BOEKBESPREKING Charles E.O. Carter The Astrological Aspects |
||
|
The Astrological Aspects AUTEUR:
Charles E.O. Carter UITGEVER: Fowler & Co. Ltd, London 1964 OMVANG: ISBN:
onbekend; harde kaft; Engelstalig
PRIJSINDICATIE:
ca. 25 EURO
Het boek dat ik hier
bespreek is de versie uit 1964, het zesde boek van Carter. De
oorspronkelijke versie verscheen in 1930. Sindsdien
zijn er vele herdrukken van verschenen en het is zeker het meest populaire
en waardevolle boek dat Carter heeft geschreven. Al in 1964 was de zevende herdruk een feit en het is deze uitgave die ik hier bespreek. Het boek is in het Engels geschreven en dit is dan ook het beste dat ik u kan aanraden. Wanneer u meer boeken leest van Charles Carter, dan leert u langzamerhand zijn stijl waarderen. Deze is altijd serieus, maar ook niet gespeend van een zekere humor en soms treft u een schilderachtige beschrijving van bepaalde planeetaspecten. Ook zijn Carter’s zinnen merendeels in netjes Engels geschreven, uiteraard het Engels van de vroege 20e eeuw, waardoor u af en toe wel een woordenboek nodig heeft. In 1949 heeft de
astroloog J.C. van Wageningen, auteur van het boek “Medische
Astrologie” een poging gedaan om dit boek te vertalen. Ook van dit boek
zijn diverse herdrukken verschenen, aangezien de behoefte aan een
duidelijke uitleg over de planetaire contacten blijkbaar erg groot was (en
nog steeds is). Dit Nederlandse boek, voorzien van vele voetnoten van de
kant van Van Wageningen is een oprechte poging om de bedoeling van Carter
zo goed mogelijk te volgen, maar hier en daar heeft hij de teksten niet zo
goed vertaald en daardoor zijn Van Wageningen’s voetnoten af en toe
overbodig en hier en daar weinig betekenisvol. De
inleiding van het boek Een boek lezen zonder
eerst de inleiding of voorwoord te lezen kan betekenen dat men de
bedoeling van de schrijver niet goed begrijpt. Bij een boek als dit is het
van groot belang dat men de redenatie van Carter goed kan volgen, hoe
moeilijk het af en toe ook is. De schrijver is zeker
niet over één nacht ijs gegaan. Voor elk planetair kontakt heeft Carter
zeker 2 tot 3 dozijn gevallen bestudeerd en hij heeft ontdekt dat de
uitwerking lang niet altijd is wat men er van verwacht volgens de
literatuur en soms volgens de logica. Carter heeft uiteindelijk een poging
gedaan om te beschrijven wat hij heeft geobserveerd bij elk soort
planetair contact. Voor Carter zijn de
conjunctie en het parallel de belangrijkste aspecten: ze zijn als het ware
de “ouder” van alle andere aspecten. De inharmonieuze aspecten
zijn de oppositie en het vierkant gevolgd door het halfvierkant, het
sesquikwadraat (anderhalfvierkant) en de inconjunctie (quincunx). De conjunctie wordt door
Carter dus gezien als het aspect met de grootste kracht en de meeste
mogelijkheden die het in zich heeft. Het beďnvloedt de geborene het meest
van alle aspecten, zowel qua karakter als omstandigheden. De driehoek is doorgaans
een actief aspect, met een werking van idealisme en wordt geassocieerd met
het 5e en 9e huis: creatie en inspiratie. Het is een
aspect vol vitaliteit en oplettendheid. Het sextiel wordt
geassocieerd met het 11e en 3e huis en is van nature
een mentaal aspect: intellectuele wensen en aspiraties worden hieronder
gesorteerd. Het is zeker meer mentaal en minder enthousiast dan de
driehoek en in zwakke horoskopen kan het dan ook een zekere luiheid en
indolentie aangeven. Het is in ieder geval een aspect dat veel voorkomt in
de horoskopen van denkers. Het vierkant is een
duidelijk strijdaspect. Het verschaft de meeste energie van alle aspecten
en staat in duidelijk contrast met de oppositie. De geborene reageert
abrupt op prikkels uit de omgeving en het zorgt vaak voor moeilijke
omstandigheden voor de geborene. Soms geeft het ook succes voor de
geborene, maar niet na een lange strijd of onder moeilijke omstandigheden.
Voor de persoon in kwestie is er een groot verschil tussen wat de geborene
heeft en wat hij wil. Hij gaat erop uit om te bereiken wat hij
uiteindelijk wil. Het halfsextiel heeft het
karakter van het 12e en 2e huis terwijl de
inconjunctie geassocieerd wordt met het 6e en 8e
huis en directe verbindingen heeft met gezondheid, ongelukken, pech en
zelfs de dood. Het halfvierkant is
geassocieerd met het 11e en 2e huis en het
sesquikwadraat met het 5e en 8e huis. Geen enkele
van deze genoemde aspecten is volgens Carter erg krachtig en de schrijver
dringt er op aan om de orbs toch steeds klein te houden, zelfs 1 graad aan
te houden voor het halfsextiel en 2 graden voor de inconjunctie. In het
algemeen vindt Carter dat het zelfs de moeite waard is om de kleine
aspecten een uiteindelijke orb van 1 graad toe te kennen en voor de grote
aspecten maximaal 5 graden. Wat
is belangrijk bij het beoordelen van aspecten? Volgens Carter is het van
groot belang om bij elk aspect te kijken naar de volgende zaken : de
plaatsing van de planeet in
kwestie in teken en in huis en de andere aspecten die deze planeet nog
maakt. Dit moet uiteraard ook gedaan worden voor de andere planeet die bij
het oorspronkelijke aspect is betrokken. Het allerbelangrijkste is
de goede plaatsing in teken of huis. Een planeet die zich goed voelt in
een teken of huis kan niet veel kwaad doen, zelfs niet bij slechte
aspecten. Maar een planeet die zich slecht voelt in een teken of huis, zal
niet veel goeds kunnen brengen, zelfs niet bij goede aspecten. Dan komt een belangrijke
passage in het boek, misschien wel de belangrijkste van dit boek en het
komt overeen met de de soms “onbegrijpelijke” visie van de heer Gieles
bij de vertolking van aspecten, waarbij iedereen verbaasd stond en zich
afvroeg of men wel ooit iets van astrologie zou leren. Carter geeft drie
korte voorbeelden. Carter geeft het
voorbeeld van de Zon driehoek Saturnus in Leeuw en geeft de raad dit
aspect als inharmonieus te zien. De reden is dat Saturnus in Leeuw zeer
slecht staat en dat Saturnus ook nog eens een der malefics is. Als tweede voorbeeld
geeft Carter de zon driehoek Jupiter in Steenbok, wat uiteraard minder
goed is dan Jupiter in Boogschutter, maar alsnog zou Carter hier een
positieve invloed uit halen. Als derde voorbeeld geeft
Carter Zon vierkant Jupiter in Boogschutter. Dit is volgens hem een
positief aspect, waar veel steun van kan worden verwacht. Zelfs Zon
vierkant Saturnus in Waterman zou Carter niet helemaal als slecht
beoordelen. Dan geeft Carter nog een
waarschuwing in cursieve letters om goed te onthouden, hij schrijft: “als deze modificaties niet constant goed in gedachten worden gehouden,
dan zullen vele van de volgende beschrijvingen niet van toepassing zijn en
het zal onmogelijk zijn om ze succesvol toe te passen.”. Blijkbaar moeten wij dus
anders denken bij het toepassen van de aspecten. Als u Sagittarius leest,
dan wordt het u wel duidelijk hoe de heer Gieles de aspecten behandelde.
Hij stapte ook af van het gebaande pad dat in vele gevallen onjuist bleek
te zijn. Carter gaat nog verder
met het volgende: Elke configuratie (aspect
tussen twee planeten) kan als goed of slecht worden beschouwd vanuit twee
gezichtspunten: (innerlijk) geluk en (uiterlijke) prestaties. De benefieke
planeten en aspecten zijn ongetwijfeld gunstig voor het eerste, maar ze
zijn lang niet altijd goed voor het laatste, aangezien ze neigen naar
rustige momenten in het leven waarin niet veel gebeurt. Aan de andere kant zal
een horoskoop die gedomineerd wordt slechte aspecten en malefics
uiteindelijk de geborene breken door herhaalde obstakels en ongelukken. Dus voor de uiterlijke
prestaties, het bereiken van uiterlijke doelen zal een horoskoop waarin
beide soorten aspecten voorkomen, het gunstigst zijn. Inharmonieuze
aspecten veroorzaken veel ongeluk en zware tegenslag, maar ze verhinderen
geenszins succes, terwijl louter goede aspecten juist het ontduiken van
verantwoordelijkheden kan aangeven. De
rest van het boek In de bladzijden 1 t/m
160 behandelt Carter uitvoerig de 36 combinaties tussen de Zon, Maan en de
planeten tot en met Neptunus. Omdat het boek in 1930 werd geschreven, kon
Carter nog niet de aspecten van de planeet Pluto erin betrekken. Steeds vermeldt Carter zijn eigen onderzoek en datgene wat hij heeft waargenomen als uitwerking van de aspecten. Die uitwerking is in vele gevallen ook nog eens verdeeld in een innerlijke uitwerking (karakter, manier van denken, etc.) en een uiterlijke uitwerking in de maatschappij, ouderlijk huis, huwelijk enzovoorts.
Conclusie: Dit boekje over de aspecten is naar mijn mening het beste dat er is verschenen over de astrologische aspecten. Geen ellenlange bladzijden over elk klein mineur aspect met uitwerkingen, waarnaar je alleen maar kunt raden of het werkelijk zo is. Carter is uitzonderlijk nuchter in zijn beschrijvingen en in veel gevallen laat hij ook zien dat de moeilijkste aspecten helemaal geen blokkade voor iemand hoeven te zijn, maar dat succes toch mogelijk is, ondanks de moeilijkheden die alsnog ondervonden moeten worden. Er zijn heel veel boeken verschenen over astrologische aspecten en ik bezit er ook ettelijke, maar ik blijf volhouden dat dit boek iedereen op de goede weg zal helpen bij zijn astrologische interpretaties. Dit boek is een absolute must voor iedere astrologiebeoefenaar!! Afgesloten, 1 oktober 2006, J. Ligteneigen
|
|
|
_______________________________________________________ Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on: Seite bearbeitet am / Pagina aggiornata il: 01/07/2023 11:33 |
|