Klassieke Astrologie
De Tetrabiblos van Klaudios Ptolomaios 

PicoSearch      
  Help
                                                 

 

Menu Klassieke
Astrologie

 

Homepagina


Klassieke Astrologie

 

Kontakt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klassiek  tetra1_8.html

 

 

De Tetrabiblos van Klaudios Ptolomaios, Boek-1, Hoofdstuk 8
De invloed van de positie met betrekking tot de Zon


DE INVLOED VAN DE POSITIE MET BETREKKING TOT DE ZON. 1 

 

De krachten van de Maan en de drie superieure planeten2 worden ofwel verhoogd ofwel verlaagd door hun diverse posities met betrekking tot de Zon.

 

De Maan, gedurende haar toename, van haar eerste Nieuwe Maan tot haar Eerste Kwartier is van vochtiger invloed. Gedurende haar verdere toename vanaf het Eerste Kwartier tot haar volledige toestand van verlichting (Volle Maan), veroorzaakt zij hitte. Van Volle Maan tot het Laatste Kwartier veroorzaakt zij droogte en van het Laatste Kwartier tot haar verduistering3 brengt zij koude.4 

 

De (superieure) planeten veroorzaken, als zij oostelijk zijn, vanaf hun eerste verschijning tot aan het eerste punt waarop zij stationair worden, overwegend vocht5

 

Vanaf dat eerste station tot aan het ogenblik waarop zij 's nachts rijzen, veroorzaken ze hitte.5

 

Vanaf hun rijzen bij nacht tot aan hun tweede station veroorzaken zij voornamelijk droogte5.

 

En vanaf hun tweede station tot aan het moment van hun occultatie (door de Zon) werken zij voornamelijk verkoelend.5 

 

Maar het is ook voldoende duidelijk dat ze (de Maan en planeten) als gevolg van hun onderlinge mengingen vele verschillende hoedanigheden in de atmosfeer veroorzaken, waarbij de eigen individuele en eigenaardige invloed merendeels domineert, maar toch wordt beļnvloed door de kracht van de andere hemellichamen die met hen geconfigureerd zijn.

 

_________________________________ voetnoten door J. Ligteneigen

 

1. Ook dit hoofdstuk in boek-1 is bijzonder klein, maar... bijzonder waardevol. Ik heb bewust hier en daar extra regels tussengevoegd om beter tot uitdrukking te laten komen in welke fase de superieure planeten een bepaalde kwaliteit (hitte, koude,..) tot uiting laten komen.

 

2. Bedoeld worden hier de superieure planeten Mars, Jupiter en Saturnus, die dus buiten de sfeer van de Zon liggen in de rangorde tijdens Ptolemeus.

 

3. Dit is de Volle Maan en betekent lang niet altijd letterlijk een verduistering.

 

4. Het volgende plaatje maakt een en ander nog inzichtelijker:

 

   

 

In fase-1 loopt de Maan "weg" van de Zon. In eerste instantie stonden zij samen: Nieuwe Maan. In deze fase werkt de Maan met name extra vochtig (en gematigd warm). Neem de overeenkomst met de seizoenen, waarin de Zon in het teken Ram in zijn opmars is naar het teken Kreeft. Ook in die hoedanigheid is de Zon vochtig en warm.

In fase-2 loopt de Maan naar de oppositie met de Zon. Het wordt Volle Maan. Let niet specifiek op het Maansymbool, die is steeds van dezelfde vorm om verschil te maken tussen Zon en Maan. In fase-2 werkt de Maan voornamelijk hitteverwekkend (en een beetje uitdrogend), zie de analogie met de Zomer, de fase waarin de Zon van Kreeft naar Weegschaal loopt.

In fase-3 loopt de Maan vanaf haar oppositie met de Zon (Volle Maan) naar het Laatste Kwartier. Zij neemt langzamerhand een sikkelvorm aan. In deze fase werkt zij voornamelijk uitdrogend (en een beetje koude verwekkend), net zoals de Zon dit doet in de Herfst, wanneer hij van Weegschaal naar Steenbok loopt.

In de laatste fase wordt de Maan steeds kleiner en zij loopt toe op de hernieuwde samenstand met de Zon (de Nieuwe Maan). In deze fase werkt de Maan koudeverwekkend (en relatief vochtig).

 

5. Voor de superieure planeten geldt een iets andere manier van bewegen. Ik neem als voorbeeld de planeet Jupiter.

 

   In het begin staan de Zon en Jupiter conjunct met elkaar. Van deze twee planeten is de Zon de snelste. De Zon zal
   dus van Jupiter gaan "weglopen", net zoals in bovenstaande plaatjes de Maan van de Zon wegloopt.

 

 

 

 

 

 

 

   In deze fase is de Zon al een stuk weggelopen van Jupiter. In deze fase werkt Jupiter net zoals de Maan in dezelfde
    fase, namelijk voornamelijk vochtig (en matig warm).
    Ca. 2 uur later is dit gehele stelsel ca. 40 graden gedraaid, net zoals de Primaire Directies doen in een horoskoop.

 

 

 

 

 

 

   Hier is dus de Zon net opgekomen, maar Jupiter was al eerder opgekomen. Jupiter is "ochtendster". Hij werkt dan
    mannelijk, volgens een eerder hoofdstuk uit boek-1.
    Maar door deze "oriėntaalse" positie werkt hij tevens voornamelijk vochtig.

 

 

 

 

 

 

   Een paar maanden later is de Zon zodanig van Jupiter weggelopen dat de hoek ergens tussen de 90 en 120
    graden komt. In die fase begint Jupiter zo langzamerhand retrograde te lopen.
    Zie hiervoor ook mijn zeer uitgebreide artikel over de retrograde gang van planeten.

    Jupiter is nu in zijn "eerste station" aangekomen. In deze fase werkt Jupiter voornamelijk verhittend (en een
    beetje uitdrogend).

 

 

 

 

 

 

   Weer enkele maanden later is de Zon in oppositie gekomen met Jupiter. Jupiter is zelf ook een beetje in zijn
    baan doorgelopen (12 keer zo langzaam als de Zon). Jupiter loopt nu maximaal retrograde. Dit is per definitie zo
    bij een oppositie van een buitenplaneet met de Zon.
    Dit is nu de situatie die Ptolemeus aangeeft met "wanneer zij  's nachts rijzen" . Want als de Zon zo meteen door
    draaiing van de Aarde ondergaat, dan zal Jupiter beginnen te rijzen (boven de horizon uitkomen).
    Vanaf dat moment begint Jupiter een sterk uitdrogend karakter te krijgen (en een beetje koude veroorzakend).

 

 

 

 

   Weer enkele maanden later is de Zon Jupiter alweer aan het naderen. De hoek is nu zodanig, dat Jupiter ophoudt
    met retrograde lopen. Jupiter is nu in zijn "tweede station", een duidelijk keerpunt, want zijn karakter begint
    nu overwegend koudeveroorzakend te worden (en een beetje vochtig).

 

 

 

 

 

 

 

 

   De Zon is nu na 1 jaar bijna zover dat hij weer conjunct met Jupiter staat. Dit is de laatste fase van de cyclus.
    Jupiter veroorzaakt nog steeds veel koude (en een beetje vocht). Jupiter begint steeds sneller te lopen.
    Jupiter is nu "avondster" aan het worden, want hij volgt nį de Zon.
    In deze fase werkt Jupiter "vrouwelijk" volgens een eerder hoofdstuk uit Boek-1.

 

 

 

 

 

 

 

 

Start pagina: 20 februari 2008, © J. Ligteneigen

 

 

 

 

     

 

 

       

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

______________________________________________

Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on:   02/07/2023