Boekbespreking Nederlandse Boeken | ||
door J. Ligteneigen |
||
Menu zonder JAVA
|
AUTEUR:
Elizabeth Teissier TITEL:
Astrologie, wetenschap van de XXIste eeuw : stellingen, bewijzen en
perspectieven GEGEVENS:
's Gravenhage, 1996; Uitgeverij BZZTôH; 315 blz.; ISBN
90 5501 342 0; harde kaft; Nederlandstalig;
oorspronkelijk Frans boek; prijsindicatie
ƒ 34,50 Dit boek, oorspronkelijk met de Franse
titel : "L'Astrologie, science du XXIe siècle" is
door mevrouw Teissier speciaal voor de Nederlandse uitgave geactualiseerd
en aangevuld met haar meest recente onderzoeken. Met nogal wat bombarie wordt de
schrijfster aangekondigd als "de
beroemdste astrologe van Europa. Haar wekelijkse vooruitzichten worden in
de meest prominente dagbladen van Europa afgedrukt. In Nederland is zij
bekend door haar wekelijkse rubriek in De Telegraaf. Bekend zijn ook haar
voorspellingen van de wereldschokkende gebeurtenissen zoals Tsjernobyl, de
beurskrach van oktober 1987, het uiteenvallen van de Sovjetunie en de
Golfcrisis". U bent dus alvast gewaarschuwd! Dit boek moet een brug zijn tussen
"de man in de straat" die nieuwsgierig is naar astrologie en de
"koninklijke kunst der sterren", zoals schrijfster zelf beweert. Het boek is ingedeeld in 6 blokken,
waarin de astrologie tegen het licht wordt gehouden van haar geschiedenis,
de huidige benadering door de mensen, de wetenschap, de huidige tijd en de
toekomst. Uiteraard komt het bekende thema "vrije wil" ter
sprake. Blok
1:
hier wordt de betekenis van de astrologie uit diverse encyclopedieën
besproken, waarna zeer summier wordt verteld wat een horoskoop is. Vervolgens vernemen we dat astrologie,
jawel een WETENSCHAP is om de volgende reden: "De
astrologie is een wetenschap doordat zij berust op de astronomie en zij
uiterst precieze en vaak saaie berekeningen noodzakelijk maakt". Vervolgens moeten we ook weten dat het
een KUNST is, nl. : "Maar de
astrologie is ook een kunst, want op die berekeningen wordt de
interpretatie geënt, een mengsel van strikt logisch denken en een flinke
dosis intuïtie". Het is fijn dit te weten. Blok
2:
Dat astrologie en astronomie in het verleden nauw met elkaar verbonden
waren wordt in hoofdstuk 3 en 4 uit de doeken gedaan. De geschiedenis van
de astrologie door de eeuwen heen wordt in het 4e hoofdstuk behandeld,
waarbij Teissier langzaam toewerkt naar dat verschrikkelijke moment in
1666, waarin de rationalistische Fransman Colbert een plechtige
veroordeling uitspreekt over de astrologie, die daarmee van de
universiteit van Parijs, de bekende Sorbone verdwijnt. Volgens Teissier
was hiervoor de conjunctie tussen Saturnus en Neptunus verantwoordelijk op
de 18e graad Steenbok. In het voorwoord geeft de schrijfster
aan dat in 1993, voor het eerst sinds 327 jaar de conjunctie
Uranus-Neptunus op precies dezelfde Steenbokgraad plaatsvindt. Dit zou dan
de aanleiding moeten zijn dat de 'koninklijke kunst der sterren' t.z.t.
weer terugkeert op de Sorbone. Tot op de dag van vandaag, is mij een
wedergeboorte van de astrologie op een der universiteiten niet ter ore
gekomen. In Blok
3, "Astrologie ontmoet Wetenschap" , tevens het grootste
blok van het boek, wordt met een reeks citaten van beroemde personen en
citaten uit artikelen melding gemaakt dat er steeds meer wetenschappers
zijn, die een relatie leggen tussen de aanwezigheid van elektromagnetische
velden en -straling in de kosmos en de eventuele invloed daarvan op al het
leven. Helaas ontbreekt hier een duidelijke analyse van mogelijke
wetenschappelijke publicaties met betrekking op de invloed op de mens,
plant en dier. In plaats daarvan bedient de schrijfster zich links en
rechts van algemene kretologie en gebruikt elk citaat dat maar enigszins
sympathiek in de richting van de astrologie wijst, zoals het volgende
voorbeeld duidelijk maakt: In de Herald Tribune van 22 januari
1985 maken twee Amerikaanse astronomen melding van het volgende : "Bronnen
van kosmische straling ontdekt. De aarde wordt constant gebombardeerd door
buitengewoon krachtige kosmische stralen, afkomstig van de bron Cygmus
X-3, die zich zou bevinden aan de rand van de Melkweg". Meteen
verbindt Teissier er het volgende mee : "Deze ontdekking bevestigt de
eeuwenoude astrologische stelling dat het heelal baadt in kosmische
energie, en dat de harmonie of disharmonie van straling een uitwerking
heeft op het gedrag, het karakter en het lot van de mens". Waar vinden wij nu het verband tussen
de aanwezigheid van Cygmus X-3 en de eventuele invloed ervan in de
astrologie? De astronomen geven die zeer zeker niet! Ook Teissier kan die
niet geven. Zo'n citaat moet de indruk wekken dat
de wetenschap met dit soort ontdekkingen indirect de astrologie enige
bestaansgrond gunt, maar dit niet openlijk durft te zeggen. Hoewel een
enkele wetenschapper hier en daar zeer zeker overtuigd is van de
werkelijkheid van de astrologie, hoeven wij ons voorlopig niet blij te
maken. Er is namelijk nog niet één officiële verklaring vanuit de
wetenschap gekomen, die de astrologische leer erkent in de zin van een
directe invloed op de mens door de stand van de hemellichamen in de
horoskoop. Alle bekende wetenschappelijke onderzoeken die een verband
proberen te leggen tussen de stand van een of meerdere planeten in de
horoskoop en het karakter en gedrag van
mensen worden aan de hand van de meest strenge statistische regels
onderzocht en eventuele positieve resultaten in het voordeel van de
astrologie worden zelfs dan nog met de allergrootste terughoudendheid
erkend - zoniet zelfs nog ontkend. In een apart hoofdstuk weet de
schrijfster 13 onweerlegbare bewijzen voor de invloed van de planeten te
noemen, met voor elk 'bewijs' één of meer onderliggende onderzoeken
en/of verhalen, die niet op onderzoeken zijn gebaseerd. Interessant is bewijs nr. 4, nl.
"Zware planeten, maansknopen en collectieve catastrofen".
Hierbij put zij uit eigen onderzoek met betrekking tot diverse krachtige
aardbevingen en noemt zij de verantwoordelijke planeten Uranus, Pluto en
de Maansknoop, die volgens haar steevast dicht in de buurt van de cuspen
van de kardinale huizen (10,1,4,7) staan. In 'bewijs' nr. 8 wordt het onderzoek
van Vernon Clark aangehaald, waarbij drie verschillende experimenten zijn
uitgevoerd met meewerking van 23 verschillende astrologen uit 6 landen,
waaronder Nederland. In één van die experimenten worden van 5 mannen en
5 vrouwen de geboortegegevens én een lijst van hun beroepen aan 20
astrologen verstrekt De astrologen moesten het juiste beroep bij het
geboortegegeven noemen. Een controlegroep van 20 psychologen, die niets
van astrologie wisten, moesten hetzelfde doen. De controlegroep haalde een resultaat,
dat overeenkomt met de verwachte kansberekening. Van de 20 astrologen hadden 17 het
juiste resultaat behaald. Dit onderzoek is beschreven in het tijdschrift
"In Search" van 1961. In 'bewijs' nr. 11 komt het onderzoek
van Michel Gauquelin uitgebreid aan bod. Ook hierover is in Sagittarius
1974/6, 1974/7 en 1982/1 het nodige geschreven. In het hoofdstuk "De geijkte
bezwaren tegen de astrologie" weet Teissier de 5 belangrijke bezwaren
redelijk goed te pareren: (1)
het geocentrische en heliocentrische systeem - (2) de precessie van het
lentepunt, waardoor de standen van de hemellichamen tegen de 'achtergrond
van de sterren' bijna 1 dierenriemteken zijn verschoven - (3) het manifest
van de 186 geleerden tegen de astrologie - (4) de onderzoeken van Bart
Bock, een der 186 geleerden en hoofd van de universiteit van Harvard in de
V.S. - (5) het onderzoek van Shawn
Carlson, gepubliceerd in het tijdschrift Nature dec. 1985. Over dit onderzoek kunt u meer lezen in
Sagittarius 1986/4. Op blz. 114 ontkomt u niet aan het
fenomeen Watermantijdperk. Ook
Teissier is er van overtuigd dat dit al begonnen is, echter ze weet niet
precies wanneer. Ze noemt achtereenvolgens 1914 (volgens een bepaalde
school), 1844 (via de precessie van de equinoxen van de Grote Piramide),
1848 (het Manifest van Karl Marx) en tenslotte 1781 (de ontdekking van Uranus
door Herschel en de opkomende Franse Revolutie), maar ze laat ook de
mogelijkheid open dat het Watermantijd er nog aan moet komen en dat we nu
in een soort overgangsfase zitten tussen Vissen en Waterman. In Sagittarius is al veel over de zin
en vooral onzin van het Watermantijdperk geschreven. Raadpleegt u de
registers er maar op na! Een hoofdstukje over zgn. Kosmische
Tweelingen, zoals schrijfster dit noemt: personen die op dezelfde plaats
en tijdstip worden geboren. Hoewel Kosmische Tweelingen feitelijk
onmogelijk kunnen bestaan, geeft Teissier beroemde voorbeelden om aan te
tonen welke gelijkenis er toch wel is tussen de levensloop van deze
geborenen., zoals de ijzerhandelaar en koning George III, beide geboren op
4 juni 1738 om 7.30 uur in dezelfde Engelse parochie. De gelijkenis van lotsbestemmingen
wordt aangevuld met diverse voorbeelden van bekende personages, echter
enige astrologische diepgang ontbreekt volledig, zoals uit de volgende
passage blijkt : "Onder de
Watermannen moeten Valéry Giscard
d'Estaing en de Westduitse oppositieleider H.J.
Vogel genoemd worden, wier geboorten slechts enkele uren uit elkaar
lagen, nl. op 2 en 3 feb. 1926". Dit heeft helemaal niets meer
met astrologie te maken. Je kunt jezelf afvragen wat deze mannen wél met
elkaar gemeen hebben. In het hoofdstuk "Grootsheid en
Dienstbaarheid van de Astrologische Prognose" legt Teissier haar
prognosesysteem op basis van transits uit. Met vele voorbeelden en citaten
uit de diverse Franse bladen maakt zij haar succes als astrologe bekend. In de Franse uitgave "Horoscope
1986" schreef ze in oktober 1985 dat "de
sterrenconfiguratie van 22 april het ontstaan van catastrofen door gas of
giftige vloeistoffen bevorderde". Op 22 april 1986 vond de
Tsjernobyl-ramp plaats. Ze verklaart ook dat ze het niet helemaal precies
had kunnen voorspellen, omdat "ik
nog niet zeker was over het verband dat gelegd kon worden tussen de
dissonanties van Pluto en de kernenergie". Kennelijk leest Teissier de
astrologische literatuur wat Pluto betreft er niet goed op na. Een
abonnement op Sagittarius misschien? In Sagittarius 1986/4 leest u meer over
deze ramp in samenhang met de horoskoop van Rusland. Ook de heer Gieles
voorzag problemen in Rusland in de periode 20 april tot 4 mei. Leest u
hierover meer in de rubriek "Wat werd bewaarheid" in dezelfde
aflevering. Blok
4
gaat geheel over de alom bekende kwestie vrije wil of determinisme.
Teissier weet in dit ene hoofdstuk heel subtiel te manouvreren tussen
enerzijds de vrije wil van elke mens, om - gegeven zijn sociale-,
erfelijke- en racialse context- toch zelf een richting te geven aan het
leven door zelfstandige beslissingen en anderzijds, zoals schrijfster dit
noemt het geconditioneerd zijn.
Hiermee bedoelt zij dat de mens in het geheel van zijn beslissingen afhankelijk
is van zijn omgeving en dat hierdoor min of meer de grote lijnen van de
levensloop al vast staan. In dit verband kun je spreken van een
aanwezigheid van een voorbeschikking. Maar er is ook een marge, die gelijke tred houdt met onze geestelijke ontwikkeling. Hoe
groter die is, des te minder we afhankelijk zijn van onze omgeving en des
te meer de vrije wil zeggingskracht heeft. De kwestie van zelfmoord wordt in verband met vrije wil of determinisme besproken
aan de hand van een voorbeeld van Pierre Bérégovoy, Frans politicus, die
de hand aan zichzelf sloeg na openbaar gemaakte schandalen In blok 5, "De Astrologie
Vandaag" geeft Teissier o.a. een indeling van mensen naar zgn.
planetaire types, die afgeleid zijn van de door Hippocrates (Griekse arts
uit de 5e eeuw voor Christus) opgestelde elementen vuur, aarde, lucht en
water. Teissier rangschikt onder het element
vuur : het Watermantype (ja u leest het goed), het Zontype en het
Marstype. Onder aarde noemt zij: het Steenboktype en het Mercuriustype.
Venus als aarde-heerser van Stier vinden we hier niet terug. Het element lucht bevat volgens haar
het Jupitertype (Ja u leest alweer goed) en het Venustype van de
Weegschaal. Het waterelement bevat tenslotte
volgens haar het Neptunustype en het Maantype. Vervolgens worden al deze types nader
beschreven, waarbij ze Saturnus heerschappij meegeeft over zowel Steenbok
als Waterman. Mars regeert volgens haar nog steeds over zowel Ram als
Schorpioen, Uranus heerst ook nog mee over Steenbok en tenslotte mag
Jupiter ook meeheersen over Vissen. Het is onbegrijpelijk dat deze
"beroemdste astrologe van Europa" een dergelijk, volledig
achterhaalde, maar ook foutieve indeling van elementen en heersers durft
aan te houden. Even verderop komt men nog het volgende
tegen: "Aan Pluto, pas in 1930
ontdekt, schrijven de astrologen het teken van Schorpioen toe.... deze
planeet schijnt een zekere affiniteit met Schorpioen te hebben ". Toch maar een abonnement op
Sagittarius? In het hoofdstuk "Wonder en Vloek
van de Computer" zet schrijfster uiteen dat de astrologische
interpretatie nooit goed door een computerprogramma kan worden
samengesteld. Een programma is nl. net zo goed als de gegevens die je erin
stopt. Waar blijft de intuïtie en het spel tussen net die ene
mogelijkheid wél en die andere mogelijkheid net niet? Bovendien vindt Teissier dat de dialoog
tussen astroloog en cliënt er een van grote waarde is, en die ontbreekt
bij de interpretatie door de computer. Hierin kan ik Teissier volledig gelijk
geven. In het hoofdstuk
"Toepassingsgebieden van de Astrologie" geeft Teissier een
13-tal mogelijkheden aan, waarvoor de astrologie belangrijk kan zijn.
Uitgebreide aandacht is er voor de medische astrologie en gezondheid en
met name de ziekte AIDS wordt uitgebreid besproken. Met een aantal voorbeelden van de
geboorte- en doodshoroskopen van overleden bekenden (de komiek Coluche, de
politicus Bérégovoy, de tennisser Arthur Ashe, de schrijver Yves Navarre,
acteur en zanger Cyril Collard en de Rus Noerejev) probeert Teissier aan
te tonen dat de dood uit deze horoskopen valt af te lezen middels de door
haar toegepaste transits. Echter
bij het bestuderen van deze transits blijkt er in al die voorbeelden niet
één volledig exact te zijn! In alle gevallen blijft het een kwestie van
hinein-interpretatie en dan is het altijd makkelijk om bepaalde
planeetstanden verantwoordelijk te stellen voor bepaalde gebeurtenissen. Het voorbeeld van Arthur Ashe wordt
uitgebreid besproken in een artikel van de artikelenpagina
en vergeleken met het min-1-systeem. In het laatste
blok probeert Teissier aannemelijk te maken dat de ontdekte kosmische-
en natuurkundige verschijnselen steeds meer in de richting wijzen van een
eenheid van de schepping en van
het wegvallen van de door de mens aangebrachte kunstmatige
scheiding tussen materie en psyche, tussen fysische wetenschap en
metafysica. De klassieke wetenschap zette schotten in de wereld en
isoleerde de mens. De moderne wetenschap zal deze schotten weer een voor
een afbreken. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de
New Age, de planetaire cylci en de vooruitzichten voor het einde van deze
eeuw. De planetaire cycli zijn de bewegingen
van de buitenplaneten Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto in de
loop der eeuwen. Regelmatig terugkerende constellaties zouden een
herhaling aangeven van eerdere soortgelijke gebeurtenissen. Besproken constellaties zijn o.a. : de
conjunctie en oppositie van Jupiter-Saturnus, Jupiter-Uranus,
Jupiter-Neptunus, Jupiter-Pluto, de
conjunctie en oppositie van Saturnus-Uranus, Saturnus-Neptunus en de
conjunctie Uranus-Neptunus. Uitgebreide aandacht krijgt de totale
zonsverduistering van 11 augustus 1999 om 11.10 uur GMT. Hierover is al
door diverse media bericht, aangezien dit unieke verschijnsel in
Zuid-Nederland, België en Frankrijk goed waargenomen kan worden. Ik zal hierover nog een laatste citaat
geven : "Als je de hemel van
die dag bekijkt, op het moment van de eclips, met betrekking tot de
geografische coördinaten van Parijs, dan kan dat kosmische schema, naast
een milieuramp (verbonden met de drievoudige dissonant
Mercurius-Neptunus-Jupiter), veroorzaakt door de wind (Mercurius) uit
vreemde landen (Jupiter), gezien worden als de weerspiegeling van een
veldslag, een bliksemoorlog, ofwel van bacteriologische aard, ofwel,
waarom niet, in verband met...... een
interplanetaire invasie van wezens van elders!" Teissier gaat nu helemaal uit haar
(kristallen) bol. Het 315 bladzijden tellende boek bevat
28 illustraties, waarvan de meeste in 1 hoofdstuk zijn afgebeeld en 4
bijlagen, waarin in telegramstijl de betekenissen van de tekens, huizen en
planeten zijn vermeld. Door het gebrek aan illustraties en tabellen, kan
het boek saai worden, zeker als je bijv. 50 bladzijden hebt gelezen zonder
een enkele figuur. Het taalgebruik is hier en daar ook nog
eens vrij formeel en geleerd. Het geleerde taalgebruik moet er
waarschijnlijk toe leiden dat dit boek acceptabel is voor de moderne
wetenschap. Helaas ontbreekt een literatuurlijst en
een index. Literatuurverwijzingen worden alleen in de tekst zelf gegeven.
Doordat er toch veel feiten en namen in de tekst worden genoemd, is de
afwezigheid van een index erg storend. Voor de beginners
is het boek misleidend door de foutieve aanname van de elementen vuur,
aarde, lucht en water en de foutieve heerserschappen van de planeten over
de tekens. Het is echter wel een interessant boek om georiënteerd te
raken in de veelzijdigheid van de astrologie. Met dit boek leer je
overigens niet hoe je horoskoop moet berekenen en interpreteren. De gevorderde
astrologiebeoefenaar zal hier en daar verbaasd staan over de simplistische
wijze, waarop zgn. 'wetenschappelijke' ontdekkingen en vorderingen ten
gunste van de astrologie worden voorgeschoteld. De eindeloze reeks klassieke citaten en
dooddoeners wekt enige wrevel op. De besproken transits berusten op
hinein-interpretatie en bieden geen enkel perspectief op een professionele
voorspellingstechniek. Voor de gevorderden is het boek geen echte aanrader, beginners moeten op hun hoede zijn.
Pagina
layout: 09-12-2008
|
|
|
_______________________________________________ Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on: 15/07/2023 |
|