Klassieke
Astrologie |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Menu
Klassieke
Home-pagina
|
Klassiek > Geschiedenis > Babylon > babylon1.html
Geschiedenis: Mesopotamische Astrologie van 2000 v.Chr. tot ca. 1 n.Chr.
Zie ook de astrologie van de Grieken en Romeinen.
Om een breder overzicht te krijgen van de ontwikkeling van de astrologie in Mesopotamië, ofwel de astrologie van de Babyloniërs en de Chaldeeën, lijkt het mij nuttig om eerst iets te vertellen over het gebied Mesopotamië en de ontwikkeling van het Babylonische- en Assyrische Rijk gedurende de periode 4000 v.Chr. tot ongeveer het jaar 1 na Chr.
Mesopotamië is de aanduiding van een gebied, gelegen rondom de twee beroemde rivieren Eufraat (lengte ca. 3600 km) en de Tigris (lengte ca. 1900 km), ook wel Tweestromenland genoemd. Aan de oostgrens wordt het begrensd door het berggebied van het Zagrosgebergte van Koerdistan en de Taurus, waar beide rivieren ontspringen. In het westen en zuiden wordt het begrensd door de Syrische woestijn en Saoedi-Arabië. Net als in Egypte dankt het zijn vruchtbaarheid rond de rivieren aan de regelmatig terugkerende overstromingen van de Tigris en vooral de Eufraat. In het noorden liggen steden als Ninive nog steeds aan de stroom, maar naar het zuiden verplaatsen de rivierbeddingen zich regelmatig en liggen ruïnes van oude steden er nu vaak kilometers vandaan. Het grondgebied van Mesopotamië ligt grotendeels binnen de grenzen van het huidige Irak, maar omvat ook een deel van het huidige Syrië en Iran. De kaartjes 1. en 2. hieronder geven de ligging aan van Mesopotamië in vergelijking met het huidige Irak.
1. 2.
Vanaf ongeveer 3500 v.Chr. leefden in het zuiden de Sumeriërs, en in het noorden de Akkadiërs. Dit is de "Uruk periode" (3500-2900). In 3400 is er al een handelspost van de Sumeriërs in Habuba Kabira in Syrië als onderdeel van een wijdvertakt handelsnetwerk. In 3300 wordt in Sumer de oudste vorm van het schrift uitgevonden, het pictografische schrift, waaruit later het spijkerschrift wordt ontwikkeld. Het besef van politieke eenheid neemt toe en de Koning van Sumer en Akkad bestuurt het hele land. Irrigatiewerken, tempeltorens en steden verrijzen als kenmerken van een bloeiende landbouwbeschaving in de Jemdet Nasr-periode (van 3100-2700 v.Chr.).
In de Oudbabylonische tijd komen de Babyloniërs die onder leiding van Hammurabi (+/- 1710-1668) een bloeiperiode kenden, in de zg. "Eerste Dynastie van Babylon". Koning Hammurabi van Babylon introduceerde harde wetten en strenge regels over o.a. de landbouw, veeteelt, diefstal, moord, lijfelijk letsel, schade aan goederen, de positie van de vrouw en het kind, in totaal werden zo'n 282 geschreven wetten ingevoerd. Kort na het bewind komt het rijk ten val door aanvallen van de Hittieten in het noorden. Daar maken de Kassieten gebruik van om vanuit Perzië het land te komen plunderen en het uiteindelijk te besturen vanuit hun hoofdstad Dur Kurigalzu.
Omstreeks 1100 v.Chr. veroveren de Assyriërs heel het Nabije Oosten. Eeuwen later, na de val van Nineve, kent het "Nieuw Babylonisch rijk" onder Nebukadnezar een korte bloeiperiode. In het Nieuwe Assyrische Rijk was koning Assurbanipal (669 – 627 v.Chr.) was de laatste grote heerser van Assyrië. Het was de koningin-moeder Naqi'a die de opvolging regelde. Zij plaatste haar kleinzoon Assurbanipal, die eigenlijk over Babylon had zullen gaan heersen en als één van de zeer weinige vorsten uit de oudheid kon lezen en schrijven, op de troon. Een oudere broer, Shamashshumukin, werd onderkoning van Babylon, maar kwam in opstand. De opstand werd neergeslagen en Shamashshumukin kwam om in de brand die zijn paleis in de as legde. Assurbanipal veroverde ook Egypte tot aan Thebe (ca. 667-664 v.Chr.). Zijn rijk strekte zich uit van Noord-Egypte tot Perzië. Tijdens zijn leven kon hij met moeite zijn rijk samen houden, (vooral de Babyloniërs maakten het hem moeilijk) en na zijn dood in 627 v.Chr. ging het rijk dan ook volledig ten gronde. Assurbanipal was niet alleen een militair. Hij was het die opdracht gaf van alle kleitabletten in het zuiden van zijn rijk kopieën te maken en die kopieën naar het noorden te brengen voor de Bibliotheek van Nineve, de eerste bibliotheek uit de geschiedenis, die bovendien voor de assyriologie van onschatbare waarde is.
De Perzen bezetten het rijk van 538 v.Chr. tot 331 v.Chr. waarna het gebied in handen viel van Alexander de Grote van Macedonië.
In onderstaande tijdlijn heb ik een aantal belangrijke perioden gemarkeerd die samenhangen met de ontwikkeling van de astrologie, met name in de periode 2000 v.Chr. tot ca. 1 n.Chr.
Voor zover kan worden nagegaan begon de aanbidding van de 7 astrologische goden (de 7 planeten) zo rond 2000 voor Chr. De namen van de goden veranderen nogal door de honderden jaren heen. Een voorbeeld hiervan is een tablet, afkomstig uit de tempel van Marduk in Babylon (ca. 900-800 v. Chr.), en is gewijd aan een priester door zijn zoon:
Afb. 3.
De figuren die in reliëf zijn afgebeeld, stellen de vader en zijn zoon
voor. Hun geschoren gezichten geven aan
"Moge Marduk, de grote heer, in boosheid op hem neerkijken, en
moge zijn naam en zijn zaad door
Er is in feite niet zo heel veel bekend van de oude beschaving van de Soemeriërs, maar het is zeer waarschijnlijk dat hun kennis van de wiskunde op een zeer hoog peil stond. Daarnaast waren zij zeer goede waarnemers. Vrijwel elke stad heeft een eigen tempel cq. observatorium in de vorm van een toren of piramide met verschillende verdiepingen, waarvan de vier hoeken op de vier hoofdpunten van de hemel zijn gericht. Deze "ziggourats" waar de geleerde priesters zetelen, worden bekroond door een heiligdom dat aan een godheid is gewijd en dat geacht wordt de schakel te vormen tussen de hemel en de aarde. De Chaldeeuwse astrologie die daar wordt bedreven, heeft al een wetenschappelijk-astronomische basis die berust op methodische observaties. Dit is al een vorm van astronomie die plaatsgebonden is, waarbij bepaalde lijnen elkaar onder een hoek snijden. de toekomstvisies en voorspellingen die eraan ontleend worden, hebben betrekking op het lot van de vorst en van de staat. Verder maken deze observaties het mogelijk om een kalender voor de landbouw en voor religieuze plechtigheden op te stellen, want alle belangrijke gebeurtenissen in het openbare leven zijn ondergeschikt aan de interpretatie van de hemellichamen.
De documenten die stammen uit deze oer-oude tijden gaan terug tot zo'n 3000 à 4000 jaar voor onze jaartelling, maar het eerste echte levende bewijs hiervoor heeft betrekking op de beroemde voorspelling van Sargon, koning van Akkad (2400 v.Chr.). De voorspelling is gebaseerd op een observatie van de planeet Venus. Een bakstenen tablet dat nog in perfecte staat verkeert, bevat een voorspelling die op een maansverduistering is gebaseerd: "De Koning van Akkad sterft en zijn onderdanen zijn veilig. De macht van de Koning van Akkad zal gaan tanen. Zijn onderdanen zijn welvarend" De bewuste maansverduistering heeft plaatsgevonden op 11 mei in het jaar 2259 v.Chr. en is samengevallen met de dood van Naram-Sin, de kleinzoon van Sargon.
In het Brittish Museum te Londen bevinden zich duizenden soortgelijke tabletten die afkomstig zijn van de bibliotheek van Assurbanipal in Niniveh. De vijftigduizend tabletten die in bibliotheek van de tempel van Nippur (Zuid-Oost van Babylon) zijn aangetroffen, bevatten teksten die daarin met vaste tussenpozen tussen de jaren 3000 en 5000 v. Chr. zijn gegraveerd.
Een van oudste en goed bewaarde tabletten is het zogenaamde Venus-tablet van Ammisaduqa, dat beschreven werd te tijde van het heerserschap van koning Ammisaduqa van Babylon, ergens tussen 1646 en 1626 v. Chr. Een afbeelding hiervan vindt u hieronder:
Afb.4.
regen brengen en Ea zijn vloedstromen. Boodschappen van verzoening zal
worden verzonden van
Hieruit wordt al duidelijk dat aan de planeet Venus goede uitwerkingen werden toebedacht. Het Venus-tablet is een onderdeel van een grotere serie tabletten met voorspellingen, beter bekend als de "Enuma Anu Enlil" die bewaard zijn gebleven in de bibliotheek van de koning Assurbanipal. Deze serie tabletten (ook wel "steles" genoemd) vormen de voorspellingen die verzameld zijn tussen 1600 en 1000 v. Chr. Hieruit wordt tevens de ontwikkeling van de astrologie in die periode duidelijk De voorspellingen zijn voornamelijk gebaseerd op het rijzen en ondergaan van de planeten en is geheel mundaan van aard: ze zijn gemaakt voor het gehele land of voor de koning als belangrijkste vertegenwoordiger van het land.
Delen van de "Enuma Anu Enlil" zijn ook gevonden in het Oosten van Turkije en stammen uit de periode van vóór 1360 v. Chr. Dit betekent dat de Mesopotamische astrologie zich al langzaam aan het verspreiden was naar andere gebieden. Een ander voorbeeld van een gedecodeerd kleitablet van Ammisaduqa staat hieronder afgebeeld:
Afb.5
In de oudste documenten worden de Soemerische goden in direct verband gebracht met de bomen en de planten, zoals Sin, de Maangod die geassocieerd wordt met de levenskracht die de bomen en planten laat groeien. De hemellichamen zijn levende, bezielde, goddelijke verschijnselen. De planeten worden met de belangrijkste goden in verband gebracht. In hun bewegingen drukken ze de activiteit uit van de goden van wie ze de belichaming zijn, de goddelijke bestuurders van het natuurlijke, het planten-, dieren- en menselijke leven.
De officiële religie van Babylonië is een religie van lotsbestemming die door de goden wordt opgelegd. Het gaat in de eerste plaats om de goddelijke wil, want de goden waren de werkelijke vorsten van het heelal, die hun macht delegeerden aan de koningen op Aarde. Deze godenwereld, waarbij de goden zelf óók als mensen worden voorgesteld, is alleen maar een model van de menselijke wereld. De mens is een object van het lot, maar ook planeten of stenen of gebouwen maken deel uit van het lot, zoals standbeelden, tempels en steden. Op die manier wordt ook de zin van ceremonies begrijpelijk bij het oprichten van een tempel of een stad. De
koning of de priester treedt in de plaats van de godheid en voort bepaalde
handelingen uit, die als doel hebben om de lotsbestemming vast te leggen.
Kennis van astronomie
De bibliotheek van Assurbanipal in Niniveh bevatte ook de eerste sterrencatalogus,de Mul Apin, zeer waarschijnlijk uit het jaar 687 v. Chr. Het is bekend dat de Assyriërs al heel lang bezig waren om de sterren in de hemel rigoureus in kaart te brengen. Het hoogtepunt lag wellicht rond 747 v. Chr. in de regeerperiode van koning Nabonassar. Vanaf die datum worden de astronomische observaties vastgelegd op diverse tabletten. Hieronder ziet u een kopie van de beroemde Mul Apin uit 687 v. Chr.:
Afb. 6.
Het afgebeelde tablet is aanwezig in het British Museum te Londen. Het
tablet meet
Alle andere kolommen en regels beschrijven allemaal diverse sterren en
sterre-
Zo rond 600 v.Chr. begon er langzamerhand een mengeling op te treden van diverse culturen. De Grieken begonnen rond die periode de astronomie te bestuderen en de werelden van de Grieken en de Mesopotamiërs begonnen zich in zekere zin te vermengen. Het is bekend dat de Griek Pythagoras ergens tussen 569 en 510 v. Chr. in Babylon studeerde.
Afb. 7.
Pythagoras werd geboren op Samos, een van de toen welvarende Griekse
eilanden in de Egeïsche Zee.
Wat wij uit de wiskunde nog kennen is de beroemde "Stelling van Pythagoras", ofwel A2 + B2 = C2 bij een rechthoekige driehoek, waarbij C de schuine zijde voorstelt en A en B de aanliggende zijden.
De hemellichamen -ook de aarde- bewegen zich volgens Pythagoras in cirkelvormige banen om een centraal vuur. Dat vuur zien wij niet, want aan de kant van de -kennelijk bolvormige- aarde waar je dat vuur wel zou kunnen zien is geen leven mogelijk. De stralen van deze banen verhouden zich als de tonen in het octaaf. Door hun beweging in deze banen brengen de hemellichamen muziek voort, een "hemelse symfonie" of "harmonie der sferen." Het heelal is dus een geordend geheel, een "kosmos". Dit idee van het heelal als kosmos zou een belangrijke bron van inspiratie worden. Omdat tien het volmaakte getal was, moest het heelal dus wel uit tien hemellichamen bestaan. Met de vijf toen bekende planeten (Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus), de zon, de maan, de aarde en het centrale vuur kwam men slechts aan het getal negen. Dan moest er, recht tegenover de aarde, een "tegenaarde" of "antichthon" rond het centrale vuur cirkelen. Aarde en tegenaarde cirkelden in de kleinste baan; daarna kwam de maan, vervolgens de zon, en nog verder de planeten. Archimedes vertelt dat er een volgeling van Plato was, Aristarchos, die aannam dat de aarde niet om een centraal vuur, maar om de zon cirkelde. Het geschrift, waarin Aristarchos dit beschreef, is helaas verloren gegaan.
De Perzen
Cyrus II de Grote (in de Bijbel Kores genaamd) is de stichter van het Perzische Rijk. Hij stamt uit de dynastie van de Achaemeniden, die het Perzische Rijk regeerde. Cyrus slaagde er echter in tegen zijn leenheer Astyages in opstand te komen en de Meden te verslaan. Daardoor werd hij in 550 koning van Meden en Perzen; hij beheerste daardoor een gebied dat min of meer samenvalt met het huidige Iran en het oosten van Turkije. Nu begon een reeks veroveringen die dit rijk deden uitgroeien tot het grootste wereldrijk tot dan. Babylon, Palestina, Egypte, Bactrië, Klein-Azië en de Centraal-Aziatische steppenomaden moesten zijn gezag erkennen. Hij liet tevens de eerste hoofdstad van het Achaemeniden (het vroegere Perzische Rijk) bouwen, Pasargadae genaamd, deze lag ongeveer 87 km ten noordoosten van de historische stad Persepolis.
In 538 v.Chr. veroverden de Perzen onder leiding van Cyrus II dus Babylonië en hiermee begon ook een vermenging van invloeden, kennis en kunde plaats te vinden. Cyrus heeft aan verschillende vijanden genade geschonken. Een van de koningen die hij versloeg, zou zelfs nog vijftien jaar zijn staatssecretaris zijn geweest. Na zijn machtsovername stuurde Cyrus onverwijld de godenbeelden en andere religieuze voorwerpen van de verschillende Mesopotamische steden terug, die door de Babylonische koningen vroeger waren geroofd en naar de hoofdstad gesleept. Er is vaak geopperd dat ook de Joden de uit de tempel geroofde voorwerpen terugkregen. Velen die destijds naar Babylonië verbannen waren, zouden toestemming hebben gekregen om naar hun vaderland terug te keren, waarmee een einde kwam aan de "Babylonische ballingschap".
Hij was niet alleen de stichter van het grootste wereldrijk vóór de Romeinse, maar een visionair vorst met ideeën omtrent een ideaal bestuur, zoals de wereld nog niet eerder had gekend, en die pas weer zouden opkomen bij Alexander de Grote. Hij was zowel een organisator als een veroveraar, en hij was wijs en tolerant genoeg om de overwonnen volken hun eigen manier van leven en hun godsdienst te laten behouden. Deze brede opvattingen bezorgden hem tot heden de naam van de meest liberale vorst uit de oudheid. Hij verwierf vooral de blijvende dankbaarheid van de Joden, omdat hij hun toestond uit de gevangenschap huiswaarts te keren, en de heilige voorwerpen die Nebukadnezar had gestolen uit de tempel te Jeruzalem, mee terug te nemen.
Verdere ontwikkeling van de astrologie.
Rond 432 v. Chr. werden als eerste de astrologische dierenriemtekens gebruikt in plaats van de daarvoor gebruikte sterrenconstellaties. Tussen beide bestaat een zeer groot verschil. Als voorbeeld neem ik bijvoorbeeld het sterrenbeeld Vissen, dat u hieronder afgebeeld ziet:
Afb. 8.
Ergens in de 4e eeuw (v.Chr.) begon men wiskundige theorieën op te stellen voor het berekenen van de posities van de hemellichamen. Dit waren geen baanberekeningen, maar zeer geavanceerde numerieke methoden, gebaseerd op eerdere waarnemingen, waarmee men toekomstige posities kon "extrapoleren" uit een reeks eerdere waarden. Deze methodieken waren uiterst geavanceerd en stonden op hetzelfde niveau als de wiskunde uit de 17e eeuw. Om deze posities vast te leggen op een schaalverdeling, heeft men de 360 graden verdeling uitgevonden alsmede de indeling van die 360 graden in twaalf gelijke stukken van 30 graden, de dierenriemtekens. Dit werd in eerste instantie dus gedaan ter vastlegging van de berekeningen en niet voor astrologische doeleinden, want daarvoor gebruikte men nog steeds de sterrenconstellaties. Deze werkwijze is zeker doorgedrongen bij de Indiërs, de Egyptenaren en waarschijnlijk ook bij de Perzen, alhoewel daarvan niet zo erg veel bekend is.
Uit al deze zaken werd steeds meer duidelijk dat de hemelverschijnselen niet alleen maar de wil van goden waren, maar dat deze volgens bepaalde mathematische wetten berekend konden worden. Er was in zekere zin orde in het universum die berekend kon worden. De pure afhankelijkheid van de goden werd minder en werd ook de relatie tussen astrologie en religie steeds losser. Astrologie werd steeds meer het toepassen van bepaalde technieken.
Zo werd ook langzamerhand de geboorteastrologie ontwikkeld. Dit proces zette ergens in tussen de 7e en5e eeuw (v.Chr.). Dit bestond in primaire vorm uit het berekenen van de posities van de Zon, Maan en planeten in de zodiak en waarschijnlijk werden ook de conjuncties van deze hemellichamen met de "vaste sterren" vastgelegd. Er is dan nog geen spoor te vinden van een Ascendant, een MC of tussengelegen huizen. Deze geboorteastrologie zal in eerste instantie alleen voor de elite zijn gebruikt: koningen en hun families, personen uit de hofhouding en daarna andere belangrijke personen. Voor de gewone man in de straat zal het veel moeilijker zijn geweest om een horoskoop te laten maken, veelal zal men hiervoor flink hebben moeten betalen.
De oudste Babylonische horoskoop schijnt afkomstig te zijn van 29 april 410 v.Chr. Van het (klei?) tablet is niet veel meer over.
Het Perzische Rijk had rond 500 v.Chr. een enorme omvang bereikt, zie de afbeelding hieronder.
Afb. 9
Het tijdperk van Alexander (III) De Grote
Toen een zekere Alexander de Grote (geb. Pella, 26 juli 356 v.Chr. - gest. Babylon 11 juni 323 v.Chr.) vanuit Macedonië naar het Oosten trok en daar in snel tempo zijn nieuwe Rijk stichtte, werden vanuit zijn veldtochten vanaf 334 v.Chr. de diverse landen snel veroverd. Hieronder een stukje uit de Wikipedia Encyclopedie op het internet.
"....In 334 v.Chr. begon Alexander aan zijn beroemde veldtocht tegen Perzië. De eerste twee jaar richtte hij zich op Perzië, dat toen een groot gebied beheerste dat het hedendaagse Iran, Irak, Syrië en Turkije omvatte. Zijn vader had al dit plan opgevat, terwijl ook de Grieken er warm voor liepen om eindelijk met de Perzische erfvijand af te rekenen. Alexander veroverde eerst Klein-Azië. In de ooit door Griekse kolonisten gestichte steden in Klein-Azië zou Alexander vaak als bevrijder worden gezien. Hij versloeg een Perzisch legertje bij de rivier de Granicus en veroverde daarna stad na stad. Na anderhalf jaar (herfst 333 v.Chr.) versloeg hij de Perzen bij Issos. De Perzische koning liet zich in een engte lokken, tussen het gebergte en de zee, waar hij weinig had aan zijn numerieke overmacht; kwalitatief waren de Macedoniërs hem de baas. Na Issos rukte Alexander op naar het zuiden, richting de Libanon en Egypte om eerst deze gebieden te bezetten zodat de Perzen hem later niet in de rug konden aanvallen. Aan de voor de Libanese kust gelegen eilandstad Tyrus stelde hij een ultimatum om vrijwillig toegang te geven voor hem en zijn leger. De handelslieden van Tyrus hadden daar geen interesse in en waanden zich onaantastbaar op hun goed beveiligde eiland. Maar Alexander liet een dam aanleggen tot bij de stadsmuren en na een lange belegering wisten zijn soldaten de muren te veroveren. Woedend over het verzet dat Alexander veel tijd had gekost liet hij zijn manschappen de stad plunderen en verwoesten. De bevolking werd grotendeels uitgemoord en de overlevenden als slaaf verkocht. Hierna trok Alexander naar Jeruzalem dat hem na het inmiddels bekend geworden lot van Tyrus wijselijk vrije doortocht verleende. In Egypte werd Alexander als bevrijder ontvangen en kostte het hem niet veel moeite om zijn gezag te vestigen. Hij liet zich als nieuwe Farao eer bewijzen en liet de eerste plannen opstellen voor de bouw van de nieuwe stad Alexandrië aan de monding van de Nijl. Hierna richtte Alexander zich weer naar het oostelijke Perzische kernland om dit definitief te verslaan. Hij rukte verder op naar het oosten. Gaugamela versloeg hij op 1 oktober 331 v.Chr. opnieuw Darius III (zie Slag bij Gaugamela). Darius wist te ontkomen maar werd later vermoord door een van zijn eigen generaals. Daarna veroverde hij de Perzische steden Babylon en Persepolis, de gebieden Medië en Scythië en de steden Susa, Herat en Samarkand....."
Afb. 10. Het Rijk van Alexander de Grote bij diens dood in 323 v.Chr.
De gevolgen van al deze gebiedsveroveringen door de Perzen en door Alexander de Grote voor de astrologie waren natuurlijk gigantisch te noemen. Steeds werden de gebruiken en technieken door elkaar vermengd. Het is dan op een zeker moment niet meer duidelijk vast te stellen of bepaalde astrologische vooruitgang nu door de Grieken werden teweeggebracht of door de Mesopotamiërs of eventueel door de Egyptenaren werden beïnvloed.
De vroegst bekende astrologische efemeriden schijnen uit het jaar 308 v. Chr. te komen, waarvan u hieronder een voorbeeld ziet.
Afb. 11.
De meeste (geboorte) horoskopen komen uit de periode vanaf de derde eeuw v. Chr. Er is zelfs een conceptiehoroskoop bekend uit deze periode. De horoskopen bevatten gewoonlijk de naam van de geborene en een opsomming van de posities van de hemellichamen. Soms werden enkele hemelverschijnselen genoteerd, gevolgd door een paar zeer korte interpretaties in de zin van "hij wordt rijk" of "hij wordt oud".
Hieronder ziet u een voorbeeld van zo'n horoskoop uit het jaar 68 v.Chr.(16 april)
Afb.12.
Het tablet heeft een voor- en een achterzijde (links en rechts De transcriptie van het linker stuk luidt: 1. Jaar 243, Nisannu 2. De 20e dag, het 9e uur, werd het kind geboren 3. In dit uur was de maan aan het eind van Steenbok, 18° 4. de Zon aan het einde van Ram, 30°, Jupiter 5. in Boogschutter in 24°, Venus in Tweelingen 6. in 13°, Saturnus in Waterman in 15° 7. Mars in Weegschaal in 14°, Mercurius die ondergegaan is, was niet zichtbaar 8. Nisannu .......
Op de achterzijde is te lezen: 1. De Maan ging onder na zonsopkomst op de 14e, laatste zichtbaarheid van de Maan op de 27e 2. Dat jaar Abu de 28e dag 3. was een zonne-eclips waarnaar uitgekeken werd, niet te zien 4. in het einde van de Leeuw 5. Ululu de 13e bij zonsondergang 6. een maaneclips die meer dan 1/3 van de schijf was 7. trad op: (de maan) was al verduisterd toen zij opkwam 8. in Vissen
Er is nog een aanvullend stukje gevonden:
Afb. 13
met de tekst:
1. voor dat kind veel geluk....... 2. (zijn) geluk zal minder worden......
De genoemde maand "Nisannu" is de equinoctale maand (van het teken Ram) en die kon alleen voorkomen in de jaren 7, 15 of 18 van de 19-jarige cyclus (waarin de maandsknoop weer op zijn eigen plaats staat - dit wisten de Babyloniers al lang...) De genoemde zonne-eclips is van 20 aug. 68 v.Chr. van 12:31 UT (nagerekend door Oppolzer). Hierbij staat de Zon op 29° Leeuw. Het 9e uur komt overeen met een UT van 11uur 50m en de horoskoop, berekend met het programma Newcomb geeft het volgende:
In het jaar 68 v.Chr. bedroeg het Synetic Vernal Point (SVP) 364°. Dit is hetzelfde als 4 graden. De posities in deze horoskoop zijn de zodiakale posities (zonder de verschuiving van het lentepunt). De Babyloniërs werkten met de Siderische zodiak en dus zouden wij bij alle posities 4 graden moeten optellen om te kunnen vergelijken met wat de Babyloniërs hebben berekend.
Het huizensysteem volgens Placidus is overigens het enige dat correct aangeeft in het hoeveelste uur de Zon zich bevindt. Namelijk precies op de Ascendant bevindt de Zon zich in zijn eerste uur. Precies op het MC bevindt de Zon zich in zijn 6e uur. Op de cusp van het 8e huis in zijn 10e uur. De Zon bevindt zich op 20 graden boven de cusp-8 en dit komt overeen met 1uur20minuten. De Zon vindt zich hier op zijn 8e uur en 40 minuten, ofwel zijn 9e uur, zoals het spijkerschrift aangeeft.
Vergelijken wij nog even de posities van de hemellichamen:
De verschillen zijn niet groot, gezien de periode waarin deze horoskoop door de Babyloniërs werd gemaakt.
Toen in de periode 290 v. Chr. de Babylonische priester Berosus een astrologische school stichtte op het Griekse eiland Kos, alwaar hij voornamelijk onderwees in astronomie en astrologie zal datgene wat hij onderwees en de horoskopen die hij maakte erg veel geleken hebben op datgene wat u hierboven heeft gezien. Uitgebreide analyses zoals wij die nu kennen, maar die de latere Grieken zeker ook maakten, waren hier nog niet aan de orde. Toen de Grieken hun astrologie in een zeer korte tijd ontwikkelden, werden de methoden van de Babyloniërs wat meer op de achtergrond geschoven en kreeg de Griekse filosofie meer en meer grip op het dagelijks leven. Dat zal zich zeker hebben weerspiegeld in de manier waarop de Grieken met astrologie omgingen. De methodes om de Zon, Maan en de planeten te berekenen werden steeds beter, ook geboorteastrologie werd steeds belangrijker en het is duidelijk waarneembaar dat in de periode 200 v. Chr. tot 600 na Chr. zich een ware "revolutie" heeft voltrokken in het astrologisch denken.
In het hierna volgende zeer grote artikel over de geschiedenis van de Griekse astrologie wordt zeer uitgebreid stilgestaan bij de manier waarop de Grieken, Egyptenaren en Romeinen in de periode tussen 200 v.Chr. tot 600 na Chr. de astrologie hanteerden en welke impact dit heeft gehad op het gehele West-Europese astrologische denken tot op de dag van vandaag.
Ter afsluiting van dit artikel resteert mij hier nog enkele interessante punten te melden die zo kenmerkend zijn geweest voor de Babylonische periode en die u grotendeels kunt terugvinden in het bovenstaande artikel.
Aanbevolen Nederlandstalige boeken over de Klassieke Astrologie
Gebruikte bronnen
Afbeeldingen:
Boeken, artikelen:
Start pagina: 30 december 2007, © J. Ligteneigen Aangepast: november 2019, © J. Ligteneigen |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Teller:
|