ASTROLOGISCHE
AUTEURS De 10 meest interessante auteurs door de eeuwen heen door J. Ligteneigen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Jean-Baptiste Morin (1583 - 1656)
Jean-Baptiste Morin,
ook wel bekend als Morinus de Villefranche, kreeg zijn bijnaam door de
plaats waar hij werd geboren, Villefranche te Frankrijk. Morin, zoals ik
hem hierna zal blijven noemen, heeft altijd een grote indruk op mij
gemaakt door zijn scherp analyserend vermogen, zijn krachtige en scherpe
schrijfstijl, ook vaak in de contramine met zijn
"collega"-astrologen, en zijn kenmerkende manier om zaken
duidelijk en overzichtelijk te presenteren. Hij wordt met recht de meest
beroemde Franse astroloog genoemd. Het is juist aan hem te danken dat de
"moderne" astrologie van de 18e, 19e en 20e eeuw gebaseerd is op
logica, op helder denken en af en toe afstand nemen van onzinnige zaken
uit het verre verleden. Johan Ligteneigen
Inhoud
Morin's geboortehoroskoop en aspectentrap Jean-Baptiste Morin werd geboren op 23 februari 1583 om 8 uur 28 min en 40 sec GMT (gecorrigeerd) te Villefranche te Frankrijk. Coördinaten van Villefranche zijn: 45° 59' Noord en 4° 43' Oost. Morin's horoskoopfiguur treft u hier onder aan: Over deze horoskoop volgt later nog een korte analyse. Het bijbehorende aspectentrapje ziet er als volgt uit: Onderdelen van dit aspectentrapje worden tevens in de latere (korte) analyse besproken.
De levensloop van Jean-Baptiste Morin Morin werd geboren op 23 februari 1583 te Villefranche in de Beaujolais-streek van Frankrijk. Zijn eigen horoskoop drukte hij af in Boek-17, bladzijde 397, waarvan u hieronder een schermafdruk ziet. Deze oude
horoskooptekeningen moet u aandachtig bekijken. Bovenaan ziet u het MC op
14.27 Steenbok. De "bovenste driehoek" stelt het 10e huis voor.
Daarna begint het 11e huis op 1.58 Waterman, het 12e huis op 3.18 Vissen,
de Ascendant op 27.17 Ram, het 2e huis op 6.32 Tweelingen en het 3e huis
13.17 Kreeft. Let wel: dit zijn Regiomontanus huizen! Morin was heilig
overtuigd van de enige juiste werking van dit huizensysteem. Verder ziet u als geboorte-dag en -uur staan: "D22 H20 M33". Vroeger werden de tijden vanaf 12 uur 's middags berekend. Dus die 20 uur 33 minuten zijn gerekend vanaf 22 februari 12 uur 's middags, ofwel 23 februari 8 uur 33 's ochtends. Ook ziet u waarschijnlijk de breedte 45°25' Noord staan, maar dat kan niet goed zijn. Villefranche ligt echt op 45° 59' Noorderbreedte. Morin was van redelijk
goede komaf en kreeg een goede opleiding. Er is niet zo heel erg veel
bekend over zijn jonge jaren, maar Morin beschrijft in al zijn boeken toch
af en toe iets van zijn eigen leven. Meestal doet hij dat om bepaalde
horoskopische zaken te verklaren. Het laatste is wel wat overdreven: toen zowel zijn vader als moeder ernstig ziek lagen, vroeg zijn broer welke van de twee Morin het liefst zag overleven. Morin koos voor zijn vader. De broer briefde dit over naar zijn moeder die op sterven lag en zij wilde Morin meteen onterven. De pastoor wist dit op het laatst te verhinderen en Morin en zijn moeder werden alsnog in zekere zin met elkaar verzoend, maar van harte ging dit allemaal niet. Morin vervolgt: "...maar ik besteedde mijn erfenis van moederskant om medicijnen te studeren en om mijn doctoraal te halen. Aan de andere kant gaf ik mijn vaders erfdeel aan mijn oudere broer omdat, terwijl ik weg was op reis, hij altijd goed voor hem gezorgd had, vooral toen hij erg oud en ziek werd. Beide erfdelen bestonden uit land en eigendommen van goede kwaliteit, zeker als gevolg van de conjunctie van Mars met de 4e huiscusp en op die manier steunde de planeet Mars mij mijn hele leven....'. Ziekten en kwalen Het leven van Morin ging niet bepaald over rozen. Meermaals werd hij getroffen door ziekten, waarvan vele ernstig en langdurig van aard en ook gingen zijn contacten met vrouwen met gevaar voor eigen leven gepaard. In Boek-21, sectie-2,H4 schrijft hij o.a. "...door directies van de Zon rond mijn 8e jaar kreeg ik een koortsachtige ziekte (elke 4 dagen koorts) en door de directies van de Ascendant vierkant Saturnus in het jaar 1616 kreeg ik een langdurige en ernstige ziekte..." In Boek-23 schrijft Morin
op diverse plaatsen stukjes van zijn eigen leven in samenhang met
revoluties (een soort directies), het onderwerp van het betreffende boek. Zo schrijft hij:
"....op 9 juli 1605 om ongeveer 8 uur in de avond werd ik gewond
door toedoen van een vrouw. Op dat moment liep de radix ASC 90 Venus
gevolgd door een 90 Zon (heer 5) en 90 Jupiter (heer 8) waarmee Venus
staat verbonden...". Op een andere plaats in zijn Astrologia Gallica schrijft hij dat hij tenminste 12 keer in ernstige problemen kwam als gevolg door vrouwen, hetzij direct, hetzij indirect. Vanaf zijn 16e jaar
studeerde Morin filosofie in Aix-en-Provence en vanaf 1611 studeerde hij
aan de universiteit van Avignon medicijnen waarvoor hij twee jaar later
zijn doctoraat ontving. Volgens eigen zeggen van Morin in de twaalf jaar
dat hij de geneeskunde uitoefende nooit erg gelukkig. Hij voelde zich als
een klein iemand behandeld door de twee patronen in wier dienst hij
werkte. In de leeftijdsperiode van 16 tot 46 jaar was zijn leven een
permanente slavernij en in die periode diende hij voor 16 verschillende
heren en hij verliet ze een voor een, en leed steeds daardoor flinke
schade. Sommige verliet hij omdat hij de arrogantie van hun vrouwen niet
kon verdragen en andere verliet hij door onvoorziene omstandigheden, zoals
hij het zelf uitdrukte. Deze zeer ongelukkige periode van 30 jaar was te
wijten aan niets anders dan de cluster van planeten in wat hij vaak
noemde: "het dal van verdriet", ofwel het 12e huis. Maar liefst 4 planeten bevinden zich daadwerkelijk in het 12e huis (Pluto kende men toen nog niet). Venus die op een afstand van minder dan 3 graden van het 12e huis af staat, rekende Morin als "werkende op het 12e huis". Deze zeer zware bezetting weerspiegelde zich absoluut in de gebeurtenissen van Morin's leven. Morin had de volgende visie op de planeten in het 12e huis: "...als gevolg van de Maan en Saturnus was het niet ongebruikelijk dat enkele van zijn heren echte plebeërs waren (notabelen, handelsagenten, geleerden). Dankzij Jupiter hadden andere (heren) een tussengelegen status (priesters, bisschoppen). Nog weer anderen als gevolg van de Zon kwamen uit de heersende klasse, zoals de Hertog van Effiat, de Hertog van Luxemburg en de hertog van Desdiguieres voor wie Morin als arts werkte. De enorme ondankbaarheid van deze laatste hertog zorgde ervoor dat Morin hem verliet en hij voorspelde hem en-passant dat de hertog twee jaar later zou overlijden, hetgeen met grote nauwkeurigheid uitkwam. Tussen 1614 en 1621 was Morin in dienst bij de Bisschop van Bologne en hij woonde in Parijs als de persoonlijk arts van deze bisschop. In deze periode werd hij ook op reis gestuurd en zo kwam Morin in Duitsland, Hongarije en in een gebied in het Noord-Westen van Roemenië (Transylvanië). Zijn hoofddoel was een studie in metalen en het bezoeken van diverse mijnen. In diezelfde periode werd Morin ook ingewijd in de edele wetenschap van de Astrologie, door diezelfde Claude Dormy, bisschop van Bologne. Vervolgens werkte Morin voor de Hertog van Luxemburg tot aan 1929 en in die periode gaf Morin publicatie uit (1624) ter verdediging van een eerdere aanval op de standpunten van Aristoteles1. Ook deed Morin een studie in de optica en werkte hij samen aan diverse astronomische observaties met Pierre Gassendi (1592-1655) die op aanraden van kardinaal Richelieu hoogleraar wiskunde werd aan de Collège Royal te Parijs. In de praktijk hield Gassendi zich meer met astronomie bezig dan met wiskunde. Opmerkelijk is nog dat Gassendi de eerste was die (in 1631) de zogenaamde Mercuriusovergang voor de Zon waarnam. Morin was in die hele periode altijd bezig met de astrologie en dit zou zo blijven tot aan zijn dood toe. In 1630 wordt Morin
professor in wiskunde aan het Collège Royal te Parijs, een post die hij
tot aan zijn dood zou blijven bekleden, dit volgens de meeste
encyclopedieën. In Astrologia Gallica, Boek-23 schrijft hij echter...
"....in het jaar 1629 werd ik
Regius Professor Wiskunde door de hulp van vrienden. Ik nam de functie aan
op 30 juni, de dag waarop Saturnus (heer-10) in zijn eigen antiscon liep
en in exaltatie met Spica (op 18.24 Weegschaal)...Bovendien ontving ik
rieven die mijn autoriteit bevestigden en die gestempeld waren met het
koninklijk zegel op de 3e augustus..". De waarheid
is dus dat Morin in 1629 professor in wiskunde werd. Maan sextiel ASC. Jupiter
in de ASC, maar wel retrograde. Saturnus op de cusp-9, de Kardinaal was
eigenlijk tegen, vierkant Zon en ASC. De Zon (de Koning) in het 7e huis
(tegenover Morin dus) was eigenlijk tegen. Maar Saturnus stond in zijn
eigen Antiscon en bijna in exaltatie met Spica die op 18.01 Weegschaal
staat. Op 3 augustus 1629 staat Saturnus op 18.06 Weegschaal. Morin was een vasthoudend
volger van het Geocentrische Wereldbeeld volgens Ptolemeus. Hij kwam dan
ook in strijd met Galileo Galilei (1564-1642) die juist de Zon als
centrale punt had verklaard. Zelfs toen Galilei in 1633 door de katholieke
kerk werd veroordeeld voor zijn theorieën en tot de laatste dag van zijn
leven huisarrest kreeg opgelegd, bleef Morin met hem in strijd over dit
wereldbeeld. Maar ook lag Morin in de clinch met René Descartes
(1596-1650) de grote denker en de "vader van de moderne
filosofie". Morin maakte met zijn polemische inslag niet veel
vrienden in de wetenschappelijke wereld. Verschillende monarchen in Europa en dus ook de koning van Frankrijk hadden grote sommen geld uitgeloofd voor diegene die een oplossing zou kunnen bieden voor het probleem van de geografische lengte op zee. Het bepalen van de breedtegraad was al lang geen probleem meer: door een "zonnetje te schieten" of navigatie op de Poolster kon de breedte op zee makkelijk bepaald worden, maar de lengtegraad, dat was een levensgroot probleem. Er bestonden toen ook nog geen klokken die op een schip konden worden meegenomen en die ook betrouwbaar waren om altijd de juiste tijd aan te wijzen. Dit gebeurde pas ver in de 18e eeuw. Aangezien Morin wiskundige was en een groot kenner van de astronomie, had deze een methode ontwikkeld en komt in simpele termen op het volgende neer: De hoogte van de Maan werd met een nauwkeurig instrument gemeten en werd vergeleken met de bekende coördinaten van een naburige ster aan de hemel. Uit deze gegevens konden Lengte, Breedte, Rechte Klimming en Declinatie van de Maan nauwkeurig worden berekend. Vervolgens kon met behulp van tabellen worden uitgerekend op welke tijd de Maan diezelfde positie zou innemen voor de plaats op Aarde waarvoor die tabellen waren berekend. Voor die plaats was de lengtegraad precies bekend. Het verschil in tijd kon dan worden omgezet in lengtegraad en hiermee was het probleem opgelost. Op 30 maart 1634
in de grote hal van het Arsenaal in Parijs gaf Morin en demonstratie voor
een publiek van 300 personen, waaronder 8 commissarissen (aangesteld door
kardinaal Richelieu), wiskundigen en leden van het hof. Na vele vragen en
discussies die zes uur lang duurden werd uiteindelijk de goedkeuring
gegeven door de aanwezige wiskundigen. Richelieu had om onduidelijke
redenen aan 5 commissarissen opgedragen, en zonder dat Morin daarbij
gehoord werd, de goedkeuring weer ongedaan te maken. Morin was hier
ongelooflijk verbitterd over en heeft Richelieu dit nooit vergeven. Over
de relatie tussen Morin en Richelieu volgt later nog extra tekst. Na de
officiële publicatie (van afkeur) door de "Wetenschap der
Lengten" in juli 1634 probeerde Morin door heel Europa van
vooraanstaande astronomen om steun te verkrijgen voor de correctheid van
zijn theorie. Toen hij deze nogmaals aanbod aan Richelieu in 1636 weigerde
deze alsnog om de vroegere beslissing ongedaan te maken. Drie jaar na de
dood van Richelieu (1642) maakte Morin nog een keer een compleet overzicht
van alles wat er gebeurd was in al die jaren en hiervoor kreeg hij de
steun van de Hertog van Arles en van Prince de Comde en enkele ander
notabelen. NB: 100 livres in die periode komt overeen met ca. 6000 dollar in onze tijd, dus de beloning was zeer fors. In boek-23 van de Astrologia Gallica schrijft Morin: "....op 30 maart 1634 gaf ik een openbare demonstratie aan de "Wetenschap der Lengten" en inderdaad getuigden alle astronomen dat de oplossing perfect gedemonstreerd was. Maar kardinaal Richelieu fraudeerde de zaak met bedrog en verraad van mijn "commissarissen" en ontnam mij mijn beloofde prijs. Dit werd aangegeven door de oppositie en vierkant in de bovenvermelde transits......". Daarna schrijft Morin: "... nu dat Richelieu dood was besloot ik om de kwestie alsnog bij de Koninklijke Raad aan te brengen, hoewel enkele vrienden mij daar vanaf probeerden te houden, aangezien in de Raad de geest van Richelieu nog erg sterk was en zijn volgelingen daar nog erg machtig waren. Niettemin stelde ik de tekst van mijn verzoek zorgvuldig samen. In september 1644 verstuurde ik mijn document van 43 bladzijden. Inmiddels had ik in totaal al 100 livres (ca. 6000 dollar) besteed aan deze zaak..." en daarna volgt een gedetailleerde uitleg van deze Zonnerevolutie. Over bonussen gesproken in 1645..... Tot slot behandelt Morin nog een andere Zonnerevolutie en hij schrijft daarin: "....ziende dat de zeer geachte heren Hertog van Orleans, Prins Condé, de ministers van de Koning en andere magnaten van goede wil waren en beloofden om mij te helpen, gebeurde het eindelijk op 8 april 1645 dat ik een jaarlijks pensioen kreeg toegewezen van 2000 lives (120.000 dollar) naast een beloning van 1000 livres (60.000 dollar) uit de schatkist. En dit was eigenlijk niet genoeg (!!!!!) voor de oplossing van het geheim van de lengtecoördinaat, waarvoor een zéér grote beloning was uitgevaardigd. en ook voor de uitgave van de "Restauratie van de Astronomie"2,3 die ik daarvoor had gepubliceerd. Ik kreeg die prijs ondanks de grote jaloezie van de toezicht houdende commissarissen en geheime vijanden.....". De rest van Morin's leven
staat in het teken van de astrologie, zoals dat al vanaf zijn 35e jaar
gold. Zijn meesterwerk, de "Astrologia Gallica" schrijft hij
gedurende 30 jaar, dus grofweg van 1626 tot 1656. Helaas heeft Morin zijn
eigen boek nooit gepubliceerd gezien. Zijn boek4
werd in 1661 in Den Haag uitgegeven als één dik boek van ruim 750
bladzijden in folioformaat. Het werd gesubsidieerd door koningin Marie
Louise van Polen, die een zeer dankbare cliënt uit Morin's verleden was.
Rond zijn einde is er nog een anekdote te vermelden.
Morin en zijn astrologische visie in de 17e eeuw in Frankrijk Zoals aan het begin al geschreven is, stond Morin op de drempel tussen de oude, Middeleeuwse Tijd en het nieuwe tijdperk van reformatie, ontwikkeling van de wetenschap en de toenemende aanvaarding van het wereldbeeld volgens Nicolaas Copernicus, waarin de Zon het centrum is van ons stelsel en alle planeten, inclusief de Aarde daaromheen draaien. Morin wist natuurlijk van dit wereldbeeld, maar hij leefde in een tijd dat de kerk een zeer grote invloed had en waarin nu "toevallig" kardinaal Richelieu het voor het zeggen had. Wie niet vóór Richelieu was, was min of meer tegen hem en tegen de stellingen van de katholieke kerk. Morin moest dus altijd erg voorzichtig zijn met zijn uitlatingen om niet de gehele katholieke kerk tegen hem te krijgen, wat ook voor Morin persoonlijk levensgevaarlijk kon zijn. In de Astrologia Gallica
is hij een duidelijk voorstander van het Ptolemeísch wereldbeeld: de
Aarde is het centrum van alles, de Zon en de Maan draaien om de Aarde en
om de Zon heen draaien weer de 5 klassieke planeten. Op die manier konden
ook de retrograde bewegingen van de planeten voor een zeer groot deel
verklaard worden. Vanuit de waarnemer op Aarde gezien, is alles normaal en
kan alles wat er gebeurt, verklaard worden door de theorieën van
Ptolemeus, die ruim 1400 jaar stand hadden gehouden. Tóch is Morin het
zeker niet met alles eens wat door Ptolemeus geschreven is. Hij valt hem
regelmatig aan in diverse delen van al zijn boeken en ook zijn
collega-astrologen Bonatti en Cardanus moeten er flink aan geloven en met
hen vele andere astrologen. Tóch blijft Morin principieel trouw aan
Ptolemeus die hij zeer vaak de "prins der astrologen" noemt. Ook
Cardanus wordt hogelijk gewaardeerd en hij schrijft in Boek-13 over hem:
"...alhoewel het ook moet worden bekend dat vele dingen
nauwkeurig een zeer vaardig zijn voortgebracht, zodat onder alle andere
astrologen die over deze merkwaardige wetenschap hebben gefilosofeerd, hij
de eerste plaats verdient....". Maar op vele andere plaatsen
worden beide met verve aangevallen. Morin neemt geen blad voor de mond als het er om gaat collega-astrologen te bekritiseren. Hij gebruikt op talloze plaatsen in al zijn boeken zinsneden als: "en het is pure onzin om dit te geloven" of "deze stelling van hem is absurd en volstrekt in tegenstelling met de dagelijkse ervaringen". Ook noemt hij bepaalde theorieën gewoonweg "stompzinnig" of "onnagedacht". Al helemaal rekent Morin af met verklaarde tegenstanders van de astrologie, waaronder Picola Della Mirandola. Ook Kepler moet het regelmatig ontgelden, maar Kepler stond toch ook weer in hoog aanzien bij Morin. Als het gaat om de praktische toepassing en de daarachter liggende filosofieën had Morin zijn specifieke gedachten. Planeten waren lichamen die samengesteld waren uit een drievoudige "materie", namelijk een "elementaire materie" die simpelweg hitte, koude, vocht of droogte kon produceren, maar ook een "etherische"samenstelling hadden en ook een "hemelse / goddelijke" werking hadden. Planeten kunnen hun werking op alle terreinen tegelijkertijd uitoefenen, maar toch met verschillende effecten voor de geborene op Aarde. Een planeet krijgt pas een specifieke werking door zijn plaatsing in een teken plus zijn plaatsing ten opzichte van horizon plus de werking van aspecten van andere planeten. In de boeken 18 en 21 gaat Morin zeer uitgebreid in op de werking en de kracht van de planeten in allerlei situaties. Morin is een grote voorstander van het Regiomontanus huizensysteem en hij verwerpt het systeem van de gelijke huizen alsmede het systeem van Campanus op grond van zijn eigen levensgebeurtenissen die dan totaal niet tot uiting zouden komen met deze systemen. Hieronder de planetenstanden op basis van de gelijke huizen (vanaf de ASC). Morin vindt het onbegrijpelijk dat zoveel benefics in het 11e huis (bij dit systeem) voor zoveel onheil in zijn leven gezorgd zouden hebben. Op grond hiervan verwerpt hij het systeem van gelijke huizen, dat hieronder is afgebeeld.
Het Campanus-systeem is naar Morin's overtuiging ook niet goed, want hiermee zou Steenbok op het 9e huis komen en zou zijn geloofsovertuiging door de kille pessimistische Saturnus komen, wat volgens hem totaal niet klopt. Ook de positie van Mercurius in het 12e huis komt niet overeen met de manier waarop Morin denkt. Hieronder een stuk uit de Campanus huizenverdeling:
Uiteindelijk is er maar één systeem dat de werkelijkheid echt aangeeft, zoals Morin die ervaren heeft: het systeem van Regiomontanus zoals hier nogmaals weergegeven.
Die trots komt erop neer dat Morin in staat is geweest om altijd de gevaren te overleven die hem overkwamen, zoals de zeer vele ongelukken, de vele ziekten en de geheime vijanden, waaronder kardinaal Richelieu. De gevaren, ziekten en geheime vijanden zijn natuurlijk allemaal onderwerpen van het 12e huis. Het feit dat Morin dit allemaal overleefde is volgens hem te danken aan de stand van Venus, die verhoogd staat in Vissen en die medeheerser is van zijn ASC (Stier staat onderschept in de ASC) plus de stand van Jupiter in zijn eigen teken Vissen (let op: klassieke astrologie).Morin was sterk religieus overtuigd, dat komt in zijn gehele Astrologia Gallica naar voren. Een ander argument dat Morin naar voren brengt bij de verdediging van het Regiomontanus-systeem is zijn zinsnede "...eindelijk zijn nu de cuspen van het 9e en het 1e huis verbonden door een partiele driehoek...". Deze situatie is hieronder nog even aangegeven. Merk tevens op dat zijn religieuze overtuiging (cusp9) nu onder Jupiter valt die in eigen teken Vissen (!!) staat in het 12e huis
Daarnaast neemt Morin duidelijk afstand van alles wat de Arabieren hebben voortgebracht. Dat was een grote fout, maar tevens kwam dit voort uit onwetendheid. Zo verwerpt hij de invloed van Term, Face en de meeste "Arabische punten", behalve het Pars Fortuna. Wat Morin duidelijk niet wist is dat de Arabieren (van grofweg 700 tot 1100 na Chr.) heel secuur de oude Griekse teksten hebben vertaald naar hun eigen taal. En in die oude Griekse teksten van o.a. Ptolemeus, Vettius Valens, Dorotheus van Sidon, Firmicus Maternus en van vele vele anderen komen al die zaken, zoals Tripliciteitsheren, Terms, Face, Decanaat en Lots uitgebreid voor. Het is dus helemaal geen uitvinding van de Arabieren en Morin heeft deze dus volkomen onterecht veroordeeld. Het gevolg daarvan is dat Morin de invloeden van Term en Face als volkomen "onzinnig" bestempelt, maar daarmee doet hij de uurhoekastrologie enorm tekort, omdat deze veelvuldig gebruik maakt van deze zaken. Voor onze hedendaagse
begrippen is Morin een klassiek astroloog, maar in de tijd waarin hij
leefde was hij zeker een hervormer, die tegen de onzinnige zaken uit de
oudheid durfde aan te schoppen, zoals de vele tegenwerpingen die hij
maakte aan het adres van Ptolemeus. Ook durft hij vastgeroeste zaken open
te breken, zoals het combust zijn van planeten, die volgens de Ouden geen
werking meer zouden hebben. Hierover schrijft Morin in boek-16: "...ik
heb Venus en Mercurius verbrand (in de Zon) en hun heersers (resp. Jupiter
en Saturnus) staan ook verbrand, maar zeer zeker heeft elke planeet met
volle effectiviteit gewerkt...". Ook zegt Morin elders in
boek-16 dat de planeet Mercurius hem en groot verstand heeft gegeven en
een groot gevoel voor logica en onderzoekend denken op het gebied van de
astrologie. Als een verbrande Mercurius geen werking heeft, hoe zou hij
dan in hemelsnaam de grote oplossing voor het vraagstuk van de
Lengtecoördinaat hebben kunnen bedenken, waarbij zoveel wiskundige kennis
nodig was? Morin behaalde grote successen met zijn astrologische voorspellingen die ook vaak op de dag nauwkeurig uitkwamen. Morin gebruikte daarvoor een combinatie van (primaire) directies, Zonne- en Maanrevoluties alsmede Transits die hij uitgebreid beschrijft in zijn boeken 22, 23 en 24 voorzien van vele voorbeelden. Een van die successen was zijn voorspelling voor Hertog Henry D'Effiat, iemand die erg in de gunst stond bij koning Lodewijk XIII. De hertog vroeg Morin over zijn lot, maar Morin was zeer ontstemd over de arrogante houding van de hertog en hij voorspelde de hertog zijn gewelddadig en eerloos einde. De hertog kon het niet laten om de voorspellingen van Morin tijdens een groot banket in de zaal te verkondigen, waarop alle aanwezigen hard moesten lachten. Drie jaar later echter kwamen de voorspellingen van Morin precies uit en kardinaal Richelieu herinnerde zich de voorspelling die tijdens het banket door de hertog was verteld. Het is nooit bewezen, maar het schijnt zo te zijn dat Richelieu van de astrologische diensten van Morin gebruik maakte. Richelieu zorgde er achter de rug van de koning om dat Henri D'Effiat onthoofd werd, omdat hij samenzwering tegen hem bewezen achtte. Dit wist Morin allemaal niet, dus qua astrologische voorspelling had Morin een grote prestatie geleverd. Morin werd ook ontboden aan het hof om bij de geboorte van Lodewijk XIV aanwezig te zijn op 5 september 1638. Hij moest zich (samen met Richelieu) verstoppen in de kamer waarin de nieuwe (toekomstige Zonne-Koning) zou worden geboren. Op een andere gelegenheid koos hij de favoriete uren voor De Chauvigny (secretaris van staat) om op reis te gaan of om in het hof van de koning ontvangen te worden. Francois Vautier die na de dood van Richelieu de arts van koning Lodewijk XIV was geworden, wilde Morin als hofastroloog laten aanstellen, maar dit voorstel kwam er nooit doorheen.
Het zal voor iedereen duidelijk zijn die iets weet over de Franse geschiedenis uit die tijd dat kardinaal Richelieu5 een gevaarlijk een zeer invloedrijk persoon was.
Enkele korte passages uit
de Wikipedia om een indruk te krijgen van deze man."....in 1621
werd hij in 1624 op voorspraak van koningin Maria eerste minister. Van dit
ogenblik af werd het zijn doel het koninklijke gezag geheel te bevrijden
van alle beïnvloeding door familieleden en vazallen. Het was het begin
van "un grand règne sans un grand roi". Richelieu had de
feitelijke macht overgenomen...". Morin zelf liet zich in zijn Astrologia Gallica altijd negatief uit over Richelieu. Hij vond hem een verrader en iemand die altijd geheime plannetjes had. Dit schreef Morin natuurlijk ná de dood van Richelieu in 1642. In boek-23 over Zonne- en Maanrevoluties geeft Morin diverse horoskopen van Richelieu als voorbeeld voor zijn theorie. Op blz. 30 van dat boek staat nog een interessante passage, waarin Morin het volgende schrijft: ".....Voordat hij (Richelieu) vanuit Parijs vertrok, wilde hij weten wat ik vond van zijn gezondheid en zijn leven terwijl hij op pad zou zijn, maar ik had hem al vier jaar niet meer gezien vanwege de beloning die mij ontzegd werd vanwege het vinden van de oplossing voor de kwestie van de lengtegraad. Ik wilde hem helemaal niet zien, maar dit verzoek kwam via een magnaat die erg trouw was aan Richelieu en die ook mijn vriend was, namelijk de Graaf van Chavigny. Omdat de graaf zoveel voor mij had gedaan, was ik wel verplicht aan het verzoek gehoor te geven. Ik antwoordde dat de kardinaal erg ziek zou worden op die reis en met gevaar voor zijn eigen leven. Hij verliet Parijs op 30 januari 1642 om 14 uur, terwijl het teken Kreeft op de ASC staat en de Maan als heerser van de ASC staat in het 8e huis, samen met de Zon in Waterman....". Hierna volgt nog een lange analyse waarom Morin dit antwoord had gegeven. Op blz. 31 bespreekt
Morin de 58e Zonnerevolutie, waarbij hij ook de dood van Richelieu ziet
aankomen en hij geeft als voornaamste oorzaak het feit dat Mercurius in
die revolutie heer is van de ASC en het MC en van de Zon en dat die
Mercurius in het 12e huis vierkant Mars staat als heer van huis-8 en
op de gevaarlijke graad van Algol. Deze constellatie zag Morin als
dodelijk voor dat jaar.
Zoals u natuurlijk weet,
ben ik een groot voorstander van het Placidus-systeem, gecombineerd met de
methode van het door Gieles ontwikkelde "min-1-systeem" voor de
progressies op datum. Het is interessant om aan de hand van enkele
gebeurtenissen eens te zien welke aspecten er gelopen hebben. De horoskoop
is reeds gecorrigeerd door ene Dr. Spicasse in een lange presentatie die
gepubliceerd werd in het Spaanse tijdschrift Mercurio-36.
Spicasse haalt een eerdere publicatie aan van Alexander Marr in Mercurio-3,
nummer-16, waarin deze de geboortetijd op 8 uur 28 minuten en 46 stelt.
Spicasse heeft de zaken nog eens nagerekend met drie computerprogramma's
en voor 10 gebeurtenissen en komt uiteindelijk op een tijd uit van: Ik heb aan het begin van deze pagina dan ook de horoskoop berekend op basis van 8H 28M 40S, zonder daadwerkelijk de horoskoop nog eens gecorrigeerd te hebben. Dat is wellicht een leuke opgave voor de volgers van het "min-1-systeem". Wie zich daar eens in wil storten, kan zijn bevindingen doormailen via het contactadres op deze website. Uit de bovenstaande tekst kan men ca. 10 gebeurtenissen ontdekken die de moeite waard zijn van een nader onderzoek. Gebeurtenis-1: op 7 juli 1615 Nemen wij bijvoorbeeld de gebeurtenis op 7 juli 1615, een vooral dat plaatsvond in Hongarije toen Morin voor een langere periode onderzoek deed naar metalen en mineralen.Morin schrijft: "....op die dag werd er een voorwerp naar mij gegooid van een afstand van niet meer dan drie passen en er werd gezwaaid met een zwaard, terwijl ik mijzelf aan het amuseren was in de rivier de Rijn. Een groot gevaar temidden van plezier werd aangegeven door Saturnus, heerser van het 5e huis (plezier) in het 8e huis...... en de gang in het water werd aangegeven door de Maan, Venus en Jupiter in watertekens...en door God's genade werd ik gered terwijl ik in zo'n groot gevaar was, maar ik tevens ongewond en dat wordt in de Maanrevolutie wél aangegeven, terwijl dit in de Zonnerevolutie niet wordt aangegeven...". Wij zien hier de progressieve Zon die op een afstand van slechts 10" Pluto onderling is gepasseerd en dat is precies 1 dag verschil, want de Zon gaat 5' per maand, ofwel 300" per 30 dagen = 10" per dag. De dreiging vindt plaats in het 12e huis, dus hinderlagen en het zwaard kan hier makkelijk door Pluto in Ram worden weergegeven. Op dit aspect kan niet worden gecorrigeerd.
Er overkomt Morin een merkwaardig incident. Hij schrijft: ".... op de eerste dag van januari 1616 om 1uur30 na de middag overkwam mij een val van mijn paard in het water dat in een stroomversnelling naar een waterkolk liep. In dit gevaar kwam ik terecht door een vrouwelijke waarzegster, omdat ik de dag daarvoor met twee jonge handelsreizigers geen logies wilde nemen in haar onderkomen, en zij (de handelsreizigers) op diezelfde dag ook in groot gevaar kwamen door het kwaad dat hen door haar werd opgelegd. De een werd in een zware hagelstorm van zijn paard gerukt in een rivier en de ander werd door zijn op hol geslagen paard door bossen en struiken gevoerd en liep daarbij ernstige verwondingen op. De voorspelling van de waarzegster luidde dat de beide handelsreizigers die dag niet zouden komen waar zij heen wilden gaan en dat zij groot ongeluk kregen voordat zij andere logies zouden vinden. Maar mijn (Morin's) gevaar was veel groter, maar zonder absoluut kwaad, want ik werd bevrijd als door een mirakel, want niemand had mij of mijn paard kunnen redden van een gewisse dood, en dit alles overkwam mij toen ik terugkwam uit Hongarije....".
Een levensgevaarlijke val wordt hier aangegeven door de progressieve ASC vierkant Saturnus in Vissen. Morin zat op zijn vervoermiddel (Tweelingen) en maakte een val (Saturnus) in het kolkende water (Vissen). Merk op dat de progressieve Jupiter op 12.17.40 Vissen staat, dus vlak vóór het aspect met de Ascendant. Dit kan zijn redding aangegeven hebben, ondanks dat dit aspect ook een vierkant is, maar Jupiter staat erg beschermend.
Morin wordt Regius Professor aan het Collège Royal te Parijs. Op 30 juni 1629 wordt alles in gang gezet en op 3 augustus is deze functie officieel van kracht, getuige zijn brieven met het koninklijk stempel erop.
Merk op hoe de progressieve Venus op 1'
afstand de ASC is gepasseerd.
Gebeurtenis-4: op 30 maart 1634 Op deze dag geeft Morin een demonstratie van de oplossing van het eeuwenlange vraagstuk over de lengtecoördinaat op zee. Voor een publiek van 300 man, bestaande uit astronomen, wiskundigen, 8 commissarissen, Richelieu en diverse notabelen, geeft Morin zijn demonstratie die gevolgd wordt door een 6 uur durende sessie van vragen en discussie. Uiteindelijk gaan de astronomen akkoord en op die dag is het een overwinning voor Morin.
Zie de progressieve Zon die een perfect
sextiel maakt met Uranus in het
Na elf jaar strijd en continu zijn standpunten verdedigen, wordt Morin alsnog bekroond met de eer de uitvinder te zijn van de oplossing van het Lengtegraad probleem en krijgt hij een betaling van 1000 livres in één keer (60.000 dollar nu) en een jaarlijks pensioen van 2000 livres (120.000 dollar nu), een gigantisch bedrag voor die tijd.
De progressieve Zon liep reeds sextiel radix
Zon, ca 4 maanden De progressieve
Venus staat bijna perfect sextiel met de radix
De Astrologia Gallica, een meesterwerk bestaande uit 26 boeken Morin werkte gedurende 30 jaar aan zijn boek, de Astrologia Gallica, vrij vertaald als "Franse Astrologie". Helaas heeft Morin zijn eigen werk niet gepubliceerd mogen zien. Morin stierf in 1656 en het boek werd postuum uitgegeven in 1661 door een drukker / uitgever Adriaen Vlacq uit Den Haag die wiskundig en astronomisch georiënteerd was. De uitgave werd nog gesubsidieerd door koningin Marie Louise van Polen, die een vroegere klant van Morin was. En daarna lag het boek in feite 240 jaar lang op de planken te verstoffen. In Frankrijk en in de rest van Europa deed de wetenschap zijn intrede op allerlei gebied. De wiskunde en de astronomie maakten enorme sprongen vooruit, de theorieën van Newton en Kepler werden nader uitgewerkt en het waren vooral de Franse astronomen die grote vorderingen maakten in de hemelmechanica en de bewegingen van de planeten en de Maan werden met grote precisie ontwikkeld. Astrologie werd verboden op de universiteiten door een speciaal decreet van koning Lodewijk XIV en dat was voor een lange tijd de afgang van de astrologie. De Astrologia Gallica bestaat uit 26 boeken, waarvan de eerste 12 boeken voornamelijk gaan over diverse filosofische- en religieuze beschouwingen. De boeken 13 tot een met 26 gaan daadwerkelijk over de inhoudelijke astrologie en het totale volume van deze 14 boeken is ruim tweemaal zo groot als het volume van de eerste twaalf. De inhoud is als volgt:
De eerste Engelse
vertalingen van de Astrologia Gallica worden pas in 1974 gepubliceerd als
heel toevallig twee onafhankelijke vertalingen van Boek-21 het licht zien11,12.
En nog eens 20 jaar later wordt Boek-22 in het Engels vertaald door James
Herschel Holden13. Dit boek
in A4-formaat bevat allerlei samenvattingen uit eerdere boeken van de AG
en nuttige tabellen en is zeer de moeite waard, zoals alle andere boeken
overigens.
Enkele boeksamenvattingen uit de Astrologia Gallica Ik kom jaren te kort om
alle boeken uitgebreid te lezen en te bespreken, zoals ik dat bij het werk
van Charles
E.O. Carter heb gedaan. De werkzaamheden aan de website en het
astrologisch programma Newcomb laten die ook niet toe. Ten opzichte van de
boeken van Charles Carter is het werk van Morinus de Villefranche veel
moeilijker te doorgronden. Bij erg veel passages moet men nog een keer
lezen en soms een derde keer en daarna alles goed overdenken, want Morin
schreef vaak zeer beknopt en compact. De tekstinhoud van de gehele
Astrologia Gallica zou waarschijnlijk anderhalf keer die van de Bijbel
bedragen en dat maakt het volledig lezen en begrijpen van dit machtige
werk bijna tot een levenstaak. Er zijn mensen die dit tot levenstaak
hebben verheven, zoals de New-Yorkse astroloog Zoltan Mason (1906-2002),
geboren in Velka Bytca, Hongarije. Een uitgebreide samenvatting van Boek-16 over de stralen en de aspecten van de planeten heb ik onlangs gepubliceerd in de Astrologische Nieuwsbrief en heb ik later ook op de website geplaatst De verwijzing naar deze bespreking van Boek-16 vindt u in de onderlijnde tekst. Te zijner tijd zult u wat
meer boekbesprekingen aantreffen van afzonderlijke boeken van de
Astrologia Gallica en deze zult u kunnen vinden onder de Boekenpagina,
waar op dit moment al veel boeken uitgebreid zijn besproken.
Nog enkele andere werken die door Morin zijn geschreven Behalve de Astrologia Gallica heeft Morin ook nog enkele andere werken op zijn naam staan die de moeite van het vermelden waard zijn. In bovenstaande tekst heeft u reeds eerder kennis kunnen nemen van enkele werken, die als nummers 1 t/m 4 in de referenties zijn te vinden. Vermeldenswaard is het pamflet "The Cabal of the Twelve Houses"22 dat door de astroloog James Wharton in 1659 werd vertaald. James Wharton was een tijdgenoot van William Lilly en beide heren waren rivalen tijdens de periode van de Engelse Burgeroorlog. William Lilly maakte steeds goede voorspellingen over het verloop van de tussentijdse strijd tussen de Koning (Charles I) en het Parlement, waarover ik in de Astrologische Nieuwsbrief No. 6 uitgebreid heb bericht. Een plaatje uit het pamflet: In dit beknopte werk zet Morin de primaire betekenis uiteen van de twaalf astrologische huizen, gebaseerd op de tripliciteiten van Vuur, Aarde, Lucht en Water. Elk van de vier kardinale huizen valt onder een eigen tripliciteit. U kunt het beter zelf lezen en de Engelse vertaling van Wharton is te vinden op het internet23.
Start
van de pagina: 8 maart 2009 © J. Ligteneigen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|