Klassieke Astrologie
De Tetrabiblos van Klaudios Ptolomaios 

PicoSearch      
  Help
                                                 

 

Menu Klassieke
Astrologie

 

Homepagina

Klassieke Astrologie

 

Kontakt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klassiek >   tetra1_3.html

 

 

De Tetrabiblos van Klaudios Ptolomaios, Boek-1, Hoofdstuk 3
Dat Voorkennis Nuttig Is


NB: extra toelichting tussen (haakjes) gezet.

Het wordt aldus duidelijk dat voorkennis door middel van astronomie mogelijk is onder bepaalde aanpassingen, en dat op zich biedt al een vooruitblik in de gebeurtenissen die aan mensen overkomt, voor zover de verschijnselen in de atmosfeer dit toelaten. Deze gebeurtenissen zijn, vanaf hun begin, altijd in overeenstemming met de geestelijke en lichamelijke mogelijkheden en hun sporadische invloeden alsmede met de kortere of langere duur van deze invloeden.
Ze (de gebeurtenissen) zijn ook in overeenstemming met andere zaken, alhoewel niet daadwerkelijk aanwezig in de onmiddellijke omving van de persoon, maar toch absoluut en natuurlijk verbonden met hem zijn en zijn positie en ze zijn ook verbonden met alle toevallige omstandigheden die hem af en toe overkomen.

Dat de voorkennis hiervan kan worden verkregen is al aangetoond en het resteert hier slechts te spreken over de nuttigheid ervan.

Ten eerste, laat het gezegd zijn in welke betrekking en met welk gezichtspunt het voorgesteld wordt om voordeel te behalen uit deze wetenschap. Als het beschouwd wordt in zijn neiging om het goede van de geest naar boven te brengen, is er geen zaak te bedenken die nuttiger is om de wereld te bewegen ervan te genieten, aangezien het een kennis aanbiedt met betrekking tot heilige en menselijke zaken.
Als het beschouwd wordt met betrekking tot voordelen is ze (deze wetenschap) in staat om de nuttigheid ervan aan te bieden en in vergelijking met alle andere kunsten (levenskunsten wel te verstaan) blijkt ze uit te blinken, leidend tot de gemakken des levens, want ze (deze wetenschap) is van meer algemene en dienstbare aard dan alle andere (wetenschappen) tezamen.

En alhoewel er bezwaren kunnen zijn tegen de kunst van voorkennis, in die zin dat het niet meewerkt aan de verkrijging van rijkdom en glorie, laat het dan herinnerd worden dat ditzelfde bezwaar geldt voor elke andere kunst en wetenschap, want er is geen enkele die uit zichzelf rijkdom of glorie kan veroorzaken. Noch is er een van deze (kunsten of wetenschappen) die met betrekking tot dit onderwerp nutteloos is, het lijkt er daarom op dat de wetenschap van voorspelling met zijn grote kwaliteiten en zijn geschiktheid voor de meest belangrijke objecten het niet verdient om veroordeeld te worden.

In het algemeen echter, de personen die het aanvallen en het veroordelen als zijnde nutteloos, schenken geen goede aandacht aan de manier waarop het nodig wordt, maar ontkennen de nuttigheid ervan op basis van het nietige argument dat het overbodig en onvolwassen is om te pogen om zaken vooraf te weten die onvermijdelijk tóch moeten gebeuren, dus beschouwen ze het als zijnde abstract, onontwikkeld (primitief) en oneerlijk.
Want, in de eerste plaats - en dit moet in het oog gehouden worden - dat gebeurtenissen die noodzakelijkerwijs en volledig optreden, of ze nu angst opwekken of vreugde veroorzaken, indien ze vooraangekondigd optreden, de geest zullen bedelven met angst of de kalmte ervan zullen vernietigen door plotselinge vreugde. Als echter deze gebeurtenissen van tevoren bekend zijn, zal de geest er vroegtijdig op voorbereid zijn en zal het een even grote kalmte kunnen behouden, omdat het eraan gewend is om na te denken over de aankomende gebeurtenis als ware het al aanwezig, zodat bij het daadwerkelijk optreden van de gebeurtenis, zich zal volharden in rust en constantheid.
In de tweede plaats moet men zich niet voorstellen dat alle dingen bij de mens gebeuren alsof elke indivuduele omstandigheid op bevel van heilige verordening en een onontkoombare bovennatuurlijke oorzaak wordt afgeroepen. Noch dient men te denken dat alle gebeurtenissen voortkomen uit één enkel onvermijdelijk noodlot, zonder beïnvloed te worden door de tussenkomst van enig andere zaak. Zo'n mening is volkomen onacceptabel, want het is aan de andere kant juist essentieel om niet alleen maar de bewegingen in de hemel te observeren, maar ook de verscheidenheid die bestaat in alle aardse dingen, die onderworpen zijn aan en veranderd worden door de instelling en het verloop van de natuur en waarmee de hoogste oorzaak (de bewegingen in de hemel) samenwerkt met betrekking tot de voorvallen die veroorzaakt worden.

Het dient verder opgemerkt te worden dat de mens niet alleen onderworpen is aan gebeurtenissen in zijn eigen besloten en individuele natuur, maar ook aan andere (gebeurtenissen) die uit algemene oorzaken voortkomen. Hij lijdt bijvoorbeeld door plagen, overstromingen of branden die veroorzaakt worden door uitgebreide veranderingen in de atmosfeer en die mensenmassa's in een keer vernietigen, want een grotere en krachtiger werking moet altijd datgene absorberen en te boven komen dat kleiner en zwakker is, zoals hierboven juist is vermeld.

Daarom worden bij grote veranderingen waarbij een sterkere oorzaak overheerst, de algemene aandoeningen, zoals hierboven vermeld, in werking gezet, maar aandoeningen waarbij slechts een enkel individu betrokken is, worden uitsluitend in werking gezet als zijn eigen natuurlijke toestand die kenmerkend voor hem is, door een tegenwerkende impuls uit de atmosfeer overwonnen wordt hoe klein of hoe zwak die ook moge zijn.
Vanuit dit gezichtspunt is het duidelijk dat alle gebeurtenissen, of ze nu algemeen of specifiek zijn, waarvan de primaire oorzaak sterk en onweerstaanbaar is en waartegen geen enkele ander kracht opgewassen is, vanzelfsprekend móeten optreden.
Evenzo geldt dat alle gebeurtenissen die aangegeven worden door een kleinere oorzaak verhinderd of geneutraliseerd dienen te worden, indien een of ander middel gevonden kan worden om een tegengestelde kracht te vormen.
Als echter geen tegengesteld middel gevonden kan worden, dan zullen die gebeurtenissen ook móeten optreden in navolging van de primaire oorzaak (de bewegingen in de hemel). Niettemin het optreden van gebeurtenissen moet niet alleen maar toegeschreven worden aan de kracht die ze veroorzaakt noch aan een onvermijdbaar noodlot, maar meer aan de afwezigheid van een tegengestelde invloed die in staat is ter voorkoming (van de gebeurtenis).

En daarom zullen alle dingen dan ook waarvan hun oorzaak terug te voeren zijn op de natuur precies dezelfde zijn, want stenen, planten, dieren, verwondingen, passies en ziekten, allemaal zullen ze bij noodzaak op de mens inwerken tot op zekere hoogte, maar zij zullen dat niet doen als er een tegenstof wordt gevonden en wordt toegediend tegen deze invloed.

Bij het uitvoeren van de voorspellingskunst moet daarom strikte zorg worden toegepast om toekomstige gebeurtenissen uitsluitend te voorspellen volgens het natuurlijke proces zoals dat in deze doctrine (dit boekwerk) wordt gepresenteerd, en men dient alle ongefundeerde meningen terzijde te schuiven die voorspellen dat de bestaande kracht sterk en omvangrijk is en van een kracht die niet te weerstaan is en dat de overeenkomstige gebeurtenis absoluut moet plaatsvinden. En ook in die gevallen dat de een of andere gebeurtenis juist niet zal gebeuren als diens opwekkende oorzaken worden tegengegaan door een tussenkomende invloed.
Het is op deze wijze dat ervaren artsen die gewend zijn aan de observatie van ziekten voorzien dat sommige onvermijdelijk dodelijk zijn en dat andere genezen kunnen worden.

Dus als welke mening dan ook gegeven wordt door de astroloog met betrekking tot de diverse gebeurtenissen die mogelijk kunnen optreden, moet het begrepen worden dat hij niets méér doet dan dit voorstel, namelijk dat de eigenschappen in de atmosfeer en elke aanpassing daaraan, geschikt voor een bepaald temperament, dat in mindere of meerdere mate veranderd wordt, in dat temperament een bepaalde vatbaarheid veroorzaakt.
En het moet ook begrepen worden dat hij deze opvatting kenbaar maakt met dezelfde mate van zelfvertrouwen waarmee een arts verklaart dat een bepaalde wond zal verbeteren of zal gaan verrotten of met het zelfvertrouwen van een man die bekend is met metalen en die zegt dat de magneet ijzer aantrekt.
Maar noch de verbetering, noch de verrotting van de wond noch de aantrekking van ijzer door de magneet wordt verkondigd door enige onvermijdelijke wet, hoewel deze gevolgen in feite noodzakelijkerwijs moeten volgen uit het gehoorzamen van de eerste principes van de natuur (de bewegingen in de hemel) wanneer er geen middelen worden gevonden om dit te vermijden.

Echter geen van deze gevolgen zullen optreden als er zulke tegenmiddelen worden gevonden en toegepast om dit te vermijden, en een soortgelijke beschouwing zou gegeven moeten worden aan de voorspellingen van de astroloog, want als er knoflook op de magneet wordt gesmeerd, zal er geen ijzer worden aangetrokken en als de juiste medicijnen worden toegepast op de wond, zal deze stoppen met groeien of verrotten.
En daarom zullen alle gebeurtenissen die aan mensen overkomt ook plaatsvinden in het normale verloop van de natuur als er geen beletsels hiervoor worden gevonden of bekend zijn.
Aan de andere kant, als zulke beletsels (middelen, medicijnen, tegenstoffen) wel gevonden worden, dan zullen zulke gebeurtenissen, die uit de natuurlijke gang van zaken moeten gebeuren, helemaal niet plaatsvinden of zullen sterk worden verminderd in hun kracht en uitwerking.

Dezelfde wetmatigheid en gevolgtrekkingen bestaat in alle gevallen, of de gebeurtenissen nu een algemene of een bijzondere werking hebben. Men mag zich daarom goed afvragen waarom van voorkennis geloofd wordt dat het mogelijk is voor zover het betrekking heeft op algemene gebeurtenissen en waarom het toegestaan wordt en dienstbaar wordt geacht als voorbereiding op hun komst, terwijl in bijzondere gevallen (dus voor individuele mensen) de macht en het gebruik volkomen worden genegeerd.

Dat het weer en de seizoenen en de aanwijzingen van de vaste sterren alsmede de configuraties van de Maan middelen verschaffen om voorspellingen te doen, geven vele mensen toe en zij gebruiken die voorkennis voor hun eigen behoud en gemak, zoals de aanpassing aan de verwachte temperatuur zoals het koelen van zaken voor de zomer en het opwarmen van zaken voor de winter.
Ze kijken ook naar de betekenissen van de vaste sterren om gevaarlijk weer te voorkomen bij het maken van zeereizen en ze kijken naar de aspecten van de Maan als het Volle Maan is om de voortplanting van hun vee en hun kuddes te reguleren, en het plaatsen van planten of het zaaien van zaden, en er is niet één individu die deze algemene voorzorgsmaatregelen als onmogelijk of onnuttig beschouwt.

Maar diezelfde personen zijn terughoudend bij de mogelijkheid van de toepassing van voorkennis in bijzondere gevallen, zoals bijvoorbeeld een bijzondere overvloed of afname van koude of hitte die volgt uit het eigenaardige temperament die de oorspronkelijke koude of hitte veroorzaakt. Of van de combinatie van andere eigenschappen, noch geven zij toe dat er middelen zijn om zichzelf voor deze bijzondere omstandigheden te beschermen.
En alsnog is het duidelijk dat personen die zichzelf voorbereiden door zaken te koelen en minder geraakt zullen worden door de algemene hitte van het weer, er geen reden is om aan te nemen dat een soortgelijke voorbereiding net zo effectief is tegen een bijzondere inschatting van bovenmatige hitte.

Het blijkt dat dit idee van de ontoepasbaarheid van het verkrijgen van voorkennis van bijzondere omstandigheden enkel moet voortkomen uit de pure moeilijkheid van de verkrijging van kennis, de moeilijkheid die als bijzonder lastig wordt ervaren door de noodzaak van het uitvoeren van het onderzoek met de grootste nauwkeurigheid.
En hieraan moet worden toegevoegd dat er nauwelijks een persoon gevonden kan worden die in staat is om het gehele onderwerp zodanig te ordenen dat geen enkel deel van de tegenwerkende invloed van zijn aandacht kan ontsnappen. Het gebeurt regelmatig dat voorspellingen niet goed worden gecontroleerd door een juiste beschouwing van die tegenwerkende invloed en dat de effecten meteen als volledig uitwerkend worden beschouwd overeenkomstig aan de primaire werking (van de atmosfeer) en zonder welke interventie dan ook.

Deze tekortkoming van het niet voldoende beschouwen van tegenwerkende invloeden heeft natuurlijk de mening aangewakkerd dat alle toekomstige gebeurtenissen volledig onveranderlijk en onvermijdelijk zijn. Maar aangezien de voorkennis van bijzondere omstandigheden - hoewel niet geheel onfeilbaar - toch toepasbaar zijn en een nadere beschouwing verdienen, moeten de voorzorgen in bijzondere gevallen op soortgelijke wijze worden toegepast, en als het niet voor het algemene voordeel is, maar uitsluitend in bepaalde gevallen, dan is het nog steeds de moeite waard en moet het gezien worden als van geen geringe waarde.

Hiervan schijnen de Egyptenaren goed op de hoogte te zijn geweest, hun ontdekkingen van de grote gaven van deze wetenschap hebben die van andere landen overtroffen en zij hebben in alle gevallen de medische kunst gecombineerd met astronomische voorspellingen. En waren zij van mening geweest dat alle verwachte gebeurtenissen onveranderlijk zijn en niet gekeerd konden worden, dan hadden zij nooit tegenmiddelen en voorzorgsmaatregelen tegen de invloed van de atmosfeer ingesteld, of die invloed nu aanwezig was of nog moest komen, algemeen of in het bijzonder.
Maar de mogelijkheden van de wetenschap die zij Medische Wiskunde noemden, combineerden zij de voorspellingskunst met de optredende secundaire invloeden en het verloop van de natuur alsmede met de tegengestelde invloed, die uit de natuur zelve kon worden verkregen. En door middel hiervan zetten zij de aangegeven werking om in iets nuttigs en voordeligs. Aangezien hun astronomie hen het soort temperament aanwees dat vatbaar was voor inwerking ervan, en ook de gebeurtenissen in de atmosfeer van waaruit verder te gaan en de bijzondere invloed van zulke gebeurtenissen, terwijl hun medische begaafdheid hen bekend maakte met alles dat geschikt of ongeschikt was voor deze effecten.

En het is volgens dit proces dat redmiddelen voor huidige problemen en voorbehoedsmiddelen voor toekomstige problemen moeten worden verkregen, want zonder astronomische kennis zou de medische hulp zeer vaak onnuttig zijn, want dezelfde identieke geneesmiddelen zijn voor alle personen wie dan ook niet beter dan zij voor welke ziekte dan ook geschikt zijn.

De praktische toepasbaarheid en het nut van voorkennis zijn tot nu toe in het kort verklaard, de hierop volgende verhandeling zal hierop doorgaan. Het begint inleidend met een overzicht van de effectieve eigenschappen van elk van de hemellichamen, genomen van de regels van de Ouden, wier waarnemingen in de natuur hun oorsprong vonden. Als eerste volgen de invloeden van de planeten en van de Zon en de Maan.

 

 

Geplaatst 11 juni 2008, © J. Ligteneigen

 

 

 

 

     

 

 

       

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

______________________________________________

Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on:   02/07/2023