BOEKBESPREKING Charles E.O. Carter Some Principles of Horoscopic Delineation |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
Home > Some Principles of Horoscopic Delineation AUTEUR:
Charles E.O. Carter UITGEVER: W. Foulsham & Co. Ltd., London 1934 OMVANG: ISBN:
onbekend; harde kaft; Engelstalig
PRIJSINDICATIE:
ca. 20 EURO
Het boek dat ik hier
bespreek is een originele versie uit 1934, het achtste boek van Carter.
Het kan zijn dat er al nieuwere drukken zijn verschenen, maar dat zou ik
nog eens moeten nakijken. Het boek bevat 5 tabellen, waarvan er 2 het onderzoek naar kindersterfte betreffen. De andere tabellen hebben betrekking op het onderzoek naar criminaliteit. In
het voorwoord , waar onder andere de diverse huizensystemen
aan de orde komen, verdedigt Carter niet één bepaald systeem en neemt
hij een onpartijdig standpunt in. Wel vindt Carter dat wanneer een planeet
dicht bij de cusp van een huis staat, deze door zijn orb (van ca. 7
graden) al voor een deel in het andere huis staat (het volgende of
voorgaande al naar gelang de positie van de planeet). Het
eerste hoofdstuk (the scope of the nativity) is wat
inleidend van aard en moet ons duidelijk maken wat wij wél en wat wij
niet in een horoskoop kunnen verwachten. Volgens Carter toont de
geboortehoroskoop aanleg en karakter en juist dát stuk van de menselijke
psychologie dat natuurlijk is, dat bij die persoon hoort. Ook zou de
geboortehoroskoop geen nieuwe karaktertrekken kunnen opleveren die niet in
de radix staan, met andere woorden: alles dat zich openbaart bij de mens,
staat in de radix vastgelegd, ook al is het eerst latent aanwezig. De mens
kan alleen zijn potentieel (waarmee hij geboren is) ontwikkelen, maar
niets nieuws verkrijgen aan eigenschappen dat niet in de radix aanwezig
is.
Heel veel “slechte”
aspecten in een horoskoop is zeker ook niet goed en geeft een hard leven
aan met vele tegenslagen en uitdagingen. Te veel “goede” aspecten ook
niet, zoals bij de grote driehoek al verklaard. Het beste is om een mix te
hebben van “gunstige” en “minder gunstige” aspecten. Carter beschrijft dat hij
bij zijn onderzoek naar de aspecten continu verbaasd stond door het
schijnbare feit dat personen met de “slechte” aspecten helemaal niet
minder af waren dan de mensen met de “goede” aspecten. Zo staan in de
horoskopen van criminelen vrijwel steeds de Maan en Mercurius in een goed
aspect met elkaar of in een driehoek met Jupiter, terwijl de “slechte”
aspecten tussen die planeten juist bijna niet voorkomen. Hoe kan dit nu? Carter deelt de aspecten
in drie groepen in : het sextiel en de driehoek als hulpvaardige aspecten
; het vierkant en de oppositie als moeilijke aspecten en tenslotte de
conjunctie en het parallel die ergens tussen de eerste en de tweede groep
in staat. Qua kracht vindt Carter dat de conjunctie en de oppositie de sterkste aspecten zijn, gevolgd door de driehoek, het vierkant, het sextiel en daarna de kleinere aspecten. Er zijn echter meerdere classificaties mogelijk voor de sterkte van de aspecten. Een heel erg belangrijk punt dat Carter hier beschrijft bij de progressies is het volgende. Wanneer in de radix bepaalde planeten met elkaar in aspect staan en een progressieve planeet maakt een aspect op deze radixplaneten, het maakt niet uit of dit een klein of en groot aspect is, dat dan de radixwerking wordt geactiveerd. Carter omschrijft dit erg mooi door te stellen dat het niet uitmaakt of je een vat kruit nu aansteekt met een klein lontje of met een vlammende toorts : het effect is hetzelfde. Dan geeft Carter nog de volgende verschillende opmerkingen t.a.v. de aspecten:
Daarna wordt de horoskoop van Lord Birkenhead besproken om de integratie van aspecten aan te tonen. In deze horoskoop staan Zon conjunct Venus samen in oppositie met Saturnus. Ondanks de oppositie heeft deze man toch een fortuin weten te verdienen in de advocatuur en verdiende in rond het jaar 1900 zo’n slordige 30.000 Britse Pond per jaar. Hiermee bedoelt Carter dus dat zelfs een oppositie Zon – Saturnus een dergelijke rijkdom niet hoeft te verhinderen, iets wat in de traditionele astrologie nauwelijks gezegd durfde te worden. Aan het einde van dit hoofdstuk komen nog aan de orde: non-expressie, zelfmoord en ziekte.
Voor grote groepen mensen die vlak na elkaar geboren worden (zoals in grote steden) zijn de zodiakale posities (planeten in de dierenriem) vrijwel gelijk. Ook de aspecten tussen de planeten zijn vrijwel gelijk (behalve die van de Maan en de aspecten naar de huizencuspen). Het enige onderscheid is dan de positie in de huizen door de draaiing van de Aarde om haar as. Hierdoor kan bij de één een Zon conjunctie Venus in het 12e huis staan, terwijl bij de ander deze conjunctie pal op de cusp van het 10e huis valt. Carter benadrukt dan ook: "it may be laid down as a generalrule that prominency is largely identical with proximity to the angles and planets fail in strength as they increase their elongation from these four cusps" De vallende huizen vertegenwoordigen datgene dat teruggetrokken en zwak is; de opvolgende huizen hebben een soort tussentoestand tussen de sterke cardinale huizen en de zwakke vallende huizen. Hetzelfde geldt min of meer voor de dierenriemtekens. De combinatie bijvoorbeeld van een planeet uit de beweeglijke tekens in een vallend huis is een erg zwakke. Maar bij dezelfde planeet in een hoofdteken, maar in een vallend huis is er wel de wens om vrij en open te zijn, maar er zal weinig gelegenheid voor gegeven worden. Aspecten vormen dan juist de overbrugging naar meer mogelijkheden en kunnen een planeet in een vallend huis meer naar voren brengen. Maar vallende planeten zijn toch een grote verzwakking, vooral voor openbare functies. Als deze mensen dan toch slagen in het leven komt dat door puur mentale kracht. Gedachten zijn dan hun sterke punt, zij kunnen uitvinden en bedenken, maar het blijft moeilijk om alles in het praktische leven te realiseren. Carter benadrukt verderop
nog eens: "het lijkt erop dat de mundane posities verreweg het
belangrijkste zijn en wij bevelen de student ten zeerste aan om als eerste
alle informatie uit deze bezetting te halen en daarna pas aandacht te
geven aan de andere factoren (zoals tekenbezetting en aspecten)" De geboortegegevens van Annie Bessant heb ik verkregen uit Esoteric Astrologie van Alan Leo. Deze horoskoop schijnt volgens de bron al geverifieerd te zijn. Veldmaarschalk Hindenburg heeft 23 Steenbok op de Ascendant volgens Carter, hetgeen de volgende horoskoop oplevert : Beide horoskopen lijken op elkaar: de bezetting van de tekens is dezelfde, behalve dan het Pars, omdat deze afhankelijk is van de Ascendants-graad en uiteraard zijn de huizencuspen anders. Beide horoskopen hebben vrijwel dezelfde aspecten. Beide personen zijn grote
vechters en vertoonden grote toewijding voor hun taak en wisten grote
groepen mensen voor zich te winnen. Maar Annie Bessant was meer een rebel,
een hervormer, progressief en occult ingesteld. Veel van deze verschillen kunnen worden verklaard uit de bezetting van de huizen. De twee Ascendanten - Uranus rijzend bij Annie en Steenbok zonder planeetbezetting bij Hindenburg geven een duidelijk verschil aan tussen de staatsman met zijn liefde voor zijn taak en die deze altijd behouden heeft, en de hervormster met haar grote omwenteling in denken en het abrupt verlaten van eerdere gedachten en ideeën. Met betrekking tot hun
bezittingen en roem: Hindenburg verkreeg grote eer in eigen land en werd
alom gerespecteerd om zijn patriotisme en zijn toewijding aan zijn taken. Andere combinaties zijn
de avonturier Sir Richard Burton en Dr. Joseph Walace, stichter van een
diëtistische en hygiënische school die ook op dezelfde dag zijn geboren
en het paar Sainte-Beuve, de grote Franse criticus en Benjamin Disraeli,
de staatsman. De horoskoop van Sir Richard Burton heb ik weten te construeren aan de hand van de gegevens in NN356 en de 200-year ephemeris,die begint vanaf 1800. Hierdoor kom ik uit op 19 maart 1821 GMT 21.41.12 Richard Burton was een
ontdekkingsreiziger naar de Oosterse landen en was de vertaler van de
Sprookjes van 1001 Nacht. De vele planeten in het initiatiefrijke 5e huis
geven hem die mogelijkheid om op vreemde plaatsen te komen, vaak met
gevaar voor eigen leven. Dr. Joseph Wallace was een briljant geleerde en onderzoeker. Merk op dat hier de planeten in het 4e huis staan,een stand die vaak wordt gevonden bij wetenschappers. Natuurlijk is het 4e huis minder avontuurlijk dan het 5e zoals bij Burton. Ook hier staat de Maan als enige boven de horizon en is heerser van het 8e huis: onderzoek en research.
Hoofdstuk vier over tekenbezetting behandelt de minst significante uiting van de planeten in een horoskoop. Carter bedoelt dit hier uitdrukkelijk ten opzichte van de reeds behandelde aspecten en huizenbezetting. Hij geeft hier het voorbeeld van 20 gevallen van Mars in Leeuw, Mars conjunct Zon en Mars in huis-5. Hij is ervan overtuigd dat de lijst met Mars conjunct Zon de meeste aanwijzingen geeft, gevolgd door de aanduiding van Mars in huis-5. De schrijver kent de verhoudingen van 40, 40 en 20% toe aan duidelijkheid van resp. aspecten, mundane bezetting en zodiakale bezetting. Carter bespreekt dan ook
de werking van de planeten in de tekens. De sterkte of zwakte van
planeten in tekens geeft wél aanwijzingen voor het al dan niet
ontvankelijk zijn voor ongelukken, volgens de resultaten van Carter's
onderzoek in "The Astrology of Accidents", waarin de tabellen
worden gepubliceerd. Hieruit blijkt duidelijk dat de Maan, Jupiter,
Saturnus en Mars in tekens van val en vernietiging vaak voorkomen bij
ongelukken. Echter ook de gunstige positie in verhoging komen voor. Carter
beweert dan ook "positieve waardigheid van planeten in betekenisloos
bij ongelukken" (het helpt in ieder geval niet om ongelukken te
voorkomen) en "negatieve waardigheid kán evt. op ongelukken
wijzen" 1) er überhaupt wel iets
te zeggen is over tekenbezetting Over punt 2) is Carter duidelijk. Hij heeft uit eigen onderzoek niet kunnen bewijzen dat de traditionele tabellen werken. Zo is er een onderzoek geweest (Astrology, dec. 1933) naar 160 horoskopen van ruiters en hieruit bleek dat de Zon het MINST voorkwam in de tekens Maagd en Boogschutter en dit is v.w.b. het teken Boogschutter uiterst merkwaardig en staat in schril contrast met het algemene gegeven dat Jupiter en Boogschutter met paarden te maken hebben. Zelf ken ik ook twee horoskopen van mensen die intensief in de paardenbusiness zitten en waarbij ook Jupiter en Boogschutter geen rol spelen, ook het 9 e huis geeft geen aanwijzingen. Daarom stelt Carter ook heel terecht dat de astrologie, zoals wij die nu kennen nog in het baby-stadium verkeert en dat wellicht een boel kennis uit het oude verleden op de een of andere manier uit zijn verband is gehaald waardoor wij gewoonweg de essentie missen. De beste informatie die
tekenbezetting geeft, is de BALANS in de horoskoop. Zoals de
planeetaspecteringen de mate van INTEGTRATIE aangeven en de mundane
bezetting de mate van ZELF-EXPRESSIE weergeven, zo zal de bezetting van
tekens ons meer zeggen over de psychologische balans. 1) er geen overbezetting
is in de eerste zes tekens (Ram-Maagd) ten opzichte van de laatste zes
tekens (Weegschaal-vissen) en omgekeerd.
In hoofdstuk vijf over planetary psychology worden alle planeten besproken. Eerst worden ze door Carter ingedeeld naar analogie van de positieve- en negatieve tekens. Zo zijn de Zon positief en de Maan negatief en verder Mercurius, Mars, Jupiter en Uranus positief en Venus, Saturnus en Neptunus negatief. Daarna worden de voor- en nadelen aangegeven van veel planeten in positieve- en negatieve tekens. Hierna worden de planeten een voor een besproken met betrekking tot hun psychologische functies. Een zeer belangrijke functie wordt toegekend aan Venus, de planeet die compromissen maakt en geneigd is om zijn eigen waarde op te offeren voor het algemeen welzijn. Een geafflicteerde Venus lijkt als eerste te wijzen op een ongelukkige jeugd en het kind heeft daar niet geleerd om zich goed aan te passen. Kinderen worden dan ofwel verlegen of gewelddadig, waarbij de eerste toestand al per definitie een ongelukkige is met alle gevolgen voor het latere leven. Voor Carter is Venus niet alleen de meest belangrijke planeet die het leven aangenaam kan maken, maar vooral die leven überhaupt mogelijk maakt. Voor Saturnus wordt veel
ruimte besteed en zijn voornaamste functie ligt in het behouden van dát
wat werd verkregen in het verleden. De groei en vermeerdering die Jupiter
brengt kan niet eindeloos doorgaan. Er is een grens of een einde aan alle
groei en dat is precies wat Saturnus voorstelt: begrenzing
van.....Saturnus maakt niet geliefd, maar wel gerespecteerd en men
vertrouwt op Saturnus als gezond boerenverstand nodig is. Saturnus is de
minst instinctieve planeet. Hij alleen kan de mens doen stijgen naar een
hoge morele status door inzicht, rust, hard werken en terughoudendheid en
plichtsbesef. Uranus als de eerste planeet ná Saturnus staat symbolisch voor het doorbreken van grenzen. Hij geeft een nieuwe start aan, frisse ideeën en een duidelijke manifestatie van datgene wat hij wil. Omdat Jupiter in veel opzichten ook die functie vervult, kan men zich afvragen wat dan het verschil is tussen Jupiter en Uranus in dit opzicht. Het grote verschil is dat Jupiter zich binnen de grens van Saturnus bevindt (binnen diens baan) en Uranus niet, die is er voorbij. Jupiter is wel groei, maar altijd binnen de perken van de wet en de normen. Uranus is grenzeloze groei en aan normen en wetten stoort zich deze planeet niet. Neptunus vindt Carter een van de minst begrepen planeten. Hij heeft veel weg van Venus en Jupiter. Hij staat in sterk contrast met Mars en hij is in staat om de gewelddadige invloed van Mars te verminderen wanneer Mars in Vissen staat. Voor velen is Neptunus een vrouwelijke planeet en heeft hij/zij een biseksuele aard. Zijn aspecten (goed of slecht) geven altijd iets teleurstellends. Vele criminelen hebben Neptunus sterk geaspecteerd. Vaak is Neptunus een klaploper, maar ook wel weer vrijgevig. Prominent in de horoskoop maakt hij altijd zwak van gezondheid. Liefde voor dieren is erg opvallen bij sterke Neptunus contacten. Net als Uranus stoort hij zich niet zo aan wetten en normen en maakt hij geen onderscheid naar status of intelligentie. In zekere zin is hij het tegengestelde van Saturnus. Saturnus stelt grenzen en maakt onderscheid. Neptunus wil deze oplossen en veroorzaakt zo dus nogal eens chaos en verwarring. Het is ook de planeet van illusie met alle gevolgen van dien.
Hoofdstuk
zes gaat over kindersterfte en levenslengte. Hierin wordt dan
het onderzoek van Carter met statistische tabellen getoond en worden
conclusies getrokken. In het algemeen kan over een goede gezondheid het
volgende worden gezegd: er is vaak een overwegende invloed van de
welwillende planeten Zon, Venus en Jupiter ten opzichte van de mindere
planeten. Maar Jupiter neemt weer vaak risico's terwijl Saturnus juist
door zijn voorzichtigheid en geen risico's nemend weer het tegendeel
aangeeft. De tabel die Carter publiceert gaat over (slechts) 28 gevallen van kindersterfte, maar geeft toch wel interessante informatie. In deze 38 gevallen x 7
planeten, verdeeld over 12 tekens geeft een gemiddelde van 22,2 per teken.
Het is bijzonder opvallend dat planeten in Vissen ruim 2 keer boven het
gemiddelde zitten. Daarnaast scoren Stier, Kreeft en Leeuw ook hoger, maar
dit is niet genoeg om conclusies uit te trekken. Hoe zit het dan met de verdeling in de huizen? Bij deze verdeling speelt
natuurlijk het gebruikte huizensysteem een grote rol. Bij bepaalde
huizensystemen,zoals Campanus, hebben de huizen aan de horizon een grotere
omvang dan aan de midhemel, dit zou de kans op planeten in de huizen
12,1,6 en 7 doen toenemen. Het gemiddelde per huis
is 28,5, zodat de bezetting van planeten in het 5e huis (slechts 15) ver
onder het gemiddelde zit. De bezetting van het 12e huis (36 keer) zit weer
flink boven het gemiddelde. De bezetting van het teken Vissen zit ook al
zo hoog. De gemiddelde bezetting van een huis per planeet is 3,2. De teken-bezettingen wijzen iets heel anders uit, dus goede algemene conclusies kunnen hier niet getrokken worden. Blijkbaar is hier tekenbezetting sterker dan huizenbezetting. In het algemeen kan gesteld worden dat een bezetting van het 5e huis heilzaam werkt en een bezetting in Vissen minder gunstig is. Is dit nu alles wat
wij kunnen concluderen? Daarna haalt Carter een onderzoek aan van A.G. Eames dat gepubliceerd werd in Astrology van juni 1932 naar levenslengte. Enkele opmerkelijke conclusies: 1) Veel Zon-Saturnus en
Maan-Saturnus contacten, maar niet de oppositie
Hoofdstuk zeven behandelt zelfmoord en krankzinnigheid. Wat kan men van tevoren verwachten bij zelfmoord? Uranus wordt vaak beschouwd als de planeet van zelfvernietiging, maar wellicht pas die rol beter bij Neptunus. Uranus heeft weinig geduld, hij wordt boos, gebruikt geweld om zich te uiten als hij wordt dwarsgezeten. Neptunus kan wegzinken in een staat van wanhoop en ernstige verzwakking. Bij afflicties van
Saturnus en Neptunus is de weg erg moeilijk en de psychische
omstandigheden erg zwaar en zeer gevoelig. Saturnus verleent dan toch vaak
een doorzettingsvermogen en gaat door. Hij is passief erg taai en dat is
Mars ook, maar dan in actief opzicht. Een voorbeeld is de horoskoop van Ivar Krueger, geboren op 2 maart 1880 Kalmar - Zweden, 56.40 NB en 16.20 OL. GMT = 4.17.33, gecorrigeerd op prog. Asc. conjunct Pluto (Ligteneigen) Carter:
"er zijn geen aanwijzingen voor een aversie tegen het leven,
de sterkte van Jupiter wijst op het tegendeel. Deze planeet heeft hem toch
verraden. Hij was een onverzadigbaar type, belust op macht, geld en
bezittingen, hetgeen vaak door Saturnus in huis-2 wordt aangegeven. Door
een flink portie geluk heeft deze man erg veel rijkdom kunnen vergaren.
Wij zullen altijd een verband zien tussen het 8e huis en Neptunus. Hier is
Venus als heerser van 8 vierkant Neptunus, hierbij is het 3e huis
betrokken (Venus heerst ook over Stier). Ligteneigen: "Carter vergeet hier helaas de invloed van Pluto. Deze staat op 25.37 Stier, een gevaarlijke graad, omdat die door de Vaste Ster Algol wordt bezet en deze geeft volgens Ptolemaeus - ongeluk, geweld, onthoofding, ophanging en geweld door de onderwereld, hij geeft een schurkachtige natuur aan en veroorzaakt dood aan de geborene of anderen..... Een stukje van de progressies ten tijde van zijn zelfmoord op 12 maart 1932... Vanaf 9 januari een hele serie nare aspecten met als hoogtepunt de conjunctie van de progressieve Ascendant met de zwaar beschadigde Pluto, moet voldoende zijn geweest."..... Hierna geeft Carter nog enkele andere gevallen, zoals iemand die op 80-jarige leeftijd zelfmoord pleegde en uiteindelijk geeft de schrijver de meest voorkomende horoskoopstanden bij gevallen van zelfmoord: 1) Neptunus staat in een
relatie tot het 8e huis
Hoofdstuk
acht betreft weer een onderzoek en wel naar de gewelddadige
crimineel, een onderzoek dat interessant is voor de huidige tijd (opm. JL).
Bij de analyse van horoskopen is het moeilijk te ontdekken of het gaat om
moordenaars of om de dodelijke slachtoffers van een misdrijf. De Ascendant staat in Weegschaal en dit wordt zelden gevonden in de horoskopen van criminelen. Cavell was een zeer gedreven persoon en zij handelde naar de hoogste idealen bij de verzorging van zieken in de Eerste Wereldoorlog. Na deze uiteenzetting komen de resultaten van Carter's onderzoek naar 34 gevallen van gewelddadige misdadigers aan de orde. De vertoonde tabel geeft de verdeling van de 7 (snellere) planeten + de Ascendant over de tekens. De uitkomsten zijn erg
interessant. Ram en Stier alleen al hebben 67 planeten staan (gemiddeld is 40). Vergelijk dit eens met Leeuw en Steenbok, samen slechts 18 planeten! Het "ergste" teken is Stier met 35 planeten, het meest "brave' teken is Leeuw met slechts 8 planeten. De Ascendant vertoont een
soortgelijke verdeling: veel keren in Ram, Stier en Tweelingen. De tekens Boogschutter en
Steenbok scoren laag qua planetenbezetting: Zon in Boogschutter en
Mercurius in Stenbok komen zelfs niet eens voor! Carter's analyse dat misdaad een individueel gericht handelen is zonder met de rechten van anderen (en de maatschappij) rekening te houden, komt overeen met het principe van de eerste 2 à 3 tekens van de dierenriem. Het is echter wel voorbarig om de omgekeerde conclusie te trekken en wel dat een sterke bezetting van de eerste 2 à 3 tekens dan criminelen aangeeft. Hierbij spelen andere factoren ook een rol, zoals mundane bezetting en de aspecteringen. Na dit overzicht komt Carter helaas niet met de verdeling van de planeten over de huizen, omdat de huizensystemen Placidus en Campanus zodanig is dat de huizen aan de horizon vaak veel groter zijn dan aan de midhemel en daardoor is de kansverdeling bij voorbaat al scheef. Tóch is de schrijver ervan overtuigd dat het 12e huis in veel gevallen flink bezet is en het tegenoverliggende 6e huis (dat precies even groot is) bevat aanzienlijk minder planeten. Andere opvallende zaken
zijn nog: Carter heeft wel een aspecten-analyse gemaakt en deze is zeer interessant. De Zon maakt 37 slechte en evenveel goede (majeure) aspecten met de andere planeten. De Zon-contacten zien er als volgt uit: Zon - Saturnus = 19
aspecten Wat zegt deze uitkomst? De analyse van de
Maan-aspecten is erg interessant. In tottaal waren er 94 majeure aspecten
tegen 77 Zon-aspecten, terwijl de Maan juist met een minder aantal
planeten aspecten kan maken dan de Zon. Wat zéér opvallen is, is dat het aantal aspecten met de mentale planeten Merucius en Jupiter samen 28 bedraagt, waarvan er 27 goed zijn !! Maan driehoek Mercurius is een veel voorkomend aspect en toont dus aan dat het bedenken van kwade plannen,hoe slecht en verdorven ook gewoon door een Maan driehoek Mercurius kan worden voortgebracht, zelfs onder Maan driehoek Jupiter aspecten.
De analyse van de Mercurius-aspecten geeft het volgende beeld:
Hier is de opvallende tendens dat Mercurius veel is geaspecteerd met Mars en Uranus. Carter heeft zéér vel verbindingen aangetroffen van Mercurius met Mars, zowel door Mercurius in Ram of Schorpioen, Mars in Tweelingen of Maagd of door aspect. De Venus aspecten zijn niet spectaculair, maar de slechte positie van Venus, met name in Ram en in Maagd is wel veelzeggend. De overige planeet-aspecten zijn niet erg interessant en weinig informatie over criminele neigingen. Hierna worden zeer interessante cases gegeven van o.a,. Angerstein, die een normaal leven leidde en plotseling 8 mensen ombracht. Verder de Duitser Haarman, een zwakbegaafde homoseksueel die ca. 27 jonge mensen doodde en op eigen verzoek ter dood erd gebracht, omdat hij het leven niet verder aan kon. Daar na wordt de Duitser Kürten behandeld, de Duitse Jack The Ripper die uiteindelijk ter dood werd veroordeeld.
Hoofdstuk 9 behandelt een heel ander onderwerp, nl. ontzettende goede capaciteiten en mislukking. Men zou traditioneel een
goede stand verwachten van dé mentale planeet Mercurius of goede aspecten
en meestal worden goede verbindingen verwacht tussen de Zon of Mercurius,
met Uranus of Neptunus, maar ook Jupiter is belangrijk en niet alleen met
de Zon of Mercurius, maar ook met een sextiel of een driehoek met Mars. Enkele zeer bekende personen worden heel kort geanalyseerd, zoals Marconi, Rockefeller, Pasteur, Washington, Cecil Rhodes, Baden Powell, Ulysses Grant, Bismarck, Newton en Mussolini. In het algemeen blijkt dat planeten dicht op het MC én sterk geaspecteerd, veelal tot beroemdheid leidt. Ook als de Zon en Mercurius sterk staan, geven ze veel potentie en een goed verstand en kan men ver komen. Hierna komt mislukking
ter sprake en het veel besproken minderwaardigheidscomplex. Een voorbeeld
wordt gegeven van een man die totaal niets kon. Daarna volgt een
uitgebreider voorbeeld van Franklin D. Roosevelt, president van de
Verenigde Staten die gekluisterd zat aan zijn rolstoel, maar al het
mogelijke heeft gedaan om een groot en bekend man te worden.
Het
laatste en tiende hoofdstuk gaat over methoden van progressieve
systemen. Carter begint het hoofdstuk met een aantal goede tips: Hierna worden allerlei progressie-systemen genoemd, waarvan de Primaire Directies één der moeilijkste is om te berekenen. Sepharial schijnt ermee begonnen te zijn en dit werd later door Alan Leo verder gepopulariseerd. Dan komen de secundaire
directies aan bod, waaronder het bekende 1-dag-is-1-jaar principe. Een voorbeeld wordt
gegeven voor Jupiter, die door het 10e huis loopt. Zijn werking
isafhankelijk hoe Jupiter geaspecteerd staat met de heerser van dat 10e
huis en of Jupiter zelf in de radix cardinaal staat of niet. Op bladzijde 131 spreekt
Carter de hoop uit dat er ooit een totaalsysteem voor transits wordt
ontwikkeld, want de rekenkundige voordelen zijn erg groot t.o.v. de andere
systemen. Toch is Carter daar somber over en hij noemt het zelfs
onmogelijk dat dit ooit gebeurt, omdat de Maan en de snelle planeten
zoveel aspecten maken dat dit geen enkele meerwaarde heeft. Ook de
langzamere planeten geven geen totaalbeeld. Desalniettemin heeft Carter
wel kunnen vaststellen dat een groot deel van de bewogen leven toch wel
door transits werd aangegeven. Daarna legt Carter, voledig terecht, sterke nadruk op de aspecten van de progressieve Ascendant en MC, die door de eeuwen heen hun waarde hebben bewezen. Alleen de progressieve Zon heeft ook die sterke werking als hij aspecten maakt met de hoekhuizen en daarna volgen de andere planeten met hun progressieve aspecten op de hoekhuizen. Ook progressieve parallellen worden door Carter sterk ingeschat. Dan worden nog enkele andere bijzonderheden aangehaald m.b.t. de progressies, nl:
Hierna schakelt de schrijver over op de symbolische directie waarover Carter een geheel eigen boek heeft geschreven en u elders op deze website als boekbespreking aantreft. Als interessante symbolische directies worden o.a. genoemd:
Van al deze aspecten zou
Carter zelf, als het er op aan kwam, het systeem "1 graad is 1
jaar" aanhouden als de meest betrouwbare symbolische directie. Hiermee komt dan een einde aan een hoogst interessant boekwerk dat in 1934 werd geschreven en tegenwoordig erg moeilijk verkrijgbaar is. Carter beveelt in het voorwoord nog aan om dit boek te lezen ná "The Principles of Astrology" en in combinatie met "The Astrological Aspects" en "An Encyclopedia of Psychological Astrology". Ik vind het boek een der
meest interessante van Carter en het is doorspekt met erg goede suggesties en
vooral de nuchterheid waarmee Carter de eeuwenoude ideeën relativeert aan
de hand van zijn eigen uitgevoerde onderzoek, zijn bijzonder treffend. Afgesloten, 2 maart 2006, J. Ligteneigen
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
_______________________________________________________ Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on: Seite bearbeitet am / Pagina aggiornata il: 01/07/2023 11:32 |
|