiris ervan had, maar die deze niet aan iedereen wilde prijsgeven. In Boek-5 bespreekt Maternus de
kracht van de tekens van de zodiak wanneer zij op de hoekhuizen staan. Hij
laat de tekens Ram tot en met Vissen op de Ascendant staan en bespreekt
het effect voor elk van de vier hoekhuizen, onafhankelijk van de planeet
die er eventueel wel of niet in staat. In deze analyse steekt veel meer
dan menigeen vermoedt en het is de moeite waard om dit goed te bestuderen. Dan volgt de uitwerking van de (klassieke) planeten in alle tekens, maar door het ontbreken van het oorspronkelijke manuscript is de invloed van Zon, Venus en Mars komen te vervallen. Tot slot geeft Maternus in vol detail de zaken waarop gelet moet worden in elke horoskoop. Hij is hierin zó duidelijk en concreet dat iedereen dit moet kunnen begrijpen hoe moeilijk het combineren van al die factoren ook is. Boek-6 gaat hoofdzakelijk over de invloed van de huizen van de horoskoop. Zijn inleiding geeft nog eens duidelijk weer welke factoren er allemaal meespelen en wat de kracht is van de hoekhuizen, de tussengelegen huizen en de vallende huizen. Van alle planeten wordt de invloed besproken wanneer zij in aspect met elkaar zijn. Ook dit levert weer een stortvloed aan gegevens op die onmogelijk zijn te onthouden. Ook hier men men proberen een rode draad te ontdekken, waarop men zelf verder kan borduren. Dan volgt een grote opsomming van betekenissen wanneer de planeten met elkaar in driehoek, vierkant, oppositie en conjunctie zijn. Ook hier weer een stortvloed van feiten die men goed moet rangschikken. Dan volgt een grote opsomming van constellaties, typische configuraties van planeten in huizen of met elkaar die een specifieke betekenis hebben. Maternus lijkt in oneindigheid al deze feiten op te sommen en het is erg moeilijk om al deze zaken goed op een rij te krijgen. Het domweg onthouden ervan werkt niet: men moet bepaalde patronen herkennen en van hieruit verder gaan redeneren. Boek-7 behandelt een hele waslijst aan onderwerpen en Maternus geeft daarbij welke planeten in welke verbindingen daarvoor verantwoordelijk zijn. Zo komen o.a. aan de orde: doodgeboren kinderen, tweelingen, beroep,slavernij, reizen, de dood, ziekten en nog veel meer. Ook hier weer ontzettend veel details die men niet zomaar uit het hoofd moet leren. Dat zou zowiezo niet lukken, maar men kan beter de rode draad proberen te ontdekken. In Boek-8 komt tenslotte de reeds
eerder beloofde "Sphaera Barbarica" aan de orde: de theorie van
de Chaldeërs, zoals Maternus dit noemt. Hij begint met de uitleg van de
"90e graad". Dit is de graad die men verkrijgt als men 90 graden
optelt bij de graad van de Ascendant en bij de Maan. Conclusie
Naast de Pentateuch van Dorotheos van Sidon en de Tetrabiblos van Ptolemeus is dit boek tevens een grote schatkamer van kennis van de Ouden en voor iedereen een naslag- en studieboek van levenslange duur. Het enige "nadeel": u moet wel de Engelse taal machtig zijn, want het is niet in andere talen verkrijgbaar. Opgemaakt: 31-12-2008 © J. Ligteneigen |
|
|
______________________________________________ Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on: 15/07/2023 |
|