Boekbespreking Nederlandse Boeken

                                                 door J. Ligteneigen                                  

 

Menu zonder JAVA

 

Home

 

Mail

 

 

 

 

 

 

Home > Boeken > BoekNED03 

AUTEUR: Howard Sasportas.

TITEL: De Twaalf Huizen, Een astrologische interpretatie van de twaalf huizen in uw horoskoop.

GEGEVENS: Amsterdam; uitgeverij Schors; 1993; 472 blz.;paperback;

ISBN: 90-6378-263-2;                       Nederlandstalig;

Prijsindicatie: ƒ 49,95.

Ik had dit boek al ruim een jaar op de boekenplank ‘geparkeerd’ vanwege andere activiteiten die mijn tijd opslokten. Bij de aanschaf was mij het heldere taalgebruik in het boek al opgevallen. Bijna altijd ‘controleer’ ik bij aanschaf van astrologische boeken of ik bepaalde begrippen terugvind, die ook door de heer Gieles in Sagittarius of in zijn lessen worden besproken. Bij de huizen kijk ik meestal naar huis 11 en hoop daar meer te vinden dan het altijd terugkerende “vrienden”-gedoe. Kom ik ook begrippen zoals “hoop”, “verlangens”, “aspiraties” tegen, dan herken ik dat de betreffende schrijver de conventionele begrippen probeert te doorbreken. In dit boek is dit zeker het geval. Bovendien ben ik er zaken tegengekomen, die voor mij een duidelijke toegevoegde waarde hebben gebracht aan de bestaande betekenissen van de huizen.

Howard Sasportas en Liz Greene

Alhoewel het boek tot de psychologische astrologie behoort, is het toch op een dusdanige manier geschreven dat het voor zowel de beginnende astrologiebeoefenaar als de gevorderde plezierig lezen is, waarbij de psychologische begrippen speels worden gehanteerd, zonder al te gewichtig te zijn.

Howard Sasportas en Liz Greene zou je bijna de onafscheidelijke psychologische tweeling binnen de astrologie kunnen noemen. Liz Green werd vooral bekend door haar boek “Saturn, a New Look at an Old Devil” dat weliswaar psychologisch van aard is, maar een geweldig goede beschrijving geeft van de veelomvattende principes van Saturnus. Ook zij schrijft met een duidelijke stijl, die tevens prettig leesbaar is. Dat wil niet zeggen dat ik al haar boeken heb of gelezen heb, maar het is de moeite waard.

Howard Sasportas komt uit dezelfde ‘school’ om het zo maar te noemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist Liz Greene het voorwoord heeft geschreven. Liz Greene en Howard Sasportas hebben in Londen samen het “Centre for Psychological Astrology” opgericht, dus dat verklaart een hoop.

Psychologishe Astrologie

Denkt u nu niet dat ik een fervent voorstander van psychologische astrologie ben. Eigenlijk kom ik uit een traditionele achtergrond  met veel oog voor het praktische. De leer van de Ouden, gecombineerd met de mythologische symbolen zijn voor mij een belangrijke drijfveer om de astrologie op die manier toe te passen. In de voorgaande boekbespreking van “Goden en Planeten” heeft u mijn voorkeur kunnen herkennen. Uiteindelijk zijn de mythologische symbolen tóch weer psychologie, omdat wij allen toch handelen en denken volgens bepaalde oerprincipes, die in de psychologie al lang vastgelegd werden. Op zich is er helemaal niets tegen psychologische astrologie, maar het moet herkenbaar blijven. Het moet voelbaar zijn, eigenlijk ook altijd concreet merkbaar, want planeten en huizen en tekens hebben een dubbele werking: materiaal (concreet) en psychisch (mentaal).

Zo genoeg over de psychologie, terug naar het boek.

Indeling van het boek

Het boek kun je grofweg indelen in 3 blokken.

(1) In het eerste blok worden de twaalf huizen uitvoerig één na één behandeld. Hierover later meer.

(2) Het volgende blok vorm een soort intermezzo: de huizen worden ingedeeld naar de elementen vuur, aarde, lucht en water en vervolgens naar de hoedanigheden hoofd, vast en beweeglijk. Neem bijvoorbeeld het 1e, 4e,7e en 10e huis. Deze vormen samen de zgn. kardinale huizen, afgeleid van de kardinale tekens Ram, Kreeft, Weegschaal en Steenbok. Maar tevens staan die tekens mundaan in een vierkant met elkaar. Dit vierkant heeft iedereen mundaan in zijn horoskoop. Er bestaan dus mundane opposities tussen 1-7 en 4-10, maar tevens vierkanten 1-4, 4-7, 7-10 en 10-1. De schrijver staat bij elk van die spanningspunten stil en legt ook de kardinale werking van deze huizen uit.

Iets soortgelijks wordt bij de huizen gedaan, die in een mundane driehoek met elkaar staan. Bijvoorbeeld de huizen uit de vuurdriehoek, afgeleid uit de tekens Ram, Leeuw en Boogschutter. De huizen 1, 5 en 9 zijn analoog aan de genoemde mundane tekens en kunnen op soortgelijke wijze geïnterpreteerd worden.

De schrijver waarschuwt er terecht voor dat bijvoorbeeld twee planeten, die vanuit het eerste en vijfde huis een aspect met elkaar maken niet per sé een driehoek met elkaar hoeven te maken. Door de ongelijke grootte van huizen kunnen deze planeten zelfs vierkant met elkaar staan!

Hierna volgen enkele richtlijnen voor het interpreteren van tekens op de huizencuspen, planeten in de huizen en lege en volle huizen. 
In een leeg huis staat geen enkele planeet en in volle huizen staan 3,4 of meer planeten. De schrijver benadert deze situaties op doeltreffende wijze en zorgt ervoor dat men blijft nadenken over de mundane bezetting, affiniteiten, etc. 
Ook de benadering van onderschepte tekens komt goed uit de verf en het geheel van beschouwingen straalt een degelijke en koele houding uit, die mij persoonlijk erg bevalt.

Vervolgens worden de verschillende tekens op de Ascendant-Descendant besproken.

(3) In het derde deel worden de Zon, Maan, Draconis en de planeten in de huizen besproken. Dit is een uitgebreid deel, net als het eerste blok, waarin de huizen één voor één werden behandeld. Hierover later meer.

De afzonderlijke huizen

Nu u de drie blokken globaal heeft leren kennen, zal ik u weer terugnemen naar het eerste blok: de afzonderlijke huizen.

Zoals ik aan het begin al vertelde, ‘controleer’ ik een boek op bepaalde kenmerken. Als voorbeeld neem ik het 11e huis, wat van oudsher bekend staat als het huis van de vrienden. Velen kennen bijna geen andere betekenis meer en daardoor vervallen zij in een soort ‘houterigheid’, die bij de interpretatie gegarandeerd opbreekt. Het is eenzelfde houterigheid die we bij Saturnus  tegenkomen. Hier weten velen niet beter dan het woord ‘beperking’ te noemen en hierdoor hebben zij de duiding van de horoskoop teruggebracht tot een nietszeggend iets.

Nemen we als voorbeeld het 11e huis, dan gaan wij na wat enkele anderen erover schreven:

(a) Else Parker (1953): De vrienden die men in het leven krijgt. Wanneer de bezetting in dit huis gunstig is, dan zullen de vrienden hulpvaardig en betrouwbaar zijn.

(b) Cornelis Gorter (1934):  Vrienden, dus de mensen waarmee we in aanraking komen en die ons blijvend aantrekken. Analoog hieraan stelt dit huis ook voor: kennissen en gezelschapsleven. Hulp en steun van vrienden, protectie van hen.

(c) Alan Leo (1969): Vrienden, bekenden, hoop en wensen en de wens naar vereniging. Aspiraties.

(d) Max Heindel (1973): Vrienden, compagnons, mensen die het goede wensen, hoop, wensen en aspiraties in het algemeen van materiële aard en stiefkinderen.

(e) Sagittarius nr. 6 (1990): aspiraties, de hoop en verlangens van een mens en ook sponsors, beschermers of werkelijke vrienden. Vaak de publieke leiders. Democratie en vrijheid van meningsuiting. Spontaniteit. Sociale en publieke affaires, Greenpeace, culturele en artistieke zaken. Populaire muziek, grote theaters waar prominente personen optreden. Artiesten, schrijvers, astronomie en astrologie.

U heeft nu zo’n beetje een idee welke zaken het elfde huis zoal behelst.

Ook in het boek van Sasportas komen de meeste genoemde onderwerpen aan bod. Nadruk heeft echter toch het ‘sociaal bewustzijn’ als trefwoord van het elfde huis. Met sociaal bewustzijn bedoelt schrijver dat mensen die hun energie steken in het bevorderen en vervullen van hun identiteit middels de aansluiting bij groepen, verenigingen, politieke partijen, etc. De bezetting van het elfde huis zou aanwijzingen geven tot welk soort groep wij ons aangetrokken voelen, maar ook hoe wij die aansluiting zoeken. Het teken op de cusp van het 11e huis speelt hier een even grote rol

Het is jammer dat de schrijver vasthoudt aan het oude mundane heerserschap over het 11e huis, nl. .Saturnus. Bij alle overige huizen houdt de schrijver overigens keurig de nieuwe heerserschappen aan.

Vader en Moeder

Zeer interessant is de kwestie van vader en moeder in relatie met het 4e en 10e huis. In de beschrijving van het 4e huis wordt de klassieke opvatting beschreven dat het 4e huis, verbonden met de Maan als vrouwelijk principe de moeder voorstelt. Het 10e huis, verbonden met Saturnus als mannelijk figuur zou dan de vader aangeven.

Hiernaast stelt de schrijver ook enige tegenargumenten voor: “het 4e huis is ook onze ‘oorsprong’ - we erven onze naam van de vader” (in sommige landen is dit met de nieuwe wetgeving ook al niet meer zo), waardoor het 4e huis ook de vader kan aangeven. “Het 10e huis loopt veel meer in het oog dan het 4e en voor het kind is de moeder veel duidelijker aanwezig dan de vader”, waardoor het 10e huis ook de moeder kan aangeven.

Verder schrijft Sasportas nog: “De bemoedering van een kind is een duidelijk gegeven - even zichtbaar en open als het 10e huis. De bevadering daarentegen is onduidelijker, soms verborgen en soms een raadsel. Daarom kan dit beter worden gecorreleerd met het 4e huis, huis van verborgen zaken”.

De vraag over het moeder- en vaderschap houdt velen in de astrologie bezig en nog steeds zijn de meningen hierover verdeeld.

Ik voel persoonlijk veel voor het volgende voorstel van de schrijver: “Het is beter en wellicht ook nauwkeuriger te zeggen dat de ‘vormende’ ouder - degene met wie het kind het grootste gedeelte van zijn tijd doorbrengt en die er het meest toe bijdraagt dat het kind zich bij de samenleving aanpast - aan het tiende huis moet worden gekoppeld”. 
De meer ‘verborgen’ ouder - degene die minder zichtbaar aanwezig is - in verband moet worden gebracht met het vierde huis”.

Het is verder belangrijk dat de bezetting van het vierde huis (vader of moeder) niet hoeft aan te geven hoe de ouder als persoon werkelijk was, maar eerder hoe het kind de ouder ervoer, met andere woorden hoe het ouderbeeld was.

In Sagittarius nr. 12 van 1980 staat een interessant artikel van onze hoofdredacteur over het principe mannelijk/vrouwelijk. De heer Gieles laat dit afhangen van het geslacht van de geborene en beweert: “Het 10e huis geeft de moeder aan bij een man en de vader bij een vrouw. Het 4e huis geeft de vader bij een man en de moeder bij een vrouw aan. Steenbok is een mannelijk teken”.

Ondervinding is de beste leermeester. Ik raad iedereen aan om hiermee te experimenteren bij de horoskopen die u maakt.

De planeten en tekens door de huizen

In het laatste blok van het boek behandelt Sasportas de invloeden van de Zon, Maan, Draconis en de planeten in de huizen.  
Schrijver verklaart hierbij nog het volgende: “De betekenis van de Zon in een huis komt overeen met die van Leeuw in datzelfde huis - ongeacht of Leeuw op de cusp staat, onderschept is of een huis completeert dat Kreeft op de cusp heeft” .
Verder zegt hij nog : “Vergeet daarbij niet dat het huis met Leeuw op de cusp, of onderschept of completerend op de een of andere wijze in contact staat met het huis waarin de Zon staat...”.

Een erg nuttige raadgeving, omdat velen die relatie nogal eens vergeten bij de interpretatie. Ik zou eraan willen toevoegen dat de invloed van de mundane heerser even sterk dient te worden beschouwd. Staat de Zon bijvoorbeeld in het 12e huis, dan is de mundane heerser van  het 12e huis, Neptunus, belangrijk. Maakt de Zon een contact met die Neptunus of een parallel? De werking van Neptunus blijft zich doen gelden.

Mythologische beschrijvingen

Het aardige is dat vóórdat een planeet in de huizen wordt besproken, er eerst een korte samenvatting volgt van het mythologische verhaal van die planeet. Dit doet de schrijver echter niet voor de Zon en de Maan. Vanuit de mythologische beschrijving van de andere planeten wordt de werking van een planeet in een huis verklaard.

Bij de planeet Mars staat de schrijver nog even stil bij de klassieke opvatting dat Mars ook de heerschappij had over het teken Schorpioen. Sasportas geeft hier zijn duidelijke mening: “..Persoonlijk heb ik het gevoel dat Pluto alleen (en dus niet Mars: opm JL) ook voldoet als heerser van Schorpioen”. Duidelijke taal en zo hoort het.

Bij de planeet Jupiter is hetzelfde het geval: “In oude astrologieboeken wordt Jupiter aangewezen als bijheer van Vissen....Persoonlijk ben ik van mening dat Neptunus als ‘alleenheerser’ van Vissen voldoet en dat hij Jupiters hulp niet nodig heeft”. Bravo!

Vreemd genoeg schrijft hij bij Saturnus: “Saturnus is een bijheer van Waterman. ..Over het algemeen echter lijkt Waterman sterker beïnvloed te worden door Uranus dan door Saturnus”. Dit vind ik dan weer onbegrijpelijk van Sasportas. In de mythologische verhalen van Ouranos en Kronos zijn zij duidelijk gescheiden figuren met elk een uitgesproken karakter.

Bij Pluto verwijst de schrijver op voor mij onbegrijpelijke wijze naar de oude mythe van ‘De afdaling van Inanna’, verhaald in Sylvia Brinton Perera’s boek, “the Descent to the Goddess”. Hoewel het verhaal inderdaad erg mooi is en vele acties van Pluto op die manier herleid kunnen worden, zou het beter zijn als de schrijver consequent was geweest en het mythologische verhaal van Hades had gebruikt. Naar mijn idee zijn hierdoor veel meer acties van Pluto (en het 8e huis uiteraard) te herleiden.

Gelukkig neemt Sasportas hier de duidelijke stelling in dat Pluto heerser over het teken Schorpioen is.

In een notedop wordt de betekenis van de Maansknopen door de huizen besproken. Dit doet weer enigszins ‘recept-achtig’ aan en hier kunnen wij weinig mee aanvangen. Wel interessant  is het inleidende stukje. Als we ons herinneren dat de Noordelijke Maansknoop (ofwel Draconis) het snijpunt is van de Maansbaan en de Zonnebaan, dan kun je de Maansknoop zien als een vereniging tussen de principes van de Zon en de Maan. Omdat de Zonsbaan in de astrologie wordt voorgesteld door de ecliptica, is de Maansknoop meer verbonden met de Maan dan met de Zon. Een ‘Zonsknoop’ bestaat nu eenmaal niet! We spreken altijd van een Maansknoop. Zelfs de planeten, die de baan van de Zon doorkruisen hebben knopen, maar daar wordt in de astrologie (nog) geen gebruik van gemaakt..

De huizen, waarin de Noordelijke- en de Zuidelijke Maansknoop staat geven die gebieden aan, waarop de mens een evenwicht moet vinden tussen zijn ‘ingebakken’ gewoonten van het verleden (afgeleid van de Maan als het verleden) en de mogelijkheden om nieuwe dingen te creëren (afgeleid van de Zon als creatief centrum).

Een net iets groter hoofdstuk gaat over de invloed van Cheiron in de huizen. In 1977 werd tussen de baan van Saturnus en Uranus een kleine planetoïde ontdekt. Na vele jaren van onderzoek is vast komen te staan dat het om een ‘ingevangen’ komeet gaat. Over Cheiron zal ik in de serie Astrologische Astronomie nog een apart artikel wijden.

Het mythologische verhaal van Cheiron krijgt veel aandacht en het is erg interessant. Er zijn relatief weinig astrologen die met Cheiron werken. Cheiron is absoluut geen planeet, maar een kleine steenbrok, net zoals de vele honderden asteroïden tussen Mars en Jupiter, die in de astronomie allemaal in kaart zijn gebracht. In de astrologie en ook in dit blad wordt er geen gebruik van gemaakt.

Persoonlijk heb ik er nooit mee gewerkt en ik zal mij dan ook onthouden van commentaar.

Hoofdstuk 30 tot slot bevat een praktijkgeval, waarbij de schrijver per huis de verklaring geeft van het leven van een van zijn cliënten.

Samenvattend.

Het taalgebruik is voor de ‘gewone man’ te begrijpen, ondanks dat het een psychologisch geaard boek is. De schrijfstijl is prettig. en de vele voorbeelden uit zijn praktijk zijn goed te volgen.

Het boek bevat 26 afbeeldingen en 2 voorbeeldhoroskopen, niet erg veel dus voor een boek van 472 bladzijden. Er zijn ook geen tabellen aanwezig.

Wel is er redelijk uitgebreid aanhangsel van noten uit elk hoofdstuk (103 in totaal) en het hoofdstuk “Aanbevolen Literatuur” bevat 37 verwijzingen naar zowel Nederlands- als Engelstalige boeken.

Helaas bevat het boek geen alfabetische index, waardoor interessante trefwoorden heel moeilijk teruggevonden kunnen worden. Eigenlijk zouden ze voor een boek een index verplicht moeten stellen!

Aanbevelingen

Voor de beginnende astrologiebeoefenaar is het een zeer leerzaam boek, dat snel duidelijkheid geeft over de betekenis van de huizen. De schrijver beweegt zich gelukkig buiten de traditionele grenzen van de huizenbetekenissen, waardoor het geheel zeer goed in de praktijk is toe te passen. Als men in het begin nog niet erg gediend is van de psychologische benadering, dan is het boek desondanks  niet storend, omdat het veelal op de praktijk gericht is. Het is in ieder geval geen zwaar boek. Een aanrader!

Voor de gevorderde astrologiebeoefenaar zal dit boek verhoogde inzichten geven over de betekenis van de huizen. Er zitten een heleboel nadenkertjes in, die de moeite van het experimenteren waard zijn. Het inzicht zal sterk vergroot worden als u de diverse huizenbetekenissen van verschillende auteurs naast elkaar legt, zoals in ons voorbeeld over het 11e huis. Ook voor deze groep lezers is dit boek zeker de moeite waard.  

Opgemaakt: 03-12-2005 © J. Ligteneigen

Pagina layout: 09-12-2008

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

_______________________________________________

Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on:  15/07/2023