Charles E.O. Carter

The Principles of Astrology, 5th Edition

Home 

The Principles Of Astrology, 5th Edition

AUTEUR: Charles E.O. Carter

UITGEVER: The Theosophical Publishing Co. , London 1962

OMVANG:   188 blz.

ISBN: 1-4191-7305-7; paperbackt;

Engelstalig

PRIJSINDICATIE: ca. 25 EURO   

Het boek bevat 5 afbeeldingen 16 tabellen, inhoudsopgave en een alfabetische index.            

Dit boek werd al in 1925 door Carter geschreven en hij zat toen zo'n 11 jaar in de astrologie. Herdrukken van dit boek verschenen in 1930 (2e ed.), 1939 (3e ed.), 1950 (4e ed.) en in 1962.

Dat Carter door velen als een eminent astroloog wordt beschouwd, wordtin dit boek duidelijk bewezen. De schrijfstijl is zeer duidelijk. Zoals wij van Carter inmiddels mogen verwachten, schijnt diens nuchterheid door het gehele boek heen. Carter behandelt alle invalshoeken van de astrologie: planeten, huizen, tekens, elementen, kwaliteiten, aspecten, progressies en enkele voorbeelden zonder ook maar ergens onduidelijk te zijn.

Tevens behandelt de schrijver bijzonder uitvoerig en nuchter alle zaken die met het karakter, het denken en de mentaliteit te maken hebben. Vervolgens schenkt hij ruime aandacht aan de volgende onderwerpen: gezondheid/dood, kennissen, huwelijk en vrienden, beroep en inkomen, ongelukken en gewelddadig dood, ouders en kinderen, reizen, religie, mystiek en occultisme.

Carter geeft vrijwel geen recepten. Hij leert u zelf na te denken en geeft uitsluitend zaken weer die uit eigen onderzoek zijn verkregen. De tabellen die hij geeft voor de uitwerkingen van de aspecten zijn dan ook beknopt en geven alleen de essenties aan. Dit geldt ook voor de tabellen voor de mogelijke betekenis van de planeten in de tekens.

Over de planetaire aspecten is door Carter een apart boek geschreven, "The Astrological Aspects", waarvan u op deze website een boekbespreking aantreft.
Ook verwijst Carter hier en daar naar enkele van zijn andere boeken, maar uitsluitend als ditnodig is, zols in H7, $4, "Accidents and violent death", dat uitvoerig de 168 bestudeerde gevallen van ongelukken statistisch beschrijft.

De beschrijving van de weerking van de planeten is uitmuntend. Zelfs beschrijft Carter de werking van de planeet Pluto die weinig onderdoet van wat wij er nu van weten, welliswaar beknopt, maar toch voldoende. Carter is een van de weinigen die de essentie weet te beschrijven over hoe planeten werken wanneer zij sterk en zwak staan in teken en huis (sterk / zwak en prominent / verborgen). Ook de uitwerking van de planetaire aspecten weet de schrijver goed te relativeren en grote nadruk ligt steeds bij de waarde die een planeet heeft in een zodiakteken, zoals hij op blz. 111 nog eens duidelijk aangeeft: "planeten in verhoging en in hun eigen positieve tekens doen veel goed, zelfs bij een slecht aspect, vooral de benefics. En omgekeerd, op planeten die zwak staan (in val of in vernietiging red.) kan men niet te veel vertrouwen voor grote voordelen, vooral de malefics, welke aspecten ze ook maken...".

Een bijzonder goede beschrijving over morele status, karakter, denken en mentaliteit wordt gegeven in Hoofdstuk6, $1 t/m $5. Carter is hier bijzonder volledig maar hij blijft overzichtelijk en beschrijft alleen dát wat praktisch en nuttig is. Zo benadrukt hij de positie van het 9e huis als een der belangrijkste aanwijzers voor een goede morele status van de geborene. Ook zet hij een vergelijking op voor de werking van het 5e huis (is datgene dat we graag zouden doen zonder de morele beperkingen) en het 9e huis.

Een zeer treffende analyse van het temperament wordt gegeven in $3 waarin Carter de volgende invloeden duidelijk en helder erbij betrekt: de elementen, de kwaliteiten, rijzend teken en diens heerser, elke rijzende planeet, Zon, Maan en Mercurius.

Het wordt dan duidelijk dat niet alleen Mercurius de alleenvertegenwoordiger is van de mentaliteit, maar dat alle bovengenoemde factoren een belangrijke rol spelen. Mercurius is wel heel erg belangrijk als krachtbron van de zelf-expressie, zonder welke schrijven en spreken onmogelijk is. De uitingen van Mercurius worden bepaald door zijn plaatsing in teken en huis plus de aspecten die hij ontvangt. Dit in combinatie met de totale morele status, geeft aan op welke wijze Mercurius zich gedraagt.
Een verrassende analyse volgt uit het 6e huis m.b.t. de gemoedstoestand van de geborene die soms sterker kan zijn dan de invloed van de Ascendant. Het6e huis is een minder gunstig huis en zelfs de benefics voelen zich hier niet zo prettig.

Paragraaf4 over de intellectuele capaciteiten is tevens erg leerzaam. Niet alleen Mercurius is de enige graadmeter voor de mate van intellect, omdat deze planeet de mate van zelf-expressie aangeeft en niet de daadwerkelijke hersenkracht. Bij een sterke stand van Mercurius geeft dit uiteraard vaardigheid met pen en tong, maar alsnog kan men geslepen zijn, sluw en zelfs gemeen. De werkelijke indicaties voor een goed en oprecht intellect schijnen te liggen in goede aspecten met de Zon, vooral van Mars, Jupiter en Uranus. Daarnaast spelen goede aspecten op de Ascendant een grote rol, omdat de  Ascendant het hoofddenken aangeeft.

Hoofdstuk-7 behandelt enkele belangrijke onderwerpen in analogie met de huizenbetekenissen, maar steeds weer op een heldere en nuchtere wijze. Zo worden de oude astrologische tekstboeken wel als waardevol gezien, maar Carter zegt er wel bij dat die vele losstaande aforismen lang niet altijd waar zijn en dat het het allerbelangrijkste is om zélf te gaan leren denken en combineren.

Paragraaf-1 over gezondheid, ziekte en dood is erg goed geschreven en Carter geeft ons precies dát wat wij nodig hebben. Groot belang ligt bij de Zon, Maan, Ascendant en de cuspen van het 4e, 6e en 8e huis. De belangrijkste tabellen over zodiakale- en planetaire lichaamsfuncties en organen worden hier gegeven alsmede de ziektebeelden per planeet. Verder komen dood en kindersterfte nog onder de aandacht.

Paragraaf-2 behandelt relaties, huwelijk en vrienden, samenhangend met het 3e, 7e en 11e huis. Een groot deel is gewijd aan het huwelijk en hoe te beoordelen of partners goed met elkaar samen kunnen gaan en de mate van geluk binnen het huwelijk.

Paragraaf-3 bespreekt het beroep en aanverwante zaken,zoals inkomen, naam, faam en reputatie. In de tabel op blz.133 worden enkele beroepen en bezigheden vermeld ie met de tekens samenhangen. Het beroep is volgens Carter niet zomaar als een geïsoleerde stand in de horoskoop te zien, maar is alléén uit het geheel te achterhalen, rekening houdend met het type persoon (hoofd, vast, beweeglijk), het rijzend teken en de tekens op de aarde-huizen. De Ascendant geeft dan de natuurlijke neiging aan, maar vaak wordt die "omgebogen" door sterke tekens op de huizen 2, 6 en10 en gaat de geborene een andere richting uit. Grote aandacht is nodig voor de sterkste planeet in de horoskoop want van die planeet zijn de grootste voordelen te verwachten.
Met betrekking tot weelde, succes en eigendom geeft Carter per planeet aan hoe deze werken, vooral in combinatie met een goed aspect van de Zon. Daarnaast worden invloeden van de andere huizen gegeven in combinatie met aspecten op het 2e huis. Verder worden nog de invloeden van de planeten gegeven wanneer zij dicht tegen het MC staan.

In hoofdstuk-8 worden twee voorbeelden gegeven van de uitleg van een horoskoop. Als eerste de horoskoop van Hitler, maar Carter neigt hier naar hinein-interpretatie en gaat zelfs de fout in door hitler's haat tegen zijn vader, de Russen en de Joden te verklaren door de vierkant van Venus en Mars met Saturnus.
Het tweede voorbeeld is van de Florentijnse hervormer Savonarola, maar die beschrijving is wel héél erg kort.
Jammer... een gemiste kans voor Carter om u eens heel gedetailleerd te beschrijven hoe de beoordeling van een horoskoop wordt gedaan.

Interessant is hoofdstuk-10 met enkele voorspellingstechnieken.

Paragraaf-2 gaat over transits, lunaties, revoluties en de "diurnal" horoskoop. 
Zoals u inmiddels weet, geloof in totaal niet in transits: ik heb er duizenden onderzocht, samen me de heer Gieles, maar het resultaat was nog geen 5% in vergelijking met zijn min-één-systeem dat nagenoeg feilloos werkt, zie mijn voorspellingen over Milosevic's dood, die ik tot 1 dag nauwkeurig berekende met het min-één-systeem.
Carter beweert het volgende oer transits: "..als op enig moment een progressieve planeet met een andere (radix) planeet in aspect is, en één van deze 2 planeten maakt een transit aspect in diezelfde tijd, dan zal de transit de progressie onmiddellijk activeren...".
Deze regel is wel interessant om te onderzoeken, want de gelijktijdige transits en de progressies komen weinig voor en wie weet, levert dit nog iets nuttigs op.

WatCarter heeft toegevoegd in de 5e druk is op blz. 164 de invloed van de Winter-ingress: dit is de intrede van de Zon in het teken Steenbok voor elk willekeurig jaar. Deze horoskoop geldt dan voor de komende 12 maanden in combinatie met de radixhoroskoop. In zijn voorwoord bij de 5e druk zegt Carter dat deze invloed heel erg sterk is en dat hij nooit de progressies op de radix los zou willen zien van de ingress-horoskoop van het betreffende jaar.
NB: in Newcomb-V2A en V3 is het mogelijk om deze ingress-horoskoop te maken voor elk willekeurig jaar.

De secundaire progressies worden in paragraaf-3 behandeld, waarvan Carter met de volgende systemen redelijk veel succes heeft behaald:
1 dag = 1 jaar
1 graad = 1 jaar
1/4 graad = 1 jaar
21/2 graad = 1 jaar

Carter rekent met voorbeelden zodat men progressies op datum kan berekenen, maar de voorbeelden zijn wel wat magertjes.
Grappig is dat Carter voor de progressieve delinaties aanbeveelt om een grafisch overzicht te maken, omdat de snelheid van de progressieve declinaties niet al te groot is.
NB: dezelfde methode pas ik al toe vanaf Newcomb-versie2A en werkt erg mooi.

Paragraaf-6 gaat over de correctie van de geboortetijd n.a.v. gebeurtenissen, een korte paragraaf, maar het bevat wel de essenties van de horoskoopcorrecties.

Paragraaf-7 over de uitwerking van de progressies is echt interessant. Carter is hier erg eerlijk en schrijft dat er eigenlijk niet één echt goed systeem bestaat. Het ideale systeem zou zijn: geen echte gebeurtenissen, dan ook geen progressies en zo ook: bij berekende progressies moet er altijd een uitwerking zijn. Een dergelijk systeem is tot op heden nog niet uitgevonden.
Per progressieve planeet worden een aantal onderwerpen en invloeden vermeld. Tevens wordt de duur van de progressies aangegeven, afhankelijk van de soort planeet, Zon of Maan.

Hoofdstuk-11 sluit af met een theoretische beschouwing over noodlot en of de mens "zijn sterren kan bedwingen".

Conclusie:

Dit is een van Carter's meest voortreffelijke boeken. Als u met dit boek zou beginnen, gevolgd door "The Astrological Aspects" en "An Enyclopedia of Psychological Astrology", dan heeft u een ERG sterke basis voor al uw astrologische vorderingen.
Het is jammer dat dit boek nooit vertaald is, maar als u geen probleem heeft met de Engelse taal, dan heeft u hiermee een fantastisch boek in handen.
Door te lezen en te herlezen en de leerstof op die manier in u op te nemen, verkrijgt u op den duur een zeer omvangrijke astrologische kennis. Ik heb dit boek nu 3 keer gelezen en ik vind het nog steeds een geweldig boek.

Mijn waardering :  * * * * *

Afgesloten, 14 oktober 2006, J. Ligteneigen

_______________________________________________________

Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on: 

Seite bearbeitet am / Pagina aggiornata il:   01/07/2023 11:34