Artikel-3: De Maanknoop, ofwel Draconis | ||||||
Astrologische Artikelen door J. Ligteneigen |
||||||
|
Een klein vervolg op Artikel-2. In deel-2 zijn we ge๋indigd met de
meest recente formule voor de ecliptica, gebaseerd op de Epoch J2000 (1
jan. 2000 om 12.00 ET). De formule dateert van 1977 en geeft de
hellingshoek van de ecliptica aan met een nauwkeurigheid van ca.
0,002". We hebben de invloed van de ecliptica gezien op de
huizenposities en op de declinaties van de huizen. U zult zich nu misschien afvragen:
waarom deze ongehoorde precisie van 0,002"? De formule is er nu eenmaal. Wanneer u
hem toepast, rekent u meteen met de gegeven precisie. En als u de uitkomst
bewaart (opschrijven, calculator, variabele in het programma), dan heeft u
meteen de exacte waarde. Ook al denkt u nu geen gebruik te maken van deze
precisie, hij is er gewoon... dus gebruik het. Ook bij de berekeningen van de
declinaties van de planeten wordt de ecliptica gebruikt en ook bij de
voorbereidende berekeningen van de planeetlengten. Als u bijvoorbeeld de
planeten met 0,5 boogseconde wilt berekenen, dan moeten in het
voorbereidende traject alle bestanddelen nauwkeuriger zijn dan het
eindresultaat, anders zou door opeenstapeling van afrondingen het gewenste
eindresultaat niet meer haalbaar zijn. 0,5 boogseconde voor planeten? Kan dit?
Jawel, het kan. De gigantische vooruitgang in observaties maken het
mogelijk Zon, Maan en planeten waar te nemen met 0,05 boogseconden, soms
zelfs beter. Dit heeft geleid tot een soort wedloop tussen de observaties
en de wiskundige berekeningen. Genoeg stof voor de komende afleveringen. We zullen ons nu gaan richten op de
berekening van de Maansknoop ofwel de Draconis. ===========================
Mean Lunar Node (MLN)
=========================== Soms is het onvermijdelijk om Engelse
termen te gebruiken. Hoewel ik zelf voorstander ben van zoveel mogelijk
Nederlands taalgebruik (er wordt al zoveel ver-engelst), komen we in
efemeriden (de meeste zijn Engelstalig) ook deze benamingen tegen. Mean Lunar Node is het best te
omschrijven als de Gemiddelde
Maansknoop. Wat dit begrip voorstelt, heb ik in Fig. 1 getekend. De liggende ellips stelt de equator van de Aarde voor.
De equator is de evenaar en ligt op 0 graden breedte. Als u zich een kantoor-aardbol voorstelt, dan ziet u de equator als een cirkel om de bol heen getekend. Ook in Fig. 1 is dit gedaan, alleen is dit sterk uitvergroot en wordt in de astronomie vaak gebruikt om duidelijk te maken welke cirkels een rol spelen in een formule. De Zonsbaan is aangegeven door de
schuine met doorgetrokken lijn getekende ellips. Deze zonsbaan is de
ecliptica, waarop deel-2 uitvoerig is ingegaan. Bij punt "A"
kruist de zonsbaan de Aardequator en dit punt heet het lentepunt, ofwel equinox
en is altijd het punt 0 graden Ram, derhalve ingetekend met het
Ram-symbool. Vanaf dit punt begint de telling van de lengten van de
hemellichamen. Bij punt "B"
heeft de Zon 90 graden afgelegd, sinds het lentepunt en hij bereikt hier
zijn grootste noordelijke declinatie op 0 graden Kreeft. Daarna vervolgt
de Zon zijn weg langs de ecliptica en komt uit bij punt "C" op 0 graden Steenbok, waar hij zijn meest zuidelijke
declinatie bereikt. Daarna komt de Zon weer bij punt "A" en begint alles opnieuw. De
Maan
loopt ook in een ellipsvormige baan en die is aangegeven door de schuine
ellips met stippellijn. De maansbaan kruist de zonsbaan in het punt, aangegeven met
het Draconis-symbool. Bij punt "D"
bereikt de Maan haar meest noordelijke declinatie, daarna doorloopt zij
haar baan en komt in punt "E",
waar zij haar meest zuidelijke declinatie bereikt. De Draconis,
ook wel de Noordelijke Maansknoop
genoemd, heet zo, omdat de declinatie van de Maan na het passeren ervan
Noordelijk wordt. Dit kunt u ook in de tekening zien: De Maan staat
'boven' de zonsbaan. Precies aan de overkant bevindt zich de Zuidelijke
Maansknoop. Na het passeren ervan krijgt de Maan een zuidelijke
declinatie. De Noordelijke Maansknoop wordt ook wel
drakenkop genoemd en de
Zuidelijke variant heet drakenstaart. In de meeste computerprogramma's wordt
de volgende formule gebruikt, die afkomstig is van E.W. Brown1
: MLN
= 259010' 59,79" - 1934008'31,23"T +
7,48"T2 + 0,008"T3
De Epoch in deze formule is J1900. Hoe u T moet berekenen is in deel-1
uitgelegd. Let u goed op het minnetje en de
plusjes. Ik heb zelf deze formule jarenlang
gebruikt. Wij zullen de lengte van de Draconis
berekenen op twee momenten, nl. J1900 en J2000. Aangezien deze formule als
Epoch J1900 heeft, is T gelijk aan nul voor J1900 en gelijk aan 1 voor
J2000. J1900
= 31 dec. 1899, 12h UT: MLN = 259010' 59,79"
(J1900) J2000 = 1 jan. 2000, 12h ET: MLN
= 259010' 59,79" - 1934008' 31,23" +
7,48" + 0,008" = -1674057' 23,952" Negatieve graden omzetten in positief
geeft: 125002' 36,049" (J2000). Deze standen zijn exact. Het kan zijn
dat uw rekenmachine afrondt als u de getallen gaat invoeren. Dit gebeurt
nl. bij het getal -1934008'31,23". Het aantal cijfers is
vaak teveel voor het display. U kunt dit ondervangen door als volgt in te
voeren : -1934 -8/60 - 31,23/3600. Het rekenapparaat rekent dan correct.
Als u programmeert en u declareert een variabele als REAL(Pascal) of als
DOUBLE PRECISION(Basic) dan heeft u hier geen last van. U moet wel eerst
zelf de graden, minuten, seconden omzetten naar een decimaal getal. Zoals ik al schreef is de tijd niet
stil blijven staan, sinds Brown's tabellen uit 1919. Recentelijk (sinds
1982) heeft het Franse echtpaar Chapront2 een volledige
Maantheorie uitgewerkt met een gigantische nauwkeurigheid. Onderdeel
daarvan is natuurlijk de Mean Lunar Node, die door hen wordt gegeven door
de volgende nieuwe formule, gebaseerd op Epoch J2000:
Deze formule komt zowel tegemoet aan de waarde op J1900 als aan de waarde op J2000. Als u op basis van de Epoch-1900
formule de Draconis heeft berekend voor J2000, dan ziet u dat de uitkomst
van 125002' 36,049" en klein verschil maakt met de
recentere en juiste waarde van 125002' 40,39816". Het verschil is 4,36" per 100
jaar, lopende vanaf J1900 tot J2000. We doen nu hetzelfde met de nieuwe
formule. We rekenen de Draconis uit voor J1900 en J2000, uiteraard nu op
basis van de Epoch J2000. Voor J1900 geldt nu: T=-1 en voor J2000
geldt nu: T=0. J1900: MLN = 259010' 58,1499" J2000: MLN = 125002' 40,39816" Het verschil bij J2000 is uiteraard nul
en bij J1900 is het verschil gelijk aan: 58,1499" - 59,79" (de waarde
volgens Brown) = 1,64". Hier bedraagt het verschil dus 1,64" per
100 jaar, dus aanmerkelijk kleiner! In Fig. 2 laat ik u zien wat er gebeurt
met de Maansbaan in de loop der tijd.
In de tekening is de equator van de Aarde weggelaten. De liggende ellips stelt de Zonsbaan voor. De Maansbaan wordt voorgesteld door de schuine met doorgetrokken lijn getekende ellips. Het snijpunt van de Maans- en Zonsbaan
is de Draconis Nr.1. Enige jaren later is de Maansbaan een
beetje teruggedraaid, zodat Maansbaan nr. 2 ontstaan is. Het nieuwe
snijpunt is nu de Draconis Nr.2. Dit langzaam terugdraaien van de
Maansbaan wordt in de nieuwe formule aangegeven met -1934008'10,26"T.
In 1 Juliaanse Eeuw (36525 dagen) draait de Maansbaan dus ruim 5 rondjes
in teruggaande beweging. Een ronde wordt afgelegd in ca. 18,6 jaar. Soms valt de Maansknoop precies op de
lente-equinox. In die tijd kan de Maan een maximale declinatie van ruim 280
N bereiken. 9,3 jaar later (een halve omloop) valt de Draconis samen met
de herfst-equinox en dan haalt de Maan
slechts 190 N. declinatie. Weer 9,3 jaar later is het
weer andersom. Precisie
van de nieuwe formule Met de nieuwe formule wordt in 100 jaar
rondom J2000 (dus van 1900 tot 2100) een afwijking van ca. 1,64"
bereikt. Bij de meeste toekomstige horoskopen (tussen 1950 en 2050) zal de
maximale afwijking ca. 0,5" zijn, dus mogen wij ons tevreden stellen
met deze resultaten. Nutatie Ook in de vorige aflevering schreef ik
al dat de nutatie verwerkt moet
worden in de lengte van de hemellichamen en in de helling van de
ecliptica. Met andere woorden, de door ons
berekende Draconis is nog niet helemaal te vergelijken met de stand in de
efemeride. In de efemeriden wordt de nutatie
meegenomen in de standen, hetgeen uiteraard correct is. De theorie van de nutatie is dermate
complex dat dit hier nog niet gepast is om het te behandelen. In deel-5
van deze serie zal ik hieraan uitgebreid aandacht besteden. Om een h้้l klein voorschotje te
nemen op de nutatie geef ik hier alvast de twee belangrijkste wiskundige
termen, die uitsluitend afhankelijk zijn van de lengtegraad van de
draconis. Hiermee kunt u de uiteindelijke draconis met 0,5 tot 1,0
boogseconde nauwkeurig berekenen. De zeer sterk vereenvoudigde formule
voor de nutatie luidt: NUT
(lengte) = -17,23" x sin() + 0,21"x sin(2 x ) Hierbij teken ik aan dat de twee termen
afgerond zijn, omdat het hier geen zin heeft om nauwkeurigheid te
pretenderen en toch maar twee termen te hanteren.Alle overige termen van
de nutatie in lengte zijn combinaties van andere factoren, die dus in
aflevering-5 aan de orde komen. Enkele
rekenvoorbeelden: De Draconis op J1900 = 31 dec. 1899 12h
UT. Volgens de meest recente formule :
=259010'58,1499" = 259,18281920 sin() = sin(259,1828192) = -0,982231; sin(2x
) = sin(518,3656) = 0,368682; Nutatie
(lengte) = -17,23"x -0,982231 + 0,21"x 0,368682 = 17,00" Deze
nutatie telt u op bij de reeds berekende Draconis, zodat u krijgt:
=2590 11' 15,2". De zodiakpositie is : 190 11' 15"
Boogschutter. Volgens
de Concise Planetary Ephemeris staat de Draconis op 19011'18"
Boogschutter, maar in deze efemeride zijn de posities afgerond op
6".Onze formule is vele malen nauwkeuriger dan de efemeride. Overigens
is de nutatie in lengte volgens een zeer nauwkeurige berekening gelijk aan
: 17,377", dus onze eenvoudige benadering zat er niet veel naast. Voorbeeld
op J2000 = 1 jan. 2000 om 12h ET. De
reeds berekende Draconis was : 1250
02' 40,398" = 125,0445550. sin() = sin(125,04455) = 0,8187; sin(2
) = sin(250,0891) = -0,9402; Nutatie in lengte = -17,23" x
0,8187 + 0,21" x -0,9402 = -14,30". De nutatie is hier dus
negatief (het minteken). We tellen (de negatieve) nutatie op bij
de eerder berekende
en krijgen :
= 1250 02' 26". De zodiakpositie is gelijk aan 50 02' 26" Leeuw. De
Complete Planetary Ephemeris geeft een stand aan van 50 02'
18" Leeuw. Deze efemeride werd gemaakt in 1975 en rekende nog met de
oude formule van de Draconis, die zoals u kunt controleren, 4,36"
lager uitkomt. Als deze efemeride met de nieuwe formule had gewerkt, dan
was de uitkomst waarschijnlijk 5002'22" Leeuw geweest. Ook
deze efemeride rondt af op 6". De
nutatie, volgens de zeer nauwkeurige formules zou -13,968" moeten
zijn. Ook hier is onze sterk vereenvoudigde formule er niet ver naast met
-14,30". U
kunt de formules rustig uitproberen met willekeurige datums en uw eigen
geboortetijd. De formule voor de Draconis is ook voor grotere periodes
geldig en nauwkeurig. U moet hierbij denken aan het tijdinterval 4000 v.Chr.
tot 8000 AD. Dit is hetzelfde tijdinterval, waarmee de Maantheorie volgens
Chapront is opgebouwd. Kleine waarschuwing De
hier gegeven nutatie-formule geldt alleen voor de lengte van hemellichamen
en dus NIET voor de hellingshoek van de ecliptica. Deze formule zal in
aflevering-5 in nauwkeurige vorm worden gegeven. Lunar Node en de efemeriden Voor
de 21e eeuw zijn door Neil
F. Michelsen twee soorten efemeriden uitgegeven, nl. de compacte
vorm van The American Ephemeris, die loopt van 2000 tot 2050 en de
uitgebreide versie van The American Ephemeris, die alleen in delen van 10
jaar wordt uitgegeven. In Sagittarius ziet u altijd een kopie uit de
compacte versie. Het zal u hierin zijn opgevallen dat de Mean Node niet
meer per dag wordt gegeven, maar slechts 1 keer per maand en wel op de
eerste van de nieuwe maand, onderaan bij Astro Data. Dit is erg vervelend,
want u moet dan nog even flink rekenen om op juiste wijze te intepoleren.
In de uitgebreide versie vindt u de Mean Node wel elke dag genoteerd.
Bovendien heeft u bij deze uitgebreide versie ook de declinaties die bij
de compacte efemeride ook ontbreken. In Sagittarius 1984, nr.1 heeft Theo
v. Berkel3 een goed artikel hierover geschreven, zodat ik u
hier naar kan verwijzen. True Node Zowel
in de compacte als in de uitgebreide versie van The American Ephemeris
komt u de kolom "True Node"
tegen. Deze
kan zelfs retrograde lopen! Wat is nu die True Node en hebben we die
nodig? Het
betreft niet een nieuw ontdekte Maansknoop of zoiets. Het is een
formulering uit de astronomie, die de toestand van de Maanpositie uitdrukt
in zogenaamde "osculating
elements". Dit zijn baanelementen van de Maan, die haar toestand
in de ruimte volledig beschrijven, inclusief de verstoringen in de baan. Ik
heb zelf geen praktische ervaring met de True Node, omdat ik altijd de
Mean Node gebruik, die eigenlijk altijd voldaan heeft. Juist zijn tergend
teruglopende beweging van 3'12" per jaar progressief zorgt ervoor dat
ingaande aspekten een lange voor- en nawerking hebben, maar ook zeer
intensief werken! In Sagittarius komt u hierover veel voorbeelden tegen.
Leest u bijvoorbeeld eens Sagittarius 1998, Nr.1 over de karakteristieke
en concrete uitwerking van Draconis4. Het
zou interessant zijn als er mensen zijn die hiermee concreet gewerkt
hebben en die er goede resultaten mee boeken. Je zou je kunnen voorstellen
dat aspekten op een retrograde True Maansknoop anders uitwerken dan
aspekten op de een rechtlopende True Maansknoop. Opeens dienen zich dan
veel varianten aan, zoals aspekten met en van de Mean Draconis en aspekten
met en van de True Maansknoop. Eerlijk gezegd weerhoudt iets mij ervan dit
te gaan toepassen, ik weet niet waarom. Misschien is het toch de
betrouwbaarheid van de reeds opgedane ervaringen met de Mean Draconis. Het
is altijd moeilijk om van het bekende pad af te wijken en je in iets
onbekends te storten. Hiertegenover staat dat het geen kwaad kan om iets
te onderzoeken met behoud van het goede! Als de voorvechters van de
planeet Pluto (zoals onze hoofdredacteur) zich geen moeite hadden getroost
om Pluto te onderzoeken en toe te passen, dan waren we nog even ver als in
1930! Formules
voor de True Node vindt je niet zo vaak en als je ze vindt, dan zijn ze
vrij onnauwkeurig. In een boek van Michael Erlewine5 uit de
beginjaren '70 wordt een formule gegeven, die slechts 5 wiskundige termen
bevat, die ik u hieronder zal geven. Elke term bestaat uit zogenaamde
'argumenten', die vooraf berekend moeten worden, op dezelfde wijze zoals
de Draconis werd berekend. Erlewine's formule luidt als volgt: True
Node = Mean Node (inclusief
nutatie) - 5392"x
sin(2D-2F) - 541" x sin(L')
- 442" x sin(2D) +
423" x sin(2F)
-
291" x sin(2L-2F). Deze
formule levert een precisie van ca. 20 boogminuten op, dus niet erg
zuiver. De
formules van de argumenten zijn (Epoch J1900): D
= 350,7370 + 445 267,110 T; F
= 11,2510 + 483 202,020 T; L
= 296,1040 + 477 198,850 T; L'
= 358,4750 + 35 999,050 T. Grotere
precisie voor de argumenten is niet nodig, omdat het slechts hulpfactoren
zijn in verdere berekeningen. We
zullen een voorbeeld geheel uitwerken, waarvan u de uitkomst kunt
controleren in Sagittarius, Nr. 3 van dit jaar. Gevraagd:
de Mean
en de True
voor 1 juni 1999 om 0h UT, zoals ook de compacte efemeride
rekent. In
diezelfde efemeride ziet u dat Delta-T
in 1999 al 61 seconden bedraagt. Deze Delta-T moet u optellen bij
de UT(de oude GMT) en daarmee krijgt u de ET, waarop alle gegeven formules
betrekking hebben. 0h
UT is dus 0.01.01 ET. Als fractie van de dag is dit 61 / 86400 = 0,000706. M=6,
dus m=6, y=1999. B=INT(1999/400)
- INT(1999/100) = -15 en C=0 (want y is groter dan nul). JD
= 2451330,500706 Voor
Epoch-J1900-formules: T
= (JD - 2415020) / 36525 = 0,994127328
Voor
Epoch-J2000-formules: T
= (JD-2451545) / 36525 = - 0,005872671
Met
deze T rekenen we de Mean Draconis uit (epoch-J2000-formule).
= 136024' 11,16" = 16024' 11" Leeuw. Hieraan
moet nog de nutatie worden toegevoegd, dus rekenen we uit: sin()
= 0,68958 sin(2x
)
= -0,99880 NUT
= -17,23" x 0,68959 + 0,21" x -0,99880 = -12,09" Mean Node = 136024'11" - 12,09" = 136023'59"
= 16023' 59" Leeuw. In de efemeride
leest u de stand af onder Astro Data = 16023' 54" Leeuw.
De efemeride rondt af op 6" nauwkeurig. Berekening True Node. Hiervoor moeten wij eerst de
'argumenten' D, F, L en L' berekenen volgens de gegeven formules. D
= 350,7370 + 445267,110 x T D
= 202,93920 F
= 11,2510 + 483202,020 x T F
= 135,58390 L
= 296,1040 + 477198,850 x T L
= 212,52170 L'
= 358,4750 + 35999,050 x T L'
= 146,11440 2D-2F
= 134,71060 sin(2D-2F)
= 0,710669 L'
= 146,11440 sin(L')
= 0,557536 2D
= 405,87840 = 45,87840 sin(2D)
= 0,717864 2F
= 271,16780 sin(2F)
= -0,999792 2L-2F
= 153,87560 sin(2L-2F)
= 0,440322 True
Node = Mean Node (136.23.59) -
5392" x 0,710669
= -3831,9" -541"
x 0,557536
= -301,6" -
442" x 0,717864
= -317,3"
+
423" x -0,999792
= -422,9" - 291" x 0,440322
= -128,1" Het
totaal van alle 5 factoren tezamen is gelijk aan -5001,8" = -1023'
21,8" True
Node is derhalve : 136023' 59" - 1023'
22" = 135000' 37" = 15000' 37" Leeuw. De
efemeride geeft 14055' 30" Leeuw afgerond op 6"
nauwkeurig. U
ziet het al, onze eigen formules voor de True Draconis zijn nog niet
volledig. Het betrof ook slechts de 5 termen uit het boek van Erlewine. Het
echtpaar Chapront heeft in hun zeer nauwkeurige Maantheorie ook formules
gegeven voor de "osculating elements". Zelfs met hun
641 storingstermen in lengte, 328 termen in breedte en 355 termen
in afstand is het niet mogelijk om de True Node nauwkeuriger te geven dan
ca. 9", alhoewel zij met die formules de lengte van Maan op ca.
0,5" precies kunnen geven. Dit geeft enig beeld hoe extreem moeilijk
de berekening van de True Node in elkaar zit. Slechts met de meest
uitgebreide Maantheorie van de Chapront's met ruim 20.000 termen in
lengte, 7500 termen in breedte en 9600 termen in afstand kan de True Node
binnen de 0,1" onder 'bedwang' worden gehouden. Als
simplistische oplossing hebben de Chapront's de 22 grootste termen
gepubliceerd, waarmee op eenvoudige wijze de True Node kan worden
berekend. Deze wijze is volledig analoog aan onze 5 belangrijkste termen
in dit artikel. Op verzoek
kunnen deze 22 termen beschikbaar worden gesteld, waarmee de True Node op
ca. 72" nauwkeurig kan worden berekend. De volgende keer wordt de berekening
van de Sterretijd behandeld met een te behalen precisie van 0,002 sec. Literatuur: i.
E.W. Brown, "Tables
of the Motion of the Moon", New Haven, 1919; ii. M. Chapront-Touz้, J. Chapront,
Astron. Astroph., 190, (1988); iii. Th. v. Berkel, Sagittarius,
1, (1984); iv. J.B. Gieles, Sagittarius, 1, (1998); v. M. Erlewine, Manual Of Computer Programming For
Astrologers;
|
|
||||
|
______________________________________________ Pagina voor het laatst bewerkt op / Page maintained on: 31/12/2015 |
|